De eerste maanden van het jaar luiden vaak ook het begin van ijzige sneeuwslagen en koude tenen in. Voor menig apirant-muzikant betekent deze periode echter het startschot van Humo’s prestigieuze Rock Rally, hét muzikale concours dat heel wat Belgisch schoon van een stimulerend duwtje in de rug voorzag. In Opwijk mocht de lading Vlaams-Brabantse bands tonen wat ze in hun muzikale mars hadden. De resultaten varieerden van ingetogen fluistergezang tot ranzige dolgedraaide gitaarriffs.
Na heel wat vertraging opgelopen te hebben door koning winter mochten de mannen van Radial Sequence openen. We geven toe, het is een heel bewonderenswaardige prestatie om als beginnende band meteen tegen een muur van armkruisende toeschouwers te moeten opboksen, daarom dat we ook meteen heel wat sympathie hadden voor Radial Sequence. Met hun hoopvolle, doch meewarige deuntjes zetten ze meteen een fijne toon voor de rest van de avond. De leden van de band stonden goed hun mannetje en wij sluiten hen dan ook graag in onze armen als mogelijke oproermakers in ons Vlaamse muzieklandschap.
Als tweede mochten de gasten van Klone Radio het podium bestormen. Rond het openingsnummer werden niet veel doekjes gewonden. We werden omvergeblazen door hun energiek kreunende gitaarlijnen en meedogenloos katapulteerde Klone Radio hun gevaarlijk frisse nummers op ons af. Instrumentaal zat alles goed en de mannen bleven ons verrassen met muzikale variaties en complex scherpe randjes in hun songs die wij enkel kunnen toejuichen. De zanglijnen (vooral die van het eerste lied) mochten wel inventiever. Een harmonieus evenwicht tussen stem en begeleiding was soms nog ver te zoeken. Ook de begeleidende gitaarpartijen gaven de refreinen vaak eerder een monotoon karakter dan dat ze ondersteunden, waardoor de liedjes sneller door ons geheugen gezeefd raakten. Het geheel klonk prettig, maar we raden Klone Radio aan om dieper te graven in de zoektocht naar een eigen stempel.
Het 14- tot 18-jarige vijftal Wildlife stond vervolgens te trappelen om aan hun miniset te beginnen. Van de eerste tot de laatste noot werd jan en alleman in Nijdrop overspoeld door deze wervelstorm van jong geweld. Deze hyperkinetische furieuze pubers zagen er misschien niet meteen uit als gevaarlijk ruige relschoppers, ze klonken evenmin als een knapenkoor. Schreeuwend schopten ze met hun opgefokte in-your-facemuziek duchtig tegen schenen. Met het ritmische experiment dat hun tweede nummer was brachten de jongens alles terug naar de kern, namelijk de liefde voor het vrolijke geweld dat muziek kan zijn. De spontaneïteit van een af en toe opduikend kermisorgeltje gaf het geheel een sympathiek kantje. Het motto van deze knapen lijkt duidelijk: als het maar rammelt. Genoeg ophef maakte deze horde jonge smeerlapjes alleszins met gemak en zo bewezen zij maar weer dat heel wat klein grut met gemak een paar oude rotten van het podium zou kunnen blazen.
Met een nachtegaal als frontvrouw kan een band vaak niet veel mis doen. Dit was ook het geval bij Gordo Spacemonkey. Het nachtegaaltje van dienst speelde ook piano, wat het eerste nummer van de groep een Kate Nash-achtig karakter gaf. Maar zaten we hier echt op te wachten? Gelukkig bracht song twee snel verandering. Hier kwam het teruggetrokken loungekarakter naar boven zweven. Gordo Spacemonkey bracht muziek die overliep van de seks en bij momenten mensen aanzette tot enkele timide schuifelpasjes. Waar de dialoog tussen zangeres en bassist aan the xx deed denken, dachten wij bij het laatste nummer ‘Drifters’ dan weer bij vlagen terug aan Lullatone. De lieve zangeres van Gordo Spacemonkey nestelt zich met haar fluwelen stem in onze oren en laat niet meer los.
Halverwege de avond was het dan de beurt aan Low Detail. Deze zelfverklaarde Green Day-fans maakten heel wat podiumpassiviteit van hun voorganger goed en de zanger bewees heel wat te hebben opgestoken van optredens van hun grote voorbeeld. Hoopvol probeerde hij het publiek wakker te schudden. De songs van deze trappelende onrustband zijn zo gesmeed dat geen enkele headbang ernaast kan zitten. Climaxen kondigen zichzelf duidelijk aan en zo vervalt Low Detail helaas ook vaak in voorspelbaarheid. Deze jongeheren hebben duidelijk naar de groten binnen hun genre gekeken, maar daardoor vragen wij ons soms ook af waar hun eigen inbreng naartoe is. Tijdens het optreden genieten deze punkers wel met volle teugen van wat ze aan het doen zijn en dat op zich is heel wat aanmoediging waard.
Als zesde groep was het de beurt aan Alien Plants. Deze band is ook een van Studio Brussels Poulains en heeft zijn plaatsje in deze preselectie dus zeker verdiend. De bevreemdende performance van de zanger die bij momenten als een gedrogeerde aap op hete kolen in het rond dartelde en ondertussen wanhopige en desolate schreeuwen de zaal in stuurde was overweldigend. Deze duistere mix werd aangevuld met Nintendo-geluidjes en euforische synths die blijkbaar ook buiten discotheken lijken te werken. Wie Alien Plants’ omschrijving leest denkt waarschijnlijk aan de zoveelste band die elektronica en rock combineert, maar wij vinden dat deze groep bewezen heeft meer te kunnen zijn. Met het tweede nummer toonden ze structuur aan te kunnen brengen in de schijnbare chaos van ruis en jammerend gebrul, terwijl de langgerekte oohs van lied nummer drie eerder nietszeggend waren dan overtuigend. Maar al bij al zien wij binnenkort gerust een bende dolgedraaide pubers uit de bol gaan op de muziek van Alien Plants.
Naargelang we dieper de nacht ingingen, rolde Uberkitsch het podium op, een Aalsterse band die netjes en strak hun nummers speelde zonder al te veel carnavaleske ambiance. We kunnen niet veel op- of aanmerkingen geven, maar misschien is net dat een onontbeerlijk gemis bij deze groep. Wat we hen wel moeten meegeven is dat zij de eersten van de avond waren met een eigen vocale identiteit. Dankzij hun ervaren uitstraling vertoonden de mannen een schijnbaar gemak bij het tevoorschijn toveren van hun kitsch, maar van ons mogen ze heus wat meer modder aan hun muziek smeren. Hun set was foutloos en simpel, maar ook zeer oprecht en overtuigend.
De frontvrouw van VillaVif bewees bij de soundcheck al over een verbazend mooie stem te beschikken die ze dan ook volop exploiteerde bij de mooie ingetogen strofes en het sterk opgebouwde refrein van het eerste nummer. De zangeres eiste haar plekje op het podium op en zong theatraal en als een heuse diva de pannen van het dak. Moest Humo’s Rock Rally een wedstrijd zijn die de grootste showmakers zocht, dan zonden wij VillaVif regelrecht naar de finale, maar helaas verslikte mevrouw VillaVif zich hier. Hoewel de bandleden duidelijk fier waren op hun femme fatale, vinden wij dat ze haar performance beter wat terug zou schroeven. Waar zij alles geeft, neigt ze ook rap haar geloofwaardigheid te verliezen en heel ingestudeerd over te komen. Haar vocale overmacht eiste alle aandacht op, waardoor het evenwicht met de band ver zoek was. Graag instrumentale partijen met iets meer waarde en een performance met iets minder pretentie volgende keer.
De voorlaatste band van de avond heette Shedo. Zij brachten meeslepende muziek die blijft hangen. De samenhang van de klankkleur van de zanger en de songs op zich was zeer mooi. Zelf stond de groep een beetje apathisch op het podium, maar dat vergeven we hen graag. We zouden het hen niet snel nadoen. Er was plaats voor intrigerend opgebouwde intermezzo’s en moest Shedo wat meer hun middelvinger opsteken en de muziek de zanglijnen iets minder slaafs laten volgen, dan zou het geheel compleet af zijn.
De temperaturen buiten daalden, maar binnen werd het heel wat warmer door de energetische performance van Collectors. Deze groep startte heel interessant met een krachtig muzikaal bombardement, maar helaas verpestte de samenzang van de refreinen veel aangezien Collectors hier gevaarlijk ver overhelden naar het boysband-niveau, zeker wanneer deze refreinen dan ook nog eens repetitief durfden worden. Aanstekelijk is hun muziek wel, elk nummer is een kort energieshot. De podiumgeilheid en het plezier dropen van de bandleden af. Van meebrullers schrijven hebben Collectors genoeg pap gegeten en met hun humor lieten ze zich de tamme uitstraling van het verkleumde publiek niet aan het hart komen. Wij zien in een niet zo verre toekomst gerust een schare op-en-neerspringende fans wild worden op de tonen van afsluiter ‘I am A Collector’.
Graag hadden we jullie ook foto’s aangeboden. Het winterweer stak hier helaas een stokje voor.
Check hier de previews op en de verslagen van de andere preselecties van Humo’s Rock Rally 2012
Humo’s Rock Rally op de site van Humo zelf
De agenda van Nijdrop in Opwijk vind je hier