Er hing iets in de lucht in de Heineken Music Hall. De mengeling van ingehouden spanning, nerveus geroezemoes en discussiërende fans in de wachtrij maakte dat de hele zaal op het puntje van z’n tenen stond toen de lichten om half negen eindelijk uitgingen. Wat voor visuele hoogstandjes zou de band bij hebben? Zouden ze er zin in hebben? En vooral: welke nummers zouden de setlist halen?
We hadden dan al een passage van Holly Herndon achter de rug, de avant-gardistische post-internet-muzikante die een meer dan logische keuze bleek als opener voor Radiohead. Haar muziek was dat allesbehalve, en we zagen heel wat gefrons en verwarde blikken bij zoveel muzikale deconstructie. Technologie leek centraal te staan en werd ingenieus in de show verwerkt: de laptop van één van de muzikanten was aangesloten op het scherm achter de groep, waarop we konden zien hoe mensen die zich op ‘Aanwezig’ hadden gezet op het Facebookevenement werden uitgelicht. Kreetjes die het midden hielden tussen ongemakkelijk en verwonderend werden geslaakt door de personen die hun publieke profiel plots geprojecteerd zagen in een zaal van ruim vijfduizend man. De bijhorende muziek was een soundtrack voor de i-generatie, een uit eentjes en nullen geconstrueerde geluidscollage die zo veel mogelijk klassieke of traditionele muziekelementen schuwde. Boeiend en bevreemdend tegelijk.
“It’s just a feeling” weerklonk een sample van Nina Simone, terwijl Thom Yorke en co hun instrumenten aangespten en ‘Burn the witch’ inzetten. Uiteraard was dat de opener, en uiteraard konden alle aanwezigen het nummer al woord voor woord meezingen. Het blijft een overweldigend gevoel, om te zien hoe snel een band en hun publiek elkaar kunnen vinden tijdens een optreden. De strijkers die op ‘A moon shaped pool’ een prominente rol innemen werden thuisgelaten, terwijl er een extra drummer werd ingelijfd om voor meer groove te zorgen. Een aanpak die werkte, al waren we toch blij dat Jonny Greenwood zijn gitaar met een strijkstok te lijf ging in de finale van het nummer en zo alsnog voor een orkestraal kantje zorgde. Ondertussen zagen we op de videoschermen achter de groep beelden die rechtstreeks werden gefilmd door een twintigtal camera’s die vanuit verschillende hoeken op de groep gericht stonden. Niet bijster origineel, maar in al z’n eenvoud wel effectief. ‘Daydreaming’ was goed voor een eerste ingetogen moment, balancerend tussen hoopgevende lichtheid en dreigende duisternis. Het leek er even naar uit te zien dat Radiohead hun nieuwste album integraal zou spelen, toen ook ‘Decks dark’, ‘Desert island disk’ en ‘Ful stop’ passeerden. In dat laatste nummer wierp de aanwinst van een extra drummer voor het eerst zijn vruchten af, met een pompende ritmesectie die vijf minuten lang de rest van de band vooruit stuwde.
Na het openingsquintet van ‘A moon shaped pool’ was het tijd voor ouder werk. Enige vorm van logische opbouw was ver te zoeken: het leek wel alsof de band z’n discografie in een afspeellijstje had gegoten en op shuffle had geduwd, al dienen er wel enkele aantekeningen gemaakt te worden bij de willekeurigheid. Radiohead leek zich te willen profileren als een band van dit millennium, en het aandeel pre-‘Kid a’ materiaal was bijgevolg laag. Geen erg, want het post-2000 repertoire bevat genoeg pareltjes, zoals ‘There there’ en een verstillende ‘Videotape’, dat echter aan impact inboette doordat het ietwat willekeurig in de setlist was gemikt. Het werd al snel duidelijk dat de groep gezwind rond de bekende singles heen slalomde en de voorkeur gaf aan nummers die bij het grote publiek iets obscuurder in het oor klinken. Het gejuich was des te luider toen ‘My iron lung’ (voor het eerst sinds 2009 weer in de setlist) passeerde en ‘Paranoid android’ werd ingezet in de bisronde. Tot zover de fanservice. Wie daar op hoopte is bij Radiohead sowieso aan het verkeerde adres, en wie had gedacht dat z’n prijzige toegangskaartje een spectaculaire visuele live-show zou zijn vol confetti, vlammenwerpers en bewegende podiumelementen kwam eveneens bedrogen uit. De nummers stonden centraal, en die klonken ronduit fantastisch in de HMH. Enige jaloezie op onze Noorderburen was op z’n plaats, aangezien ze aantoonden dat het kan: een grote zaal laten klinken als een concertzaal en niet als een betonnen bunker.
Nog opvallend: het speelplezier van de band. Ze hadden er allemaal duidelijk zin in, en Thom Yorke toonde zich van zijn meest goedlachse kant. Er werd gedold met het publiek en bandleden, en in de piano-intro van ‘The daily mail’ had York zelfs even last van de slappe lach. Een uur ver in de show haalde hij voor het eerst z’n kenmerkende dansmoves boven in een stuiterend ‘Identikit’. ‘The numbers’ leed daarna een beetje onder het gebrek aan strijkers – gestript van symfonische arrangementen klonk het vrij kaal in vergelijking met de rijke studioversie. Vervolgens werd een impressionante drumcomputer op het podium gerold, van waaraan Jonny Greenwood ‘The gloaming’ inzette, naadloos gevolgd door het stuiterende ‘Lotus flower’. Het was schuifelen met de ogen dicht, terwijl Yorke loos ging met een stel rammelaars. De liefde voor electronica werd verder tentoon gespreid tijdens ‘Everything in its right place’ en Idioteque’, waarna de gierende gitaren van ‘Bodysnatchers’ het eerste deel van de set beëindigden.
Het met fusion jazz doorspekte ‘Bloom’ mocht de behoorlijk onconventionele bisronde openen. Een greatest hits offensief bleef uit, en de voorkeur werd gegeven aan nog twee nieuwe nummers (‘Present tense’ en ‘Tinker tailor soldier sailor rich man poor man beggar man thief’), met een verschroeiend ‘Paranoid android’ ertussen. Vanop ‘In rainbows’ en ‘Amnesiac’ kregen we tenslotte nog ‘Weird fishes / arpeggi’, ‘You and whose army?’ en een betoverend ‘Reckoner’ als afsluiter. Daarmee zette Radiohead een punt achter een optreden waarmee ze hun reputatie van tegendraadse rockband alle eer aandeden. Opvallendste afwezige tijdens het optreden bleek ‘True love waits’, een nummer dat al sinds 2001 live gespeeld werd, nu eindelijk een studioversie heeft en prompt weer uit de setlist verbannen werd. Classic Radiohead. Zou de wereld een mooiere plek zijn mochten pakweg ‘Fake plastic trees’, ‘Exit music’, ‘Karma police’ of ‘Nude’ in de setlist hebben gezeten? Absoluut. Waren wij teleurgesteld na zoveel vakmanschap en zinderende uitvoeringen van minder beminde nummers? Allesbehalve.
Setlist:
Burn the Witch / Daydreaming / Decks Dark / Desert Island Disk / Ful Stop / Morning Mr Magpie / There There / The Daily Mail / My Iron Lung / Videotape / Identikit / The Numbers / The Gloaming /Lotus Flower /Everything In Its Right Place / Idioteque / Bodysnatchers
Encore:
Bloom / Present Tense / Paranoid Android / Tinker Tailor Soldier Sailor Rich Man Poor Man Beggar Man Thief /Weird Fishes/Arpeggi
Encore 2:
You and Whose Army? /Reckoner