Echte “crowd pleasers” zijn de jongens van Animal Collective nooit geweest: voor simpele en aanstekelijke deuntjes moet je niet meteen bij hen zijn. Hun muziek is altijd al een broeihaard geweest voor de meest bizarre muzikale experimenten die een mens zich kan inbeelden. Afgelopen woensdag was het viertal te bewonderen in het Koninklijk Circus, en nu was het niet anders: we kunnen ons niet indenken dat je met een nog ontoegankelijkere set voor de dag kan komen.
De reden? Later op het jaar komt Animal Collective met een negende plaat, en het optreden van woensdag bestond grotendeels uit nieuwe nummers. Hun experimentele combinatie tussen elektronica en rock is zo al niet bijster toegankelijk, maar dat is het zeker niet wanneer het om nummers gaat die geen levende ziel buiten de bandleden zelf ooit gehoord heeft. Op die manier is het erg moeilijk om volledig mee te zijn met de rare synths van Brian “Geologist” Weitz, zo genoemd omwille van het wat belachelijke mijnwerkerslampje op z’n hoofd tijdens optredens, of het soms wat Afrikaans aanvoelende drumwerk van Noah “Panda Bear” Lennox.
Begeestering was er meer dan genoeg, maar het quasi totale gebrek aan publieksinteractie en de verwoede pogingen van het kwartet om vooral niet in de zaal te moeten kijken, hielpen de sfeer ook niet vooruit. Het verschil met de vorige keer dat we de jongens uit Baltimore, Maryland aan het werk zagen (op Dour 2009) was hemelsbreed: daar waar het dak er toen bij momenten leek af te gaan, stond het publiek nu vrij bewegingsloos toe te kijken hoe de band een nog nieuwer en vreemder nummer dan het vorige op ons afvuurde.
Let op: je zal ons zeker niet horen beweren dat Animal Collective ons hier op een slecht optreden trakteerde. De nummers gingen naadloos in elkaar over als ware het een DJ-set, met bijwijlen fantastische overgangen. De visuals op de achtergrond leken de hele zaal wel onder hypnose te brengen: nogal wat mensen keken gebiologeerd naar het grote scherm en besteedden zelfs nauwelijks nog aandacht aan wat de vier op het podium allemaal uit hun mouw schudden.
Aan kwaliteit geen gebrek, het is alleen jammer dat zoveel straffe kost van deze jongens in de kast bleef: acht platen, daar kan je wel wat uit puren. Hun vorige album ‘Merriweather Post Pavillion’ viel op een bijzonder eigenzinnige manier zelfs als een soort van pop te omschrijven. Daarvan haalden enkel ‘Brothersport’ en, vlak voor de bisronde, ‘Summertime Clothes’ de setlist. Goede keuze, daar niet van: de opbouw van het eerste werkt live net zo verdomd verslavend als op plaat, en ‘Summertime Clothes’ is misschien wel het meest opzwepende en aanstekelijke nummer dat Animal Collective ooit gemaakt heeft.
Het publiek leek toch even los te komen, maar de bisronde bleek dan weer een maat voor niets te zijn. Een gemiste kans, maar misschien denken we daar weer helemaal anders over wanneer we de nieuwste plaat ook effectief zelf kunnen beluisteren. Na vanavond moeten we er echter vrede mee nemen dat Animal Collective een verzameling behoorlijke rare vogels is, waarbij je nooit weet wat te verwachten. En dat houdt het natuurlijk ook best interessant.