Waar Eurosonic inmiddels dertig jaar geleden begon met een wedstrijd tussen Nederlandse en Belgische bands, is het festival uitgegroeid tot het grootste showcasefestival van Europa. Toch blijft het traditie dat er op de laatste dag wordt teruggekeerd naar de wortels die eens in Groningen begonnen te groeien. De laatste dagen verschenen er al enkele Nederlandse bands in de internationale programmatie, maar zaterdag is het op Noorderslag enkel Oranje dat telt.
Vandaag is een dag om de binnenstad even weer op adem te laten komen, ook al gaat de programmatie op de Grote Markt nog volop verder. Jett Rebel, een van de populairste artiesten in Nederland, zal het daar allemaal gaan afsluiten in de Eurosonic Open Air vooraleer de Noorderslagavond en –nacht verder gaan in de Oosterpoort. Dat doet hij een stuk minder flamboyant dan gewoonlijk. Waar eens het theatrale centraal stond, heeft de jonge multi-instrumentalist nu zijn trouwe lipstick thuis gelaten en staat hij nog net niet in pak op het podium. De nieuwe nummers klinken bovendien een stuk gezapiger dan de hits die later aan bod komen.
Op de eerste verrassing van de avond is het wachten tot de set van Haevn. Met hun breekbare popsongs, hier en daar geïnspireerd door het afwachtende van James Blake en de minuscule details van alt-J, weet het drietal de zaal terecht tot buiten te vullen. De donkere elektronica, melancholische piano en fluwelen gitaarlijnen kruipen over het publiek heen, en het duo – live aangevuld tot een viertal – doet er goed aan de muziek voor zich te laten spreken.
Dat kan dan weer niet gezegd worden van Causes. Hoewel de indiepop van de ingeweken Engelse singer-songwriter Rupert Blackman dan wel best lekker en vooral zeemzoet smaakt, is het op zichzelf allemaal niet spannend genoeg om de aandacht van de zaal erbij te houden. Waar zijn voorganger moeiteloos de zaal wist te bezweren, verzanden de ballads één na één in een donker en behoorlijk clichématig hoekje.
Terwijl in de grote zaal na luid boegeroep de Popprijs wordt uitgereikt aan New Wave, speelt PAUW (foto) inmiddels voor de tweede keer op het festival. Na een al tamelijk verwoestende intro knallen de psychrockers al even dramatisch ‘Shambhala’ de zaal in en weten ze de lat met wat volgt steeds een stukje hoger te leggen. Met de toetsen wordt een sfeer gecreëerd die zweverig genoeg is om even weg te zwijmelen, terwijl de rake, bijna vuile gitaarklappen de voeten weer snel aan de grond krijgen.
Klangstof speelde dit jaar al op enkele grote festivals als Beste Kept Secret zodat hun succes op Noorderslag geen verrassing is. Hoewel. Vorige zomer klonk het Moss-zijproject nog wat onwennig en onbeslist, een euvel dat de indieband met flukse new wave-sprongen nu lijkt te hebben overwonnen. De postrockinvloeden worden een stukje getemperd en ook frontman Koen van de Wardt heeft zich helemaal neergelegd bij zijn rol als frontman, zij het dan nog steeds een beetje onhandig.
Tijd om de boel wat op te vrolijken, moeten de surfende garagerockers van Iguana Death Cult hebben gedacht. Het viertal raast ervandoor met stampende, compacte songs die doen denken aan wat Howler een paar jaar geleden bracht. De band houdt er duidelijk wel van om die gitaren dan maar helemaal aan gort te rammen. Toch is dat niet alles wat de band in huis heeft, want blijkbaar heeft al dat rauw geweld ook nog een gevoelig kantje wanneer er plots een powerballad opduikt in de setlist.