Foto’s door Bart Vander Sanden
2012 moet hét jaar van Kasabian worden: met hun nieuwste langspeler ‘Velociraptor’ mikken de Britten meer dan ooit op een groot publiek, aan de overzijde van het Kanaal zijn ze hotter dan hot en ook in onze contreien groeit hun fanbasis langzaam maar zeker aan. Wie daar nog aan twijfelde werd woensdagavond duidelijk in het ongelijk gesteld: in een uitverkocht Koninklijk Circus werd Kasabian ontvangen door een laaiend enthousiaste menigte. Frontman Tom Meighan en co deden de rest: de zaal vanaf de eerste seconde bij de keel grijpen en ze niet meer loslaten. Game, set, match: zonder veel verrassingen hebben wij meteen onze favoriete liveband voor de komende jaren gevonden.
Bovendien brachten ze een uitstekend voorprogramma mee: Belakiss is volstrekt onbekend, maar bracht een bijzonder smaakvolle en enthousiaste set. Hun psychedelische rock deed wat denken aan het Kasabian uit de begindagen, toen de jongens uit Leicester nog voluit kozen voor een mysterieuze sound waarin psychedelica meer dan ooit centraal stond. Anno 2012 klinkt Kasabian opvallend anders: vlakker, meer mainstream gericht en met een hoofdrol voor aanstekelijke refreinen en larger-than-life melodieën. Er is echter geen band die daar zo goed mee wegkomt als Kasabian. Ze zijn het levende bewijs dat ook een indieband pur sang kan uitgroeien tot een groter geheel zonder daarbij hun eigen, innemende sound te verliezen. Live is dat niet anders: met een schitterende plaat als ‘Days Are Forgotten’ als opener hadden ze slechts enkele seconden en noten nodig om de hele zaal uit hun hand te laten eten.
De songs werden niet allemaal even strak gespeeld, maar de overgave en rauwheid lieten weinig aan de verbeelding over. Neem nu de heerlijk vuile uitvoering van ‘Shoot The Runner’: er zijn er maar weinig die zo poëtisch kunnen vuilbekken als Tom Meighan. Bovendien is de man een uitstekend volksmenner. Met een nogal idiote zonnebril lijkt hij op een foute kruising van Bono en Liam Gallagher, maar hij hitst het publiek op zoals slechts weinigen dat kunnen. Tussendoor grapte hij met z’n bandleden en eerde hij recent overleden popdiva’s (“Whitney Houston, see you on the other side”). Niet dat de hele band rond hem draait: wanneer gitarist Sergio Pizzorno de zang en leiding overnam, zoals in onder meer het uitstekende ‘Take Aim’, verloor de groep geen greintje aan uitstraling. Pizzorno, wiens kapsel en kledij doet vermoeden dat hij er in Woodstock 1969 al bij was, nam moeiteloos Meighans taak over en maakte ererondes over het podium als ware het een voetballer die een applausvervanging krijgt.
Wat blijft er nog over naast de randanimatie en opvallende figuren in deze band? Een hele batterij aan fantastische songs. De baslijn in de van psychedelica doorspekte knaller ‘Club Foot’, de opzwepende beat van ‘Underdog’ of het razend snelle gitaarritme van ‘Fast Fuse’: stuk voor stuk om van te smullen. Met ‘Misirlou’ werd er nog een vleugje Pulp Fiction op geslaagde wijze gecoverd, en uiteraard werd er ook uitgebreid geplukt uit ‘Velociraptor’: de titelsong en ‘Re-wired’ klonken als instant klassiekers. Maar ook de iets tragere songs kwamen aan bod: ‘La Fée Verte’ en ‘Goodbye Kiss’ waren de zeldzame momenten waarop de zaal niet in brand stond, maar overtuigen deden ze net zo zeer als al de rest.
Dé hoogtepunten werden bewaard voor het afsluitende vierluik. Met het uitvoerig meegebrulde deuntje van ‘L.S.F. (Lost Souls Forever)’ werd naadloos overgegaan tot de bisronde. Een encore bestaande uit drie songs die dé essentie van deze band samenvatten: alle drie moordend aanstekelijk, maar telkens op een iets andere manier. ‘Switchblade Smiles’ klinkt als ‘Club Foot’ anno 2012, met een hoofdrol voor beukende synths en een springerig ritme. In ‘Vlad The Impaler’ staat de aan hiphop schatplichtige zang centraal, waarvoor Kasabian tekent sinds de vorige plaat ‘West Ryder Pauper Lunatic Asylum’. En dan is er uiteraard nog het geweldige ‘Fire’, een song waarvan je je afvraagt hoe het mogelijk is dat ze 25 jaar geleden nog niet werd geschreven. Een song gemaakt voor grote stadions, maar ook het kleinere Koninklijk Circus werd ermee tot een kookpunt gedreven.
Het lijkt er meer dan ooit op dat Kasabian nu pas een echt gezicht gevonden heeft. Hun live setting staat er alvast als een huis. Met een bom van een setlist, een zelfverzekerde doch sympathieke uitstraling en een denderende lichtshow die duidelijk niet ontworpen is voor epilepsiepatiënten, hadden ze weinig moeite om het Koninklijk Circus anderhalf uur om te toveren tot een heksenketel. Het is wat ons betreft een kwestie van tijd voor ze de grotere zalen van dit land kunnen inpalmen. Ze zijn ervoor gemaakt en ze verdienen het. Wij twijfelen er dan ook niet aan de weide van Rock Werchter eind juni volledig van hen zal worden.
Kasabian live zien kan binnenkort op volgende datums en plaatsen:
28.02 Lille, Zénith Aréna – Info & tickets
03.03 Amsterdam, Heineken Music Hall – Info & tickets
30.06 Werchter, Rock Werchter – Info & tickets
Album verdeeld door Sony Music