In de auto weerklinkt de best of van Elvis Costello, volumeknop op 10. En we luisteren dat album volledig uit, wegens een druk verkeer en parkeermoeilijkheden op weg naar Gent. Op het programma staan vanavond de twee grote namen van deze laatste dag op Gent Jazz: Trixie Whitley en Elvis Costello.
Zelden zo’n massaal aanwezig én enthousiast publiek gezien voor een “voorprogramma”. Maar het is enigszins te begrijpen, de New Yorkse/Gentse Trixie Whitley speelde een thuismatch. Ze opende voorzichtig, hoewel al snel bleek dat dit niet meer het kleine meisje was dat 3 jaar geleden op hetzelfde podium stond. Met ‘Never enough’ en een krachtig ‘I Need Your Love’ kreeg de Gentse het publiek volledig achter zich. Het enige wat als ongemakkelijk bestempeld kan worden, zijn haar bindteksten. Ze voelt zich duidelijk beter als ze gewoon haar ding kan doen op het podium.
Dat vergeven we de dochter van Chris Whitley echter met veel plezier als ze heerlijke nummers blijft maken als ‘Breathe You In My Dreams’, voor de gelegenheid in een extra emotioneel jasje gestopt. In de bisronde speelde Whitley het beloofde nieuwe nummer en deed dat met verve. De primeur stelde het reeds enthousiaste publiek allesbehalve teleur. Bij haar volgende passage op het festival zal ze niemand meer achter zich moeten dulden. Trixie dribbelde haar thuispubliek en trapte een mooie voorzet, het is nu aan Elvis Costello en zijn Imposters om die bal binnen te koppen.
En de Brit vloog er dan maar meteen stevig in. Nadat de groep enkele minuten te vroeg – jawel, topartiesten die te vroeg komen, ze bestaan – het podium betrad, startte ze een blitzkrieg. De eerste vijf nummers, met onder andere ‘Hope You’re Happy Now’ en ‘Everyday I Write A Book’, werden in snel tempo afgewerkt. Strakke start, dat hadden ook de fans begrepen. De band nam wat gas terug en na songs uit het punkrepertoire stapten Elvis Costello en co nu over naar ballads. De eerste echte hit die passeerde, ‘She’, werd op warm applaus onthaald.
Dat was het eerste moment waarop het publiek volledig mee was en dat gaf Costello duidelijk een goed gevoel. Vanaf dan werd MacManus spraakzamer en kwam zijn andere talent naar boven, namelijk dat van entertainer. Naast singersongwriter en gitarist is deze man ook iemand die mensen naar zijn hand weet te zetten met gevatte bindteksten. Laat ons eerlijk wezen, een meer dan aangename kwaliteit voor een frontman.
Naar het einde van de set haalde hij vervolgens ook de koffer boven met hits als ‘Oliver’s Army’, ‘(I Don’t Want to Go to) Chelsea’, ‘Alison’, ‘Accidents Will Happen’ en het werkelijk fenomenale ‘I Want You’. Die laatste heeft na bijna 30 jaar nog steeds niets aan emotie ingeboet. Kippenvel. Intussen zijn we anderhalf uur verder en gaat de band van het podium, om niet veel later terug te keren voor een erg uitgebreide bisronde.
Het niveau van ‘I Want You’ wordt niet meer gehaald, maar dat heeft meer te maken met de uitzonderlijke kwaliteit van dat nummer dan met het vervolg. In een 45 minuten durend extraatje halen The Imposters nog eens alles uit de kast. Na een aarzelende start, het publiek dacht na de hitfabriek alles gezien te hebben, toverde Elvis Costello naast ‘(Angels Wanna Wear My) Red Shoes’, ‘Pump It Up’ en ‘(What’s so Funny ‘Bout) Peace, Love & Understanding’ ook nog een erg geslaagde cover van ‘Purple Rain’ uit zijn hoed.
En zo zat het erop na meer dan twee uur topmuziek en rasentertainment. Costello en zijn Imposters vertikte het om de voorzet van Trixie Whitley gewoon binnen te koppen en kozen ervoor uit te halen met een ronduit fantastische omhaal. Geef die mannen een standbeeld.