Het zal intussen al zo’n decennium zijn dat bands met het idee op de proppen kwamen om concerten te geven waarop ze een plaat integraal spelen. Niet zelden betreft het dan ofwel hun debuut ofwel hun meest succesvolle plaat, zij het commercieel of artistiek. Het statement dat daarmee gemaakt dient te worden, is niet altijd even duidelijk. We vermoeden dat een vorm van nostalgie nooit veraf is voor de muzikanten zelf. Hoe dan ook zijn zulke tournees vaak een schot in de roos. Precies dat concept bracht The Black Heart Procession naar de Gentse Handelsbeurs.
De vroege concertganger kon vanuit de comfortabele pluche zetels die de Handelsbeurs besloten had te installeren, op gang komen met Sam Coomes. Samen met Janet Weiss, drummer bij Sleater-Kinney, vormt hij normaal het popduo Quasi. In augustus vorig jaar bracht hij zijn solodebuut uit. Wat we te zien en horen kregen, was een verbluffend optreden dat eerder als geinig dan als echt goed te omschrijven valt. Met vervormde stem speelde hij zijn liedjes op een keyboard dat ook al door de effectenmolen gehaald werd zodat het klonk als een aftands Hammondorgel uit de kringwinkel. Hij liet zich ook begeleiden door een drummachine. De set vervelde van burleske, Kurt Weill-achtige composities over spacey Spiritualized-geïnspireerde psychedelica tot wereldverbeterende John Lennon-liedjes met een hoop Connan Mockasin-allures.
Foto’s door Caroline De Meyer.
“Fifteen feet of pure white snow“, zo bezong Nick Cave ooit ingesneeuwde mensen. Hoewel we net de voorlopig warmste en zonnigste dag van het jaar achter de rug hadden, voelde het vanaf de eerste noten van The Black Heart Procession alsof we ons goedschiks of kwaadschiks in zo’n lot moesten schikken. Ware het niet dat de metafoor “als een warm dekentje” voor songs als deze zo versleten is als het paar wandelschoenen waarmee een Noor de tocht naar Santiago de Compostela aflegde, we zouden ‘The waiter’ zo kwalificeren. Met enkel een met de strijkstok bespeelde zaag, een viool, een accordeon en zachte toetsen op de piano gaf het viertal op het podium ons zulk een warm en behaaglijk gevoel dat de in de muziek hoorbare scherpe, koude wind ons niet kon deren. Bijna geloofden we echt dat zij onze enige bescherming waren tot de Sint-Bernardhonden ons zouden bevrijden. Naadloos vloeide de muziek over in ‘The old kind of summer’.
Afwisselend in blauw en rood licht nam de band de tijd om hun debuut ‘1’ uit 1998 te brengen. Dat schakelde voortdurend tussen rustige nummers en vaak door de gitaar gedragen meer up-tempo songs. Tot die laatste categorie behoorde onder meer ‘Release my heart’, waarop menige voet van het zittende publiek meebewoog. Opvallend was hoe melodieus en eenvoudig ze klonken. ‘Blue water – black heart’ vormde op die manier een van de hoogtepunten met een refrein waarop je je ‘s anderendaags betrapt dat je het nog loopt te neuriën. Tussen die balancerende en tegen elkaar uitgespeelde songs is ‘The winter my heart froze’, een instrumentaal intermezzo van nog geen minuut, een speels accentje. Wij hoorden er alvast de hand van Danny Elfman in, ook in het erop volgende ‘Stitched to my heart’. Het half luchtige, half griezelige pianospel werd omstuwd door klanken die de snijdende wind van eerder nog aanwakkerden.
Toen de plaat integraal gebracht was, riep het publiek middels luid applaus de band terug het podium op. Het dilemma waarmee de muzikanten zich bij zo’n concept geconfronteerd zagen, is natuurlijk wat je als bisnummers moet spelen. Toen Pall Jenkins ons na het eerste toegift voor het eerst toesprak, legde hij dit vraagstuk voor en verklaarde hoe zij uiteindelijk gekozen hadden voor de publiekslieveling ‘A cry for love’ en het hen in deze vreemde (politieke) tijden toepasselijk lijkend ‘The war is over’. Vooraleer we nog een derde song als afsluiter kregen, vertelde hij over hoe het duo dat de kern vormt van de band opgroeide in San Diego, nabij de Mexicaanse grens en hoe zij en hun Mexicaanse vrienden verontrust zijn door de plannen van Trump mensen te scheiden middels een muur. Die woede leidde tot een nieuw nummer, ‘Borders’, dat het verhaal vertelt van een immigrant. Naast de bijval en de sympathie die het hen opleverde, bleek het na de laatste noten ook de aanleiding voor een staande ovatie.
Democrazy programmeert de komende weken in Gent nog onder meer Briqueville (19.03), Sophia (24.03) en Swans (30.03). Hun volledige concertkalender vind je hier.