Het is erg moeilijk kiezen uit de honderden bands die op de verschillende podia in Groningen staan. Minder moeilijk is het om een heerlijk avondvullend programma op te maken dat je door de gezellige stad leidt langs de bands die morgen op de grote podia te staan. Dit is de selectie van dag 1.
Bij Aesoon (foto) valt geen grijntje nervositeit te bespeuren wanneer ze in de Vera het festival mogen aftrappen. Het duo uit Zuid-Londen wordt omschreven als een van de revelaties in de alt-r&b, al is dat wel erg kort door de bocht genomen. Openen doet de band nog redelijk voorzichtig: met een romig klinkende Fender, zwoele lagen en kabbelende blues lijken de twee, live aangevuld door een drummer, eerst nog de lounge-kant op te gaan. Schijn bedriegt echter wanneer de eigenheid van de Britten na een tweetal nummers naar boven komt met rauwere noten en wat experimentele geluidsmixen die uitmonden in een erg radiovriendelijk ‘Under’. De frêle Marisa Hylton mag er bovendien dan nog erg jong uitzien, wat de zangeres uit haar stem weet te halen, is ronduit verbazingwekkend.
De Slovenen van Koala Voice houden wel van een gemikte riff op zijn tijd en doen aanvankelijk vooral denken aan The White Stripes met een vrouw in de ultieme hoofdrol. Er zit genoeg punk in om je haar achterover te gooien – of dat gebeurt toch minstens op het podium – en dansbaar is het ook wel. Toch klinkt vrijwel elk nummer nagenoeg hetzelfde aangezien de band maar weinig van ritme durft wisselen. Na een duw op de rem verandert het viertal plots in een versie van Chvrches met meer gitaren. De ingrediënten voor de indiepophit zijn er al, nu nog werken aan dat eigen geluid.
Town of Saints heeft duidelijk een grote sprong voorwaarts gemaakt. Waar de Nederlanders enkele jaren geleden nog de folktoer opgingen, zet het vijftal nu meer in op de rock, al klinkt die nog tamelijk gelikt. Met enkele scherpe baslijnen probeert de band een stukje groove aan te brengen, maar na ettelijke, meeslepende oh-oh’s verwordt dit steeds meer in een publieksvriendelijk wedstrijdje tussen Twin Atlantic en Imagine Dragons. In de vijfenveertig minuten dat de groep in de overvolle zaal staat te spelen, komen er echter te veel verschillende muziekstijlen voorbij om nog consistent te zijn.
Als de rij voor Honne te lang blijkt, brengt het Antwerpse Go March de redding. De Belgen speelden enkele jaren geleden de voorronde van Humo’s Rock Rally in Genk, maar kwamen toen nog te scherp uit de bus. Dat euvel wordt nu geheel verholpen door de keuze voor minder kraut en meer rock, met lekker instrumentale, psychedelische songs waarbij alles als een aangename puzzel in elkaar past. De groep gaat een stuk zorgvuldiger te werk en schuwt hierbij nooit het experiment door eens wat blues uit de kast te halen en deze dan te mixen met spacy aandoende synths en een tamboerijntje. Hier en daar voelt het nog wat voorspelbaar, maar dit is ongetwijfeld een van de sterkhouders van de avond.
De Londense Dua Lipa verscheen eerder in het BBC Sound of 2016 lijstje en heeft zo nog weinig promotie nodig in Groningen. Toch is het niet helemaal duidelijk wat de soulzangeres wil doen. Akkoord, met een stem als een klok, Oost-Europese looks en een ontzettend vol geluid komt ze al een heel eind. Toch is de hiphop-invloed nog wat onsamenhangend, met bassen en een geluidsmix die het geheel bijna onaangenaam om naar te luisteren maken. Trillen doet het allemaal wel, nu enkel nog de juiste richting vinden.
De juiste koers hebben The Jacques alvast ingeslagen, hoewel het motto kort maar krachtig eerst niet lijkt aan te slaan. In de openers gaat het viertal ronduit rommelig en ongeïnspireerd te werk, om dan plots licht aan het einde van de schijnwerper te zien. Met de repetitieve indierock varen de Britten in dezelfde klankenboot als The Sore Losers of pakweg Catfish and the Bottlemen, al gaat het allemaal iets subtieler. Dat blijkt een voordeel: hoewel ze een stuk minder rauw klinken in vergelijking met die laatste, blijft de scherpe snee rechttoe-rechtaan-rock best overeind.
Hetzelfde wordt verwacht van Hooton Tennis Club. De Britse indierockers beginnen gezapig met een resem spinnende gitaren, maar worden dan de band die te snel te veel wilt. Het jonge viertal dendert er als een ongecontroleerde wervelwind vandoor en gooit hiermee alle mogelijke noten en instrumenten op een hoopje. Zelfs wanneer het tempo wordt teruggenomen halfweg de set, klinkt hier en daar nog wat slagwerk, een tweede stem of getokkel op een snaar dat er gewoonweg niet hoort te zijn. De less is more-aanpak zou zonder meer geen kwaad kunnen, voor er ongelukken gebeuren.
Eurosonic Noorderslag is inmiddels helemaal uitverkocht. Meer info vind je hier.