“Is het terecht dat de derde van It It Anita vernoemd is naar hun producer? Het is maar te zien wat de mannen voor ogen hadden. Sauvé lijkt alleszins zijn stempel te drukken op het geluid van deze plaat. Enkele nummers ver valt het namelijk op dat ‘Sauvé’ vrij gepolijst en minder bruut klink, waardoor ze iets makkelijker in het oor lijkt te liggen. De ingrediënten – een stevige ritmische muur, gierende gitaren en zangpartijen die emoties goed weten te capteren – blijven overeind, al worden ze strakker in het gelid gehouden.”
“Op haar tweede langspeler diept Angèle haar vrijzinnige mix van chanson français, dance-pop en r&b verder uit. Het klankenpallet is ietsje breder opengetrokken, al weet Angèle de juiste balans steeds te behouden. Bovendien is de productie wederom chef’s kiss. Iedere song blijft als honingzoet in je oren kleven. Ze schrijft verder veel opener over de dingen die op haar lever liggen. Die oprechtheid appreciëren we. Al is het voornamelijk de manier waarop ze dat doet die ons finaal over de streep trekt. Wat kun je eigenlijk nog meer van een popalbum verwachten?”
“…De band lijkt bijna spelenderwijs door ritmesecties en genres te fietsen waar je alleen maar van kunt genieten. ‘Opal’ is een debuut dat de tijd nodig heeft om in je opgenomen te worden, maar waar je telkens dingen kunt in blijven (her)ontdekken. Op zo’n jonge leeftijd al zo’n eerste plaat afleveren, daar kun je alleen maar bewondering voor hebben.”
7. Kleine Crack – OF GA DOOD
In de wereld van Kleine Crack staat VHS niet voor “video home system” maar voor “vampieren, heksen, spoken”. Met een duivelse grijns schuift de Antwerpse rapper zijn videotape vol obscure horrorfilms in de cassettespeler, en zijn soundtrack vol donkere hiphop doet de spinnenwebben in elke hoek van de kamer trillen. Je hebt het niet van ons gehoord, maar door de gangen van ons spookhuis wordt wel eens gefluisterd dat Kleine Crack de boeiendste hiphopstem van ons land is. De Brusselse rapscene siddert en beeft, want zo’n rappende horrorfanaat als Kleine Crack kennen ze in onze hoofdstad nog niet. (Tobias)
6. Stuff. – T(h)reats
De Gentenaren van Stuff. lijken voor ‘T(h)reats’ nog meer in hoogtes en laagtes te werken. Niet qua kwaliteit, die blijft onveranderd hoog, maar qua tempowisselingen, veranderingen in textuur en moeilijkheidsgraad. Hun jazz lijkt met de jaren alleen maar verder weg te drijven in een kosmos waar de grenzen van elektronica-infused jazz geen grenzen meer kent. Zo is ‘Waksi’ een slow burning psychedelische-jazz banger, terwijl ‘Kwibus’ zijn titel met grotesk klinkende synths die alle kanten op vliegen niet gestolen heeft.
“‘Sand’ is de metafoor voor een soort rusteloosheid, wachtend op iets zonder te weten wat, en daardoor het onvermogen om in het hier en nu toe leven. Die ongeduldigheid horen we heel duidelijk terug op het album. ‘Sand’ lijkt eerder de uitlaatklep waaruit zo veel mogelijk creatief materiaal moet ontsnappen. Het blaast ons omver, maar dan eerder als iets te sterk en te snel, dan iets verwonderend.”
4. Stikstof – Familie boven alles
“… Het was onvermijdelijk dat ‘Familie boven alles’ toch ietwat anders ging klinken dan zijn voorganger ‘Overlast‘. In tussentijd kwam Zwangere Guy met drie verschillende soloalbums. Hij brak elk kot af waar hij passeerde en leerde de legende (en een hoop instagramposts) ons dat er jaren duchtig aan het album geschreven en gewerkt werd. Het mag gezegd zijn: dat hoor je. ‘Familie boven alles’ laat een groep horen die gefocust is en veel geschaafd heeft aan zijn geluid.”
“Op ‘Montbray’ timmert Sylvie Kreusch een innemend debuut in elkaar. En dat met maar één overstemmend thema: liefde. Nummers laveren er van heerlijk meeslepende pop die verrijkt worden door strijkers of gedempte pianoklanken waar Kreusch’s prachtige stemgeluid haar gang kan laten gaan. Elders kunnen alle remmen, niet alleen letterlijk maar ook figuurlijk, los. Ze is zonder omkijken in haar own lane en daar kiest ze resoluut zelf voor. Als we niet beter zouden weten, kroonden we het album als een Belgische grand cru. Al werd de teerling geworpen in een Noord-Frans dorpje waar van wijn telen nauwelijks sprake is. Maar toch.”
“…De probleemloosheid waarmee Sky H1 schakeert van moody jungle op ‘Topaz’ richting ambient trance, weightless nummers is verbazingwekkend. Bovendien weet de artiest je nooit echt op je lauweren te laten rusten. Veel ambient-getinte nummers hebben bijvoorbeeld een soort horror-achtige edge zoals de manier waarop ‘Blade’ begint. Het knappe is dat Sky H1 dit alles in een compact geheel heeft weten te gieten.”
1. Nala Sinephro – Space 1.8
Sommige debuutplaten komen compleet uit het niets en andere zie je dan weer van een afstand en mits veelbelovende singles op je afkomen. Nala Sinephro’s debuutalbum valt in dat eerste vakje. Het heeft op onze redactie enige tijd geduurd voor we Sinephro’s prachtige ‘Space 1.8’ op onze radar kregen. Al bezweken we collectief vrij snel voor het innemende harp- en saxofoonspel dat op de plaat centraal staat. De cascade zwerft van dream-like ambient jazz op opener ‘Space 1’ richting spacey psychedelica op ‘Space 3′ en iets dat in Miles Davis’ tijd misschien in zijn electric era had kunnen passen op ‘Space 6’. Het zijn vlagen van brilliance die moeiteloos hun eigen (kleine) plekje krijgen op de spaces die Sinephro aan ons presenteert.
Toch verraadt het lonken naar de tracklist stiekem de magie die in ‘Space 1.8’ schuilt. Laat Sinephro je dus maar gerust meevoeren en beroeren in haar wondere wereld waar schattige field recordings en sporadisch ingezette emotieve synths vrijwel even belangrijk zijn als het drumwerk.