Alt-J staat een week voor hun headline set op Pukkelpop, maar heeft in die positie inmiddels al heel wat watertjes doorzwommen. Hun show op Best Kept Secret was nochtans niet helemaal wat het moest zijn, maar het topjasje ging hen deze zomer via festivals als Latitude, Melt! en Lollapalooza steeds meer passen en de band heeft de grote stap gemaakt tussen zelf onder de indruk van de omstandigheden zijn naar met zijn drieën het publiek overdonderen.
Het eerste puzzelstuk van de avond is het overdonderende ‘Hunger of the pine’ dat met een razend rode lichtshow het publiek in golft en hiermee meteen de critici, die blijven denken dat alt-J enkel intieme zalen aankan, de mond snoert. Het is immers net een van de sterke punten van de vier Britten dat ze hun subtiele klanken weten te vermenigvuldigen op het open veld, nu en dan geflankeerd door een filmische lichtshow die de druppels in ‘Something good’ of de toetsen in ‘Bloodflood’ versterken en ondersteunen.
Het tweede wat alt-J bijna onopmerkelijk maar zeker tot een headliner maakt, zijn de herkenbare en vooral emotionele hits die het drietal in huis heeft, al is die term voor de indieband misschien niet helemaal op zijn plek. ‘Matilda’ weet zo vanaf de eerste, zacht gezongen a cappella zin de weide in een zoete, lichte extase te brengen. Met ‘Left hand free’ en ‘Every other freckle’ heeft de groep dan weer enkele meer dansbare songs in handen, hetgeen je onmiskenbaar nodig hebt eens je in de hoogste regionen van de line-up verkeert. Dat is eens te meer noodzakelijk wanneer de setlist nummers als ‘Nara’, ‘Lovely day’ en ‘Warm foothills’ telt, die live nu eenmaal net iets te traag blijven om een consistente performance te behouden.
Wat alt-J ten slotte ondertussen bijzonder goed onder de knie heeft, is de kunst van bombastische, sterk opgebouwde refreinen brengen die een bijna voelbare spanning doen ontploffen in je gezicht. ‘Taro’ moet hier wel een van de meest bijzondere voorbeelden van zijn, wanneer het publiek enthousiast de ‘Do not spray into eyes / I have sprayed you into my eyes’ meebrult om dan weer over te gaan tot een swingend heupdraai op wat volgt. Ook ‘Breezeblocks’ weet als afsluiter in al zijn eenvoud met de herkenbare, onstuimige baslijn Sziget naar een subliem hoogtepunt te stuwen.