Veel leren jassen en verticale kapsels in de Botanique gisteren, waar The Subways hun vierde titelloze album kwamen voorstellen. Het was hun vierde optreden in de Brusselse zaal in hun tienjarige bestaan en dat werd stevig gevierd.
Dune Rats mochten het publiek opwarmen. Het Australische trio bracht punk met een overmaat aan gekke bekken. Aanvankelijk kon dat hier en daar op sympathie van het publiek rekenen, maar naarmate de show vorderde werd het meer en meer ergernis. Dat één van hun vrienden het grootste deel van het optreden met een camera over het podium rende om de grimassen van de band vast te leggen deed uitschijnen dat Dune Rats meer met hun imago bezig waren dan met hun muziek. Een t-shirt van Black Flag dragen maakt je nog geen punk.
The Subways en Dune Rats speelden op 11 maart in Botanique te Brussel. Xavier Marquis ging op pad om een reeks foto’s te maken, Mattias Goossens schreef een verslag.
Niet dat The Subways de clichés omzeilden. Ze deden dat echter met zoveel enthousiasme en ogenschijnlijke oprechtheid dat het nooit stoorde. Opener “We don’t need money to have a good time” gaf meteen een goede samenvatting van de rest van de avond: rechtoe-rechtaan postpunk die de mosterd haalt bij de Britse scene uit de jaren tachtig. Bassiste Charlotte Cooper liet haar roze coupe heen en weer schudden terwijl gitarist Billy Lunn zich opwerkte als publieksmenner die alle trucjes uit het boek meester is. Op en neer springen, om ter luidst roepen en crowdsurfen: het publiek ging in alles mee.
De complexloze muziek leende zich dan ook perfect voor een rockfeestje. Ondanks de onderlinge inwisselbaarheid van de nummers verveelde de band nooit dankzij de tomeloze energie waarmee ze speelden. Het is net dat livegevoel dat ontbrak op hun jongste langspeler, die vrij onopgemerkt voorbij ging binnen de muziekwereld. De beste momenten van het optreden speelden zich dan ook af tijdens meezingers afkomstig van hun oudere werk (‘Celebrity’, ‘Oh yeah’ en vooral ‘Rock ‘n’ roll queen’). Lunn deed halverwege een mooi gebaar naar zijn broer en vaste drummer Josh Morgan die bij het begin van deze tour last kreeg van angstaanvallen en vervangen werd. “Get better soon Josh” schreeuwde iedereen, en je geloofde dat hij het kon horen. Naar het einde toe dreigde alles wat eentonig te worden, wat goed werd opgevangen door Cooper meer naar de voorgrond te schuiven als tweede stem. Zo gaf ze in ‘Taking all the blame’ en ‘Girls & boys’ een welkome scheut dynamiek in het slotstuk van de show.
Nee, voor weltschmerz moest je niet in de Botanique zijn. Om samen met je makkers rond te springen en bier over je te krijgen waren The Subways dan weer wel een perfecte avondvulling. Dat kwam extra goed tot uiting in de langgerekte afsluiter ‘It’s a party’. De band gaf mee deze zomer op heel wat festivals te staan, dus bij deze weet je waaraan je jezelf kan verwachten.
Lees hier onze review van ‘The subways’
De Botanique programmeert binnenkort onder andere Hanni El Khatib (17.03), Purity Ring (8.04) en Yuko + Dans Dans (16.04). Een volledig overzicht, tickets en info vind je hier.