Met ‘DagxNacht’ leverde Seizoensklanken onlangs een van de fijnere elektronische platen van eigen kweek af. Na passages in Kasterlee, Gent en Antwerpen kwam het duo uit Geel haar eerste worp voorstellen in Staminee De Living te Heist-op-den-Berg; een sfeervol decor voor sfeervolle muziek, getuige de donkerrode huiskamerstijl met geen gebrek aan kamerplanten. De zwoele warmte die vanaf het overvolle terras naar binnen sloop, droeg enkel bij aan het zomerse karakter van de muziek die het duo maakt.
De vier seizoenen delen het jaar op in periodes die elk hun eigen cliché’s hebben meegekregen, van sneeuwpret tot barbecues. Albumtitel ‘DagxNacht’ impliceert op het eerste zicht een gelijkaardig onderscheid, eentje van licht en donker. Wie goed oplet merkt echter op dat er tussen de twee woorden een ‘x’ staat en geen ‘&’. Dag en nacht gaan hand in hand, en het is net op die momenten dat een etmaal op z’n mooist is. Denk aan zonsondergang, of aan de ochtenddauw die een nachtelijk souvenir achterlaat bij het begin van de nieuwe dag. Ook de jaargetijden zijn louter een verzinsel van de mens op basis van een opgeplakte grens, waardoor ze eigenlijk pas spannend worden wanneer ze tegen de verwachtingen ingaan. De eerste zon in de winter doet glimlachen, een frisse dag in de zomer voelt als een zegen.
Seizoensklanken is geen band die onderscheiden maakt, integendeel. Ze speelt op creatieve wijze met contrasten en mixt invloeden naar hartenlust door elkaar, wat meestal resulteert in een zoete cocktail die het hele jaar door fris smaakt. Dat doen ze bovendien met bijzonder weinig materiaal: een gitaar, twee synths en een laptop. Toetsenist Gilles Helsen toonde zich echter een professional en toverde op virtuoze wijze duizend-en-een klanken uit zijn elektronische machines, nu eens nu hiphop-beats met wereldmuziekinvloeden (‘Orient’), dan weer bijzonder dansbare house in combinatie met een jazzpiano (‘Licht!’), af en toe flirtend met de techno (‘Spectra’). Ja, de jongen leefde zich duidelijk uit. Het was vooral bij de funk van ‘Koffie’ en ‘Benoe’ dat gitarist Freek Vreys bescheiden op de voorgrond trad met passende gitaarlijnen. De rest van de set was hij eerder hofleverancier van sfeer, met postrock-gitaren ter ondersteuning van Helsens uitspattingen (‘Skyscrapers’, ‘Nxcht’). Die tweede bedankte hem tussen zijn drukke handbewegingen door terecht met erkentelijke knikjes.
Er zullen altijd mensen blijven zijn die het jammer vinden wanneer er een voorgeprogrammeerde drumcomputer zich in het spel mengt. Begrijpelijk, maar aan de andere kant moeten we meegaan met onze tijd. De percussie was tot in de puntjes uitgewerkt, met mooie details als subtiele minimal techno-geluiden, en was vaak zo complex dat een analoge drummer het niet eens alleen zou aankunnen. Bovendien boet voorgeprogrammeerde elektronische percussie veel minder aan kwaliteit in dan bijvoorbeeld een voorgeprogrammeerde gitaar. De beats waren dus dik in orde, maar mochten wel wat luider staan. Waar ze op plaat vaak het voortouw nemen, verdwenen ze in De Living vaak naar de achtergrond om plaats te maken voor de gitaar die bijwijlen dan weer iets te luid stond. Maar goed, op technische details na was er weinig tot niets op de mooie set aan te merken. We werden zelfs getrakteerd op een bisnummer in de vorm van ‘Arts/loi’, afkomstig van hun ep uit 2015, dat experimenteler en minder gestroomlijnd klonk dan ‘DagxNacht’. Het langgerekte applaus was verdiend, en het deed de jongemannen duidelijk deugd.
Helsen en Vreys zijn vakmannen die het muzikaal bijzonder goed met elkaar kunnen vinden. Hun muziek klinkt niet alleen op plaat, maar ook ook live erg fris en zou zelfs tot dansen kunnen aanzetten mits een hogere opkomst dan gisteren in De Living. Binnen de Belgische alternatieve electronica behoren ze misschien tot de eerder toegankelijke groep, wat hen een mooi vooruitzicht geeft op de toekomst. Een samenwerking met Glints of WWWater als gaststem en de jongens zijn binnen- zeg dat wij het gezegd hebben.
Lees hier onze recensie van ‘DagxNacht’
Foto’s van Lore Van Loock