Humo’s Rock Rally is inmiddels aan zijn vierde preselectie toe en streek als vanouds neer in Rondpunt 26 in Genk. Naast Limburgse bands kwamen er vanavond ook heel wat Antwerpenaren aan bod, die stuk voor stuk hun bevlogen fans hadden meegebracht. Het werd een gezellig boeltje, waar echter de podiumprestaties van ‘s lands muziektalenten centraal staan. Een overzicht.
Verslag Emily Griffiths, foto’s Jokko / Wannabes
The Litescribes mochten de aftrap geven in Genk en leverden meteen het eerste wenkbrauwgefrons op. Het tweetal dicht zich de titel “luidste band van Mechelen” toe en daar zitten ze vermoedelijk niet veel naast. Jammer genoeg zijn de geluidsmuren die het duo maar blijft optrekken bijna niet te doorgronden en dat maakt het in drie donkere nummers allemaal te moeilijk om te verteren. Een mens wordt er een beetje moe van, en het is nog maar het begin van de avond.
Eén van de meest getalenteerde bands van de avond is ongetwijfeld Collective Conscience. Het jonge trio, dat een vederlicht elektronisch geluid met springerige baslijntjes brengt, lijkt nog te onervaren om door te stoten naar een volgende ronde. Er wordt met de regelmaat van de klok gespeeld met korte drops die een eerste maal wel aanstekelijk werken, maar de overige keren eerder verwarring zaaien. Voor een eerste wedstrijdervaring kan dit alvast tellen en met een beetje zoeken naar de juiste prikkels komen ze er wel.
Sexy Sunday beweert dat je zondag hierna nooit meer hetzelfde zal zijn, wat voorlopig te betwijfelen valt. Het geheel klinkt lekker zeemzoet, fris en fruitig, zodat het misschien niet te veel opvalt dat die leadgitaar wel erg zacht stond en de samenzang in hun laatste song wat de mist in ging. De band houdt voorts stevig vast aan britpopdeuntjes en hapklare gitaarriffs en geeft ook vanavond, het is immers niet hun eerste deelname, nog het gevoel dat ze meer kunnen dan wat ze laten zien in Genk.
Na een stevige en veelbelovende aankondiging bleek Go March de verrassing van de avond. Het trio voelt zich duidelijk thuis op het podium, al verbaast dat niets met klinkende namen als Hans De Prins (Broken Glass Heroes) en Antoni Foscez (Statue). Met hun donkere mengeling van krautrock en elektronica steken ze er moeiteloos met kop en schouders bovenuit in de eerste helft. Wel merken we dat er een vorm van gewenning aan de veelvuldige loops optreedt naarmate de set vordert, hoewel het nooit van het goede teveel wordt. Meer afwisseling zou welkom zijn, voor vanavond is het zeker voldoende.
La Fouffe brengt een tamelijk coherente shoegaze sound met stevig gitaarwerk, maar klonk op de studioversies niet meteen fascinerend. Ook in Genk liep het niet van een leien dakje wanneer in het eerste nummer al enkele problemen met het geluid opduiken en de groep lijkt nooit echt in vorm. Het viertal spreekt niet echt aan en vult hun elf minuten zonder een blijvende indruk na te laten.
Ook Maarten Tytgat is niet aan zijn eerste preselectie toe en doet het in 2014 met Phanques (uit te spreken als ‘Thanks’). Jammer genoeg doken opnieuw ettelijke problemen met het geluid op, wat erin resulteerde dat de band zich de helft van de tijd bezighield met gitaren stemmen. Helaas bleek ook het muzikale gedeelte niet altijd even toonvast en leek Tytgat van bij het begin te spelen alsof hij het pleit al verloren had.
Viva Revival heeft al een eerste album op zak en tracht naar eigen zeggen een nieuw genre uit de grond te stampen. Al bij al slaagt het zestal daar wonderwel in en weet het ook live een sterke set neer te zetten. Met twee frontmannen zit er genoeg afwisseling in de theatrale show om te blijven boeien, ongetwijfeld haalt de band hier een mooie score. Misschien nog een kleine tip voor de volgende keer: geschreeuw zonder micro gaat zonder meer verloren.
Een heerlijk repetitiekotgevoel werd dan weer, zij het ongewild, gecreëerd door Red Shadows. De vier leken in de ouderlijke garage hun gitaarrock met hippe riffs boven te halen, al bleek dat wel het ideale recept om foutloos te spelen. Eruit springen deden ze echter niet, en ook aan de uitspraak in het Engels van zanger Rob moet nog wat gewerkt worden.
Wat Hazy Hands brengt, is op zijn zachtst gezegd een beetje apart. Op het eerste gehoor heeft de band een ietwat chaotische sound, met een gitaar die van de hak op de tak springt en een Lotte Vanhamel die ietwat psychedelisch over het podium ronddartelt. Live is het echter een stuk strakker dan een mens zou denken en al bij het eerste nummer waren we overtuigd. Hier willen we graag meer van zien in de volgende ronde.
Afgaande op het aantal likes op de Humo-site zou Japan4 de grote overwinnaar zijn van de avond en die favorietenrol maakten ze van de eerste noot waar. De band brengt originele thema’s en weet ze te stoppen in een aanstekelijk indierockjasje dat erin gaat als zoete koek. Ook qua performance blies het vijftal in drie nummers moeiteloos de concurrentie omver. Als dit slechts een tipje van de sluier was, dan mag dit een kanshebber voor de titel genoemd worden.