Foto’s Christel Schoepen, verslag Pieter Malliet
Het tweede weekend van Humo’s Rock Rally brengt ons achtereenvolgens naar Mechelen en Genk. In de schaduw van de Sint-Romboutstoren toverden de Maneblussers een vroeger kerkgebouw om tot het sfeervolle Cultuurcentrum dat voor de gelegenheid dienst doet als concertzaal. Benieuwd naar wat Humo deze keer weer voor ons in petto heeft, reppen we ons quasi stipt op tijd naar binnen.
Het brute geweld van het lokale Psychonaut trapt de avond uiterst degelijk op gang. Het trio brengt een grungy mix van stoner, sludge en doom, waarbij we vooral onder de indruk raken van de gedreven screams. Als we heel eerlijk zijn moeten we echter ook toegeven dat de cliché’s vervaarlijk dicht om de hoek loeren, en dat het koude, pseudo-religieuze metalrandje ons zo niet ligt. Wij verkiezen immers ten allen tijde The Melvins boven Neurosis.
Dat Joey, onlangs nog winnaar van ‘De Beste Singer-songwriter van Vlaanderen’, slechts twee keer repeteerde met zijn begeleidingsband is er niet aan te merken. Het combo rond de met een hoge aaibaarheidsfactor gezegende artiest kwijt zich fris en zowat feilloos van zijn taak. We krijgen een portie frivool gebrachte, doodbrave, lichtjes funky poprock voorgeschoteld, waarvan vooral het tweede nummer erg veel hitpotentieel verraadt.
En daar verschijnt plots de vampier die ons in de zaal reeds ettelijke keren geruisloos voorbij sloop, ten tonele. Waren wij even mis toen we ons geheid verwachtten aan een donker potje kille new wave. De jongeman in kwestie blijkt namelijk de excentrieke spilfiguur van de experimentele hardcoreformatie Atlas te zijn. Het heerschap blijkt niet te stuiten, moet even worden teruggefloten omdat hij in al zijn enthousiasme de professionele aankondiging vergeet af te wachten, en zet een hyperkinetische, heerlijk buitensporige, extreem gedreven en theatrale performance neer. We zijn meteen verkocht, zeker als daar nog bij komt dat ook de rest van de band een even energieke als overtuigende prestatie neer zet.
Bij Scattering Walrus horen we aanstekelijke, lofi poprock, allemaal erg nerdy gebracht. Onder meer wanneer de bassist het publiek tracht aan te sporen tot armwiegen, duiken onvermijdelijk beelden op van onze favoriete whizzkids uit ‘The Big Bang Theorie’ die rockgroep spelen op hun Playstation. De Waaslanders hebben met ‘Get up when you’re falling’ wel een absolute oorwurm te pakken, en komen haast aandoenlijk sympathiek voor de dag, al koop je op zich natuurlijk niks met dat laatste.
Hebben we dat nu effectief goed gehoord dat LKTR voor het eerst op het podium staat? Deze elektrorockers wekken immers een erg professionele indruk en komen op geen enkel ogenblik onwennig over. We vermoeden dan ook dat de heren volgens een goed uitgewerkt plan aan hun carrière werken, met als eerste halte Humo’s Rock Rally. Terwijl hun uitermate degelijke, weinig verrassende new wave ons helemaal mee terug voert naar de eigties, smokkelt het kwintet tijdens de laatste song ook een aantal dance-invloeden de set binnen.
Kalisto Bay laat de muziek voor zich spreken, en heeft daar ook het materiaal voor. Aanvattend met het melancholisch zonnige ‘Broken clocks’ brengen ze zonder veel poespas een vinnige set vol soepele tempowisselingen waaruit blijkt dat de groep erg goed op elkaar is ingespeeld. Hun spitante, met surf geïnfuseerde indierock valt bij ons erg in de smaak.
Ondertussen zijn we met Pupils toe aan de zevende groep, en pas nu zien voor het eerst een vrouw op de bühne. Netjes op een rij geposteerd achter hun keyboards brengt het trio eerder statische synthpop. Het resultaat is best wel dansbaar, maar het geheel mist overtuigingskracht, al mocht de samenzang tussen frontman en de recent ingelijfde zangeres er zeker wezen.
De meest fascinerende en misschien wel gewoonweg beste muzikant van de avond vinden we terug in de spelenderwijs aan overacting lijdende gitarist van Melting Time. Zijn virtuoze en immens creatieve spel stuwt de explosieve mengeling van postpunk en indierock naar geweldige hoogtes. Hun dynamische performance leidt tijdens het hypnotiserende ‘Shadows of an empty dream’ tot een organische climax die voor de zanger tussen het publiek eindigt. Wat ons betreft hebben deze jongelui hun ticket voor de volgende ronde alvast op zak.
Ook de halve bezetting van Sunbourne sluit het optreden midden tussen de toeschouwers af. Gesteund door een enorme technische bagage trakteert het vijftal ons op een kwartiertje slepende, loeiharde maar daarom niet minder sfeervolle postmetal in de lijn van onder andere Amenra en Isis.
We kunnen ons inbeelden dat er voor een fragiele singer-songwriter dankbaardere situaties zijn om in op te treden dan na deze slopende geluidsmuur. De jeugdige Anna Rune laat het evenwel niet aan haar hart komen. Gedragen door haar veelzijdige en toonvaste vocalen, brengt ze een aantal lichte, folky pianoballads, waarbij ze ondersteund wordt door een begeleidingsband met een hoog conservatoriumgehalte. Even zorgt de jongedame nog voor een gênant moment als ze bij het voorstellen van de groep de naam van de backing zangeres vergeten is. Het geeft nog maar eens aan dat veel artiesten voor Humo’s Rock Rally het onderste uit de kan willen halen en daarvoor niet zelden hun toevlucht zoeken tot een aantal inderhaast opgetrommelde gastmuzikanten.
We gaan ons niet wagen aan een al te uitgebreide pronostiek, maar het zou ons sterk verbazen moesten de kwaliteiten van Melting Time volledig voorbijgegaan zijn aan de jury Verder duimen we uiteraard vol goede moed voor Atlas.
Alles over de Rock Rally op de Humo-website