Dit weekend zijn we op Horst Arts & Music Festival in Vilvoorde te vinden. Zoals de naam al doet vermoeden draait het niet enkel om de muziek tevens om kunsttentoonstelling. Voor we de pendelbus die vertrok vanuit het station van Vilvoorde richting het terrein namen, maakten we even een tussenstop aan de iconische vijver van het jeugdprogramma d5r – gelegen in het park meteen naast het station dit om er even rustig onze dagindeling te maken. Hier vielen ons meteen al twee dingen op. Ten eerste lopen alle vier de podia constant door zonder pauzes tussen de acts, waardoor we enkele moeilijke keuzes moeten maken (vier uur lang Objekt b2b Call Super of toch een stukje Identified Patient meepikken? Eindelijk landgenoot Nosedrip eens gaan zien of toch voor de internationale act van Eris Drew gaan?). Daarnaast moeten we ook beslissen wanneer we eventjes geen muziek willen gaan bekijken om de moderne kunst tot ons te nemen. – geschreven door Daan Leber & Tobias Cobbaert, foto door Horst.
Eens we geacclimatiseerd waren aan de ASIAT-site, posteerden we ons aan de 90*360-stage voor de back-to-back-set tussen Call Super en Objekt. Die laatste is ondertussen een standaard must see geworden op elke line-up. De match met Call Super kon echter alle richtingen uitgaan aangezien die bekend staat om zijn eclectische selecties. In een heel erg lege loods, waar er bijna meer Eristoff-logo’s te bespeuren waren dan publiek, opteerde het duo initieel voor een uitdagende selectie waar het meer draaide om een goeie sfeer neer te zetten dan om meteen met de deur in huis te vallen. Percussie-gebaseerde tribal nam de leiding in het eerste halfuur, maar werd sporadisch onderbroken voor bijvoorbeeld opzwepende tracks met mc’s. Objekt tekende voor de eerste curveballs die gecounterd werden door Call Super met bass-y reggae of een track met vocals die wel wat weg hadden van Enya. Kort voor het uur besloten de twee om een versnellinkje hoger te schakelen. De tribal kreeg iets meer punch en donkere bass riddims passeerden de revue. Geen crowdpleasers dus in de start hoewel ze perfect door hadden dat het handjevol toeschouwers helemaal openstond om geleid te worden door hun selecties.
Na ons intermezzo bij de performance van het Office for Joint Administrative Intelligence, bleek het tweetal overgeschakeld te zijn naar bedwelmende technostampers. Gelukkig was het geen buffet van warehouse-rechtdoorzee-techno maar een fijne toewijding aan andere aspecten dan de kickdrum. Vooral nummers die men op voorhand van iemand als Objekt verwacht, werden goed onthaald door een toegewijd publiek. Want de kletterende acid, met in overdrive getrokken hi-hats, is misschien nog enigszins toegankelijk maar van een Roisìn Mutphy-edit kon dit iets minder gezegd worden. Extreem gebroken beats worden doorklieft door een enkele gortdroge kick, die mooi in evenwicht stond met de vervormde vocals. Naarmate de set vorderde, kwam een soort eb-en-vloeddynamiek tot stand. Enerzijds kwam meer gebruikelijke muziek de uitersten opvangen, anderzijds mocht het wel eens tot een knock-out gekomen zijn om de limieten van de toeschouwers te testen.
De laatste twintig minuten bleken wel voluit te bestaan uit uitdagende en tegelijk uiterst dansbare muziek. Via techno à la Sinjin Hawke ging het naar ratelende jungle en bassmuziek die de spiegelopstelling van het podium extreem deed trillen. Als afsluiter kozen Objekt en Call Super voor een enigszins opzichtig soulnummer desalniettemin bleek het de ideale ontlading na een uitdagende en intense vier uur. (Daan)
Horst profileert zich dus expliciet niet alleen als muziekfestival evenwel als een exhibitie voor moderne kunst. Dit komt vooral aan bod in de vorm van enkele ruimtes waar artiesten hun werk tentoonstellen. Bovendien vormt één van de stages ook af en toe als podium voor een streepje performance art. Wij pikten het spelletje post-catastrofische bingo van Office for Joint Administrative Intelligence mee. Alle aanwezigen kregen op voorhand een lotje toegestoken, waarna een quizmaster willekeurige nummers trok om een meerkeuzevraag aan te stellen. Het leeuwendeel van deze vragen ging over samenzweringstheorieën en andere “harde waarheden” waar de mens zich niet voldoende van bewust is of over een hardcore homo-erotische pornofilm die blijkbaar in de Antwerpse Kennedytunnel geschoten is.
Als prijzen konden de aanwezigen dan overlevingspakketjes voor post-apocalyptische scenario’s winnen (die voornamelijk alcohol bevatten) waarbij de hoofdprijs een glazen kalasjnikov gevuld met wodka was. Door de combinatie van maatschappijkritiek enerzijds en humor en alcohol anderzijds leek het collectief vooral de draak te willen steken met de mentaliteit van mensen die enkel feesten en echte problematieken zoveel mogelijk negeren. Leuk om over na te denken, maar wij waren vooral blij dat Daan voor de allerlaatste vraag gekozen werd en zo twee flesjes likeur won waardoor we toch eens iets konden drinken waarvoor we niet extra moesten betalen omdat onze Payconiq-app niet werkte. Misschien heeft de organisatie juist hierdoor zijn punt wel dubbel bewezen. (Tobias)
De codewoorden bij Identified Patient waren donker, traag en bezwerend. De ruggengraat van de set bestond zoals verwacht uit lagere bpm’s dan de gemiddelde set op Horst. Via een fikse brok industrial wist de Nederlander na verloop van tijd een heel schurende trance op te wekken. Toch mocht er ook gedanst worden. Om de zoveel nummers passeerde nu weer met synths beladen new wave of energieke postpunk-achtige geluiden, om je vervolgens opnieuw de duisternis in te sleuren. De “rejoice in despair” die ontstond tussen dj en publiek bleek dan ook uitermate geschikt voor de industriële setting waar Horst zich afspeelt. (Daan)
Tussen de sets van Objekt b2b Call Super en Ceephax Acid Crew pikten we nog een stukje mee van Mama Snake. Daar kunnen we vrij kort over zijn; de Deense DJ bracht harde four-on-the-floor techno die even subtiel was als het gigantische Eristofflogo achter haar dat de DJ-booth sierde. Voor de meerwaardezoeker viel er niet enorm veel te beleven, wie gewoon zin had in een complexloos feestje kwam hier echter zeker wel aan zijn trekken. (Tobias)
Eén van de amusantere raves van de dag werd verzorgd door Ceephax Acid Crew. De muziek van de man klinkt vaak alsof hij ze uit een Fisher Price-instrument tovert. Het is echter net dat goedkope geluid waar hij zijn grootste sterkte van maakt. Hij contrasteert zijn vrolijke melodietjes met droge kicks en nodigt zo uit tot opgewekte danspasjes. Dat Andy Jenkinson zichzelf volledig bewust is van het kolderieke karakter van zijn muziek bleek uit zijn foute raversbrilletje en zijn mondharmonica die hij regelmatig bovenhaalde. Soms vielen de kleurrijke klanken weg ten voordele van onvervalste, smerige acidtonen, maar waren het de melodieuze momenten die ons het meest deden bewegen. Hoogtepunten waren toen hij halverwege een opzwepende discobeat in de mix liet horen en het laatste nummer dat klonk als een middeleeuwse trouwmars. (Tobias)
Aan de set van Nosedrip had ik me ten slotte aanvankelijk wat mispakt, want ik dacht dat de man voornamelijk ambient draaide. Rustig uitbollen na Ceephax Acid Crew bleek er dan toch niet in te zitten, want toen ik aankwam op de Feathers-stage hoorde ik de bassen al gonzen. Nosedrip bracht een set die voornamelijk bestond uit ietwat psychedelische doch dansbare techno. De ambient die ik aanvankelijk in gedachten had kwam toch nog enigszins aan bod in de vorm van rustgevende waves die de dansbare kicks vergezelden, waardoor je zelf de keuze kon maken of je wilde weg zweven dan wel de dansbenen strekken. De muziek had een erg nachtelijk gevoel wat goed tot z’n recht kwam op de semi-openluchtstage waarbij de gigantische opgehangen discobal fungeerde als onze maan. Naar het einde van de set toe ging het BPM wat omhoog en smeet de Stroom-labelbaas enkele oldschool ravetunes richting het publiek, waardoor de nevelige sfeer wat verloren ging maar we wel op een relatief intens hoogtepunt onze eerste Horstdag konden afsluiten. (Tobias)