De Belgische muziekbodem zit vol talent, maar niet altijd komen die ruwe diamantjes meteen terecht bij het publiek dat ze verdienen. Met Verse Vangst gaan we wekelijks op zoek naar recente Belgische releases die het beluisteren meer dan waard zijn, zonder daarbij oogkleppen op te zetten. Support your local scene!
We bundelen onze vangsten ook in een Spotifyplaylist. Zo heb je altijd een staalkaart van Belgisch talent binnen handbereik.
Ethio grooves, afrobeat en wat nog aan niet-Westerse klanken wurmden zich de laatste jaren richting een steeds prominentere plek binnen de bredere jazzscene, met naast pakweg Dijf Sanders en Compro Oro ook Black Flower als heuse Belgische voortrekkers. Met hun vorige langspeler ‘Artifacts’ (2016) smokkelde het vijftal op eigenzinnige wijze psychedelica, dub en Oosterse kraut door de alreeds dampende mix, en ook nieuwe single ‘Hora de aksum’ lijkt die melting pot enkel aan extra ingrediënten te doen groeien. Terwijl de muzikale erfenis van Fela Kuti en Mulatu Astatke vingerdik door de basis werd gemengd, charmeert Black Flower evengoed dankzij een zwierige blazers-dialoog en dynamische, jazzy songstructuur.
Geen nachtelijke wandeling door Antwerpen zonder op Roedel te botsen. De hiphopcrew – met het veelzijdige ‘Hondsdolheid’ onlangs nog verantwoordelijk voor een van de pittigste platen in de moedertaal – herbergt zo’n dozijn jonge wolven, en daarbij steekt er af en toe ook eentje solo z’n snuit naar buiten. Na Luie Louis dropt nu ook Mitxelena een eigen release: ‘Bitter maar zoet’ verschijnt op 20 maart, leadsingle ‘Eén nacht slapen’ kwam deze week al ter wereld. De rapper is van heel wat genre-markten thuis, en forceert hier daarom niets met pompende bassen of zware beats maar swingt in het rond een prikkelende funkpoptrack. Inclusief intelligente flow kan je er van op aan dat z’n volledige ep een boeiend staaltje Antwerpse urban wordt.
Gentser dan H A S T kan een bandnaam naar ons aanvoelen niet klinken, en ook qua bezetting komt de jazzcrème uit de Arteveldestad samen in dit project. Met improvisatie als fundament en experiment als leidraad kronkelt het vijftal zich met ‘Elegy’ een weg langs zweverige soundscapes en naar freejazz neigende contrasten. Door die grilligheid hangt er zelfs hier en daar een intrigerend noisegeurtje aan de compositie, al voelt hun samenspel nooit té overweldigend aan. Wetende dat dit nog maar de vooruitgestuurde titeltrack is, moét dat impro-avontuur met full album ‘Elegy’ vanaf 1 maart gewoon enkel aan spanning winnen.
Met ‘Kitty’, ‘Bunny’ en ‘Bear’ in de rangen valt het al bij al wel nog mee met die gevaargraad bij The Very Very Danger. Muzikaal ontploft er dan weer wél een en ander: hun groovende, uptempo stonerpop wordt met louter een synth, een bas en drums ineengebokst, waardoor ieder spoor van échte melodie logischerwijze en zonder verpinken wordt vertrappeld. Ook op verse single ‘Lite my litah’ wil het drietal uit Gent weinig meer dan overstuurd rechtdoor scheuren, occasioneel afgetopt met een scheve schreeuw en catchy breakdown. De debuut-ep volgt in maart, via 9000 Records. Negenduuuuust!
Hulder mag dan misschien nog net niet dé klinkende naam tussen de nationale popbands zijn, hun trofeeënkast is er eentje waar menig ander groepje met open mond staat naar de kijken. Selecties voor en (halve) finaleplaatsen in onder meer Humo’s Rock Rally, De Nieuwe Lichting en De Beloften lieten de voorbije jaren blijken dat Hulder wéét hoe je jury en publiek bespeelt. Het Gentse vijftal brengt weldra een full album uit, met ‘Is this the end’ als eerste teaser. De song drijft op een bijzonder krachtige en straffe productie, dat een soort Britpop-bombast niet schuwt maar in z’n psychedelische franjes tegelijk ook heel wat subtiliteit laat doordringen.
‘Opgefokte melancholie, treurige hyperactiviteit’. Richt je niet teveel op de bio van Rufus. Elco als je wil weten waarvoor de band staat. De nieuwe telg uit het Gentse heeft onder meer tentakels banden met postrockers If Anything Happens To The Cat, al zweven we hier door een soort indiepop noir. Single ‘Ghost in the machine’ vertaalt dat poëtisch-mysterieuze van hun eigen omschrijving muzikaal wel verrassend accuraat: de song doet inderdaad lichtjes duister en weemoedig aan, al strooien de vier heren ook met voldoende heldere riffjes, hoekige ritmes en slim spel met stilte om die sluimerende tristesse tegenwicht te bieden.