Verslag en foto's Incubate Tilburg, zaterdag 15 en zondag 16 september 2012

door Andre Joosse
Yann Thiersen
Matt Elliott
Var
Cheek Mountain Thief
Slow Down Molasses
Lower
Young Colour
Coldair
Girlseeker
Die Jungen
Garda
Laibach
Laibach
The Telescopes
Reigning Sound
Reigning Sound
Homemade Empire
Cult Of Youth
Jesus Dieleman
Kumbia Queers
Herrek
The Fire Harvest
House Of Wolves
Buildings

Foto’s: Andre Joosse Tekst: Janna Schoonakker en Andre Joosse

Zeven dagen lang staat de stad Tilburg in het teken van het festival Incubate. Het zijn veelal niet de meest toegankelijke muziekstijlen die voorbijkomen op dit festival, maar wel een zeer gevarieerde line-up van fluisterende singer-songwriters tot snoeiharde metal. Het festival probeert een zo compleet mogelijk beeld te geven van de hedendaagse indiecultuur, met naast muziek ook theater, film, debat en kunst. Dit alles speelt zich af op intieme locaties in de stad Tilburg. Van café tot kerk en uiteraard ook alle podia. Dit concept maakt het festival uniek en interessant.

Indiestyle bezoekt het festival op zaterdag en zondag, de twee dagen waarop de meeste bands geprogrammeerd staan. Eerder deze week stonden al Sleepy Sun, Nils Frahm, Napalm Death en vele anderen op het programma.

We beginnen onze reis langs de muziekstijlen op de vroege zaterdagmiddag. De beste festivals hebben ook een off-venue programma. Zo ook Incubate. In Cul De Sac staat de Poolse band Coldair al om 12 uur gepland voor een opnamesessie. Te vroeg blijkt, want de tourbus rijdt pas na twaalven voor en met opbouw en soundcheck duurt het tot 1 uur voordat het eerste nummer gespeeld kan worden. Voor de helft. Helaas, de speeltijd is voorbij. De kleine preview geeft ons wel de indruk dat we te maken hebben met een goede band, die ingetogen muziek maakt waarbij koperblazers een belangrijke plek innemen.

Garda staat inmiddels al te popelen om de volgende sessie in Cul De Sac te verzorgen. Deze groep komt uit Duitsland en bestaat uit drie gitaristen, een toetsenist en een drummer. Ook zij maken wat dromerige muziek. Het concept van Garda is een krachtig ritme met fragiele tingeltangeltjes er door heen. De zanger heeft een mooie warme stem. Prima muziek om de ochtend mee te beginnen dus.

In het podium 013 doen ze het wat minder rustig aan. We stappen vanuit het felle zonlicht de donkere underground sfeer van Stage01 binnen voor een optreden van VÅR (voorheen bekend als War) van het label Sacred Bones. Het label presenteert het hele weekend verschillende bands aan het publiek, waardoor ook nogal eens dezelfde bandleden voorbij komen. VÅR heeft een punkattitude en mixt dit met elektronische dancebeats. Het geheel doet sterk denken aan Depeche Mode, mede ook door de stem van de zanger. Maar VÅR gaat nog net iets verder. De bassen doen de hele zaal trillen, de beats gaan zo nu en dan richting dubstep en de zanger schreeuwt zijn teksten behoorlijk opgefokt de zaal in. Intens.

De volgende groep in Stage01, Girlseeker, komt niet erg professioneel over. Het geluid is erg slecht afgesteld, zo is de zang nauwelijks te horen. Het nonchalante van de band, inclusief de foute outfits en iPphone als drumcomputer, heeft echter ook wat aandoenlijks. De jaren 70 synthpunk en no-wave van de mannen wordt daarom toch lachend door het publiek omarmd.

In de kleine zaal van 013 speelt ondertussen Cheek Mountain Thief. Deze band is samengebracht door Mike Lindsay van Tunng. Na een optreden in IJsland besluit Lindsay om een tijdje in de plaats Husavik te verblijven en met lokale artiesten een album op te nemen. Het is een folkgroep geworden, zonder banjo maar met viool en trompet. De toegankelijke nummers zijn een vrolijke mix van pop met IJslandse Folk. Het luistert lekker weg en er zitten ook best een paar sterke nummers bij, maar erg vernieuwend is het niet.

Het is inmiddels avond en in café De Plaats zijn ze druk op zoek naar een laptop, de pc heeft het begeven en Die Jungen heeft een act met beeld. In de wachttijd wordt het publiek vermaakt door een hondje dat met zijn tennisbal het café rondrent. Die Jungen is een eenmansband, zang en gitaar. Percussie, samples van oude jaren 60 surfmuziek en de beelden op de achtergrond komen uit de inmiddels gearriveerde laptop. Het café wordt gevuld met galmende lo-fi surf. De beelden zijn inderdaad belangrijk voor het optreden. De zanger staat het hele concert stil achter zijn microfoon met zijn gitaar met het bandje mee te spelen. Dit maakt het concert na de zoveelste jaren-60-surfloop erg saai. Zelfs het hondje probeert met zijn tennisbal de zanger nog vanachter zijn microfoon te lokken, helaas. Na een kwartier weten we het wel, zeker als dan ook blijkt dat de filmbeelden zich blijven herhalen.

In de grote zaal van de 013 maakt Matt Elliott zijn opwachting. Het podium staat vol met instrumenten, maar Elliott heeft dit keer voldoende aan een stoel en zijn gitaar. En af en toe fluit hij nog een deuntje. Het is een dwarse folkzanger die precies doet waar hij zelf zin in heeft. Elk nummer begint hij met akoestisch gitaargetokkel en zang. Hij neemt vervolgens samples op die hij laag voor laag over elkaar heen laat klinken tot er een georkestreerd stuk ontstaat met hele koren er in. Knap is het zeker en ook best mooi, maar de nummers zijn stuk voor stuk droevig, langgerekt en op een gegeven moment nogal veel van hetzelfde.

De zaal stroomt vervolgens snel vol voor een van de hoofdacts van het festival: Yann Thiersen. Deze muzikale duizendpoot heeft de afgelopen jaren laten zien met zowel klassieke als elektronische muziek uit de voeten te kunnen. Voor dit optreden staat hij samen met vijf man op het podium waarmee hij rustige elektronische nummers tot rocksongs brengt. Het geheel klinkt opgewekt, maar door de vele bassen ook wat mat. Verschillende instrumenten worden bespeeld, zoals gitaar, ukelele en viool, maar toch overheerst sterk het elektronische geluid, ook bijvoorbeeld door de vervormde stemmen. Eén momentje is er voor een prachtige klassieke vioolsolo, maar over het algemeen worden de fans die hem kennen van zijn werk voor de films Amelie en Goodbye Lenin met dit optreden teleurgesteld. Gelukkig zijn er ook genoeg liefhebbers van elektronische muziek in de zaal door wie het optreden enthousiast wordt ontvangen.

Mogwai heeft de eer de dag af te sluiten. In een afgeladen, warm en zweterig 013 bewijst de band waarom zij bovenaan het affiche staan. De post-rockers hebben een livereputatie waar je ‘u’ tegen mag zeggen, ook vanavond spelen ze volgens verwachting de zaal plat. Voor Mogwai is dit het laatste optreden van hun tour, voor Incubate de laatste van de dag. We gaan ons opmaken voor een net zo interessante Incubate zondag.

Na een geslaagde Incubate zaterdag is het ook op zondag weer vroeg onrustig in Tilburg. Om 12 uur begint het off-venue programma weer in Cul de Sac. Herrek en Luik openen de dag voor ons. Beide tekenden ze bij het Nederlandse label Samling en Gerrit van der Scheer is frontman bij Herrek en gitarist bij Luik. Allebei maken ze relaxte muziek, maar het geluid van beide bands onderscheidt zich wel van elkaar. Herrek klinkt wat meer bluesy en met veel galm, terwijl Luik nog wat trager en melancholischer overkomt. En in Herrek hebben de toetsen de overhand terwijl dat bij Luik de gitaren zijn. In de twee gevallen horen we echter heerlijke muziek om even rustig bij wakker te worden met een bak koffie.

In Cul De Sac is het vervolgens aan Buildings om het officiële programma te openen. Een fijne combinatie van noise, punk en rock maak het een harde maar prettige opener. Het is gelijk goed druk, de kater van gisteren ebt weg en het eerste biertje kan weer gedronken worden. De slotdag van Incubate 2012 is begonnen.

In café Studio zien we Homemade Empire. Onder deze naam gaat het singer-songwriter werk van Utrechtenaar Bart de Kroon schuil, die zichzelf deze middag op gitaar begeleidt. Bart toerde eerder al met Great Lake Swimmers en de band van Pien Feith. Met zijn warme stem en folk-gitaarspel zet hij een intieme performance neer. De concentratie wordt echter behoorlijk verstoord door de achtergrondgeluiden van het eetcafé. Bij elke bereide maaltijd klinkt er een belletje, de serveersters nemen luid met elkaar de laatste roddels door en op een gegeven moment valt er zelfs nog een partij bevroren vis van de trap. Gelukkig kan Bart er zelf wel om lachen.

In platenzaak Sounds speelt Rey Villalobos, ofwel House of Wolves zijn liedjes. Met zijn hoge stem vol emotie brengt de Amerikaanse singer-songwriter mooie verhalen over liefde en dood. Hoewel met deze act het officiële programma in Sounds wordt afgesloten, blijven we nog even in de bakken cd’s en lp’s neuzen. Later die middag staat namelijk de reli-noise van Jesus Dieleman op het off-venue programma.

Jesus Dieleman is het samenwerkingsproject van folkzanger Broeder Dieleman en producer Pim van de Werken (onder meerSilence is Sexy). Hun doel is het zondige Incubate publiek te bekeren. Gewapend met gitaar en cassetterecorder prediken zij het Woord. Door een muur van elektronische noise, worden – vanaf cassette – gereformeerde preken afgespeeld. De set wordt afgesloten met een akoestisch liedje uit het Broeder Dieleman repertoire. Of het Incubate publiek massaal is bekeerd valt te betwijfelen, dat we de meest bijzondere act van Incubate hebben mogen zien is een feit.

In de 013 wacht een propvolle kleine zaal op Reigning Sound. Het wachten wordt beloond met een geweldig optreden. Dit is zeker een van de hoogtepunten van het weekend. Reigning Sound is de groep van Greg Cartwright uit Memphis. Hun muziek is een bijzonder prettige mix van garage, rock-n-roll en soul en heeft duidelijke invloeden van bands als The Kinks en The Beatles. Compleet met catchy achtergrondzang en orgeltje. Alles klinkt even gelikt en het enthousiasme van de bandleden wordt direct overgenomen door het publiek.

We verlaten Reigning Sounds net voor hun slotakkoorden voor de neofolk van Cult of Youth die in de naastliggende zaal van 013 speelt. Deze band uit de Verenigde Staten klinkt minder heftig dan de groepsnaam en het uiterlijk van de bandleden doen vermoeden. Het is duidelijk een project van multi-instrumentalist Sean Ragon, die na twee nummers nog even de bassist helpt met het stemmen van zijn gitaar (niet overbodig). Het geluid van de band is een merkwaardige combinatie van folk-gitaar met new wave en punk invloeden in de begeleiding.

Voor het podium van de grote zaal in 013 verzamelen zich ondertussen enkele heren in uniform. Dat kan niet veel anders betekenen dan dat Laibach aangekondigd staat. Op de achtergrond staan grote logo’s geprojecteerd, een kleine duif die zijn behoefte doet op de statige adelaarskop. Een knipoog naar het Nazisme waarvan de band al jaren wordt beschuldigd? Laibach maakt muziek die Rammstein in de commercie heeft weten te brengen. Neem een willekeurig Rammstein-nummer en vervang de gitaren door elektronica en je weet wat voor muziek er door 013 galmde. Op de achtergrond zien we projecties uit de film Iron Sky, een belangrijk onderdeel van de show. De band maakte de soundtrack voor deze sci-fi film. Een deel van de Laibach-discografie bestaat uit covers, ‘The Final Countdown’ en ‘Live Is Life’ bijvoorbeeld. Wetende dat zij de uitvinder van het genre zijn, dat zij de controverse rond de groep hoog weten te houden zodat niemand nu echt weet waar de band voor staat, maakt het optreden interessant. Zonder dit alles zou de verveling snel toeslaan.

Hoewel Japandroids en Buzzcocks nog op het programma staan in de grotere zalen van 013 eindigen wij de dag in het kleine zweterige Stage01. The Telescopes sluiten voor ons het festival af zoals dat hoort. Alle energie komt los in 45 minuten, vallend, kruipend en springend sleept de band ons door hun zware geluid. Hun combi van shoegaze en noise is intens, zanger Stephen Lawrie kronkelt het podium over en rolt door het publiek. Ook de gitarist en bassist houden zich niet beperkt tot het podium. Zware galmende gitaren domineren en het publiek wordt meegetrokken in hun trip. Nat van het zweet en met zware benen lopen we richting het treinstation, een geslaagd weekend van een van de betere festivals in Nederland. Tot volgend jaar!

Meer terugblikken op Incubate kan ongetwijfeld via incubate.org