Eerste weekend van april, dat betekent naast eens in de zoveel tijden paaseieren rapen en voor muziekliefhebbers eveneens BRDCST Festival. Het indoor ontdekkingsfestival in en rond de zalen van de Ancienne Belgique beslaat weer drie dagen vol alternatieve muziek. Gisteren tekenden onder meer Kode9, Tim Hecker, Tom Skinner en Taqbir voor de hoogtepunten. Foto’s door Ismaël Iken.
Steve Gunn staat twee keer op BRDCST dit jaar, wederom een graag geziene gast die net als James Holden, terug keert. De creatieve man van duizend-en-één projecten mocht dag twee op gang trappen samen met David Moore (Bing & Ruth). Hoewel de twee elkaar pas sinds kort kennen en met elkaar musiceerden onder het pas uitgebrachte ‘Reflections vol. 1: let the moon be a planet’, leek het gisteren alsof de twee al twintig jaar samen jammen. Hoewel hun partijen bij momenten vrij ingenieus overkwamen, bij momenten zelfs wat weghebbend van post-rock, leken Gunn en Moore zich absoluut van geen kwaad bewust. Tussen de songs door hield het hen, lang uitgeschoven op zijn stoeltje evenmin tegen om wat te grappen of in anekdotiek te vallen.
Voor wie nog niet bekend was met Bloedneus & de Snuitkever, nee, Lukas De Clerck maakt geen deel uit van Kleine Crack’s VHS-collectief die gisteren optrad. Maar wat een klok van een naam wel. De Clerk bespeelt de aulos, een blaasinstrument bestaande uit twee rieten pijpen die hij dan tegelijkertijd bespeelt. Dat alleen al klinkt indrukwekkend. Het zorgde voor, hoewel hij solo speelde, dat er steeds een soort gelaagdheid in zijn muziek schuilde. Bij sommige passages nam het ene instrument het voortouw, op andere momenten waren die in harmonie. Dat schransen, schuren zorgde voor een heerlijk bezinnend moment tussen alle drukte van het festival door. De Clerk kon bij afloop op heel wat appreciatie rekenen van het publiek.
Het regent nieuwe releases op BRDCST, want ook Tim Hecker kwam op het festival nieuw werk voorstellen. ‘No highs’ is na ‘Konoyo‘ en ‘Anoyo‘ nog eens een echte Hecker-plaat avant la lettre geworden. Een donkere ambient en drone plaat omwikkeld met impressionante texturen die dansen tegen de sterren op. Hoewel het buiten nog ideaal terrasjes weer was en je in Brussel over de koppen kon rennen, was de grote zaal van de Ancienne Belgique gehuld in duisternis. Enkel de silhouette van Hecker kon je dankzij de summiere belichting opmaken.
In tegenstelling tot het album werd tijdens het concert naar de tweede helft van het concert toegewerkt naar een soort hoogtepunt. In het eerste deel van het concert was hier en daar wel nog ruimte voor wat ambient soundscapes, maar die vervaagden naarmate de tijd vorderde. De bassen weerklonken daarbij steeds vervaarlijker en steeds helser. Hecker gaf daarbij echter geen krimp en stoomde door tot het einde.
Met Tom Skinner (Sons Of Kemet, The Smile) op het programma stond er trouwens een Belgische première geafficheerd. Het was volgens Skinner de eerste keer dat hij en z’n band het Europese vasteland aandeden in deze bezetting. Hij bracht overigens een fraai kransje uit de Londense scene mee als gezelschap waarbij vooral saxofoniste Chelsea Carmichael indruk maakte. Het concert bestond overigens uit twee delen, al pasten de twee zowel qua concept als stijl prima naast elkaar. Skinner’s nieuwste eptje ‘Voices of Bishara’ passeerde namelijk de revue – voor inspiratie stootte de Brit op de albumtitel van free improvisation cellist Abdul Wadud. Die zijn muziek kleurde dan weer het tweede deel van het concert waarbij Skinner en co tracks speelden uit zijn enige uitgebrachte album ‘By myself’.
In de Club mocht Steve Gunn een tweede keer aan de bak. Ditmaal nodigde hij saxofoniste Zoh Amba uit. Op elektrische gitaar bood Gunn dreiging in de explosieve manier waarop Amba op haar sax tekeer ging. Op het ene moment zou je de denken dat Gunn haar uitdaagde, andere momenten alsof hij haar uitnodigde en begeleide. Hoewel Gunn enkele keren in z’n spel toenadering zocht, bleek dat voor Amba totaal niet het geval. Ze leek een beetje in haar eigen wereld te zijn verkeerd, soms met ogen gesloten. Gunn aanschouwde en nam, ondanks dat zijn gitaar veel luider stond afgesteld, nooit de bovenhand. Amba’s spel was verschroeiend en temperde nauwelijks – wat na verloop van tijd omwille van de intensiteit van haar spel wat vermoeiend werd om te blijven aanschouwen.
De Amerikaanse percussionist Sarathy Korwar heeft zijn ritmes graag in een schrijnend rotvaart (‘Kal means yesterday and tomorrow’ en ‘That clocks don’t tell but make time’). Steevast dansbaar, dat wel maar aan een waanzinnig tempo. Sinds vrijdag ligt ‘KAL’ in de rekken, al stond gisterenavond het in 2022 uitgebrachte ‘Kalak’ centraal. Waar ‘KAL’ hier en daar de kaart van jazz fusion durft trekken, lag de nadruk op de show van gisteren nog net iets meer op de roots (India) van Korwar. Met een titel als ‘Utopia is colonial project’ spreekt het maatschappelijke evenwel tot de verbeelding, al is dat in zijn muziek niet zo zeer op te merken.
Toch was ‘Remember Begum Rokheya’ zonder twijfel één van de hoogtepunten uit zijn set. Dit omdat het een ode bracht aan uit Bangladesh afkomstige feministe wiens werk en activisme pas vele decennia later de erkenning kreeg die het verdiende. Via een simpele melodie die werd meegezongen en geklapt, zorgde het even voor een samenhorig gevoel.
Het hele weekend kun je Taqbir bewonderen in de Club. Een opvallende, maar zeer gewaardeerde keuze. In de wandelgangen en hal werd gisteren nog gesproken over de show van vrijdag, en dus konden we gisteren absoluut niet achter blijven. De volkomen vrouwelijke formatie uit Marokko serveerde punk met een hoofdletter en maakte van de Club een hoenderhok. Het duurde wel even vooraleer alle leden op het podium stonden, maar eens frontvrouw Aicha haar microfoon had gevonden, was er niémand die de band kon tegen houden om hun loeiharde muziek op een uitzinnig publiek los te laten. Afspraak om acht uur vanavond in de Club voor een rematch?
Even stoïcijns als Tim Hecker eerder op de avond, zo knalde Kode9 zijn gespannen mix de Ancienne Belgique in. De Schot presenteerde gisteravond ‘Escapology’, zijn nieuwste album waarbij ie een ruimtehaven in Sutherland laat bouwen en van daaruit ons richting het oneindige katapulteert. Bij aanvang sputterde het schip enigszins wat, maar eens we ons in de kosmos bevonden schakeerde Kode9 van genre naar genre. Ik noteerde kuduro, gqom, post-club en industrial, idm, footwork en minimal techno. Op papier zegt dat weinig, al toont het wel de vaardigheid waarmee de Schot zijn, vooral, overweldigende muziek op iedereen aan elkaar mixte en via de visuals ons op een trip bracht die zonder twijfel tot één van de hoogtepunten van het festival mogen gerekend worden.
Vandaag vindt de laatste dag van BRDCST plaats. Vandaag staan onder meer Gaye Su Akyol, MDC III en Hatis Noit op het programma. Meer informatie en tickets vind je hier.