20. Gabriel Rios – Flore
De singer-songwriter met oh-zo herkenbare tedere stem is na een heel lange pauze terug van weggeweest. Tussen ‘This marauder’s midnight’ en ‘Flore’ is er een leeftijdsverschil van bijna 8 jaar. Een eeuwigheid, in ons muzieklandschap. Al bewijst Gabriel Rios met deze plaat dat hij nog steeds één van de strafste schrijvers van ons land is. Hoogtepuntjes troef op deze melancholieke kroniek. Als we er toch eentje moeten kiezen dan is het waarschijnlijk ‘La torre’ waar hij wordt bijgestaan door Devandra Banhart of de titeltrack waar Rios wordt begeleid door zwevende ambient soundscapes.
“Slow Crush brengt met een uitgekiende eigen sound een aantrekkelijk album dat niet meteen zijn geheimen prijsgeeft. De plaat heeft enkele luisterbeurten nodig om zich te laten bevatten. Het album bevindt zich ergens tussen droom en nachtmerrie, de luisteraar kan voor zichzelf uitmaken naar welke kant het afhelt, al wijzen de sombere teksten vaker dan niet richting zwaarte.”
18. De Beren Gieren – Less is endless
Als tita-woordkunstenaar brengt Fulco Ottervanger solo sinds eind 2019 ludieke synthpop. Dat project is zo opgeblazen dat je bijna zou vergeten dat de man evenwel bij jazzbands als bovenstaande en Stadt fungeert. ‘Less is endless’ is alweer de vijfde in de bands rijtje en moet qua niveau niet onderdoen voor ‘One mirrors many’ of ‘Dug out skyscrapers’. Integendeel, ondanks de karakteristieke aard van hun kamerjazz, kan het trio een zeer filmische (‘Moments never a moment’) dan wel overweldigende, bijna drukkende sfeer oproepen (‘Animalcules’ of ‘Gentse leugentjes’). Nummers als het maar liefst 18 (!) minuten durende ‘A random walk’ of ‘Stress als optie’ laten dan weer die lichtvoetige kant zien Ottervanger zien.
“De debuutlangspeler van Mooneye is een sterke binnenkomer voor een band die ongetwijfeld nog zal groeien. ‘Big enough’ gaat over opgroeien en alles wat daarbij hoort. Toch presenteert het zich zo op een herkenbare en universele manier door middel van aanstekelijke indie pop-nummers met een ziel.”
16. L’Or Du Commun – Avant la nuit
Brussel boven! L’Or Du Commun is een van de zovele snoepjes die de hoofdstad te bieden heeft op het vlak van hiphop en rap. Hoewel ze al een tiental jaar meedraaien, breken ze nu pas door. Het trio, bestaande uit Swing, Primero en Loxley, brengt met ‘Avant la nuit’ een meer dan waardige opvolger uit voor ‘Sapiens’ uit 2018. Caballero, Roméo Elvis, Zwangere Guy en Lous and the Yakuza komen eens langs in de studio en dat levert vuurwerk op. ‘Avant la nuit’ is hun officiële coming out party. In april komen ze (als God het belieft) naar de AB, tickets gaan voor net geen 30 euro in de grote zaal. Dan ben je geen kleine vis meer. De enige reden waarom deze plaat niet hoger in de lijst is, is omdat ze in het Frans rappen. Zonde. (Bert)
15. Mattias De Craene – Patterns for (a) film
“‘Patterns for (a) film’ maakt het ongelofelijk makkelijk om beelden bij de muziek te schilderen in je eigen fantasierijk. Daarmee is het opzet van De Craene ongetwijfeld geslaagd en levert elke luisterbeurt voor de luisteraar een nieuw picturaal en muzikaal avontuur op.”
14. Jan Swerts – Oud zeer
Het concept, inspiratie en inhoud van ‘Oud zeer’ spreekt voor zich. Jan Swerts liet zich via enkele wandelingen langs kerkhoven inspireren op het maken van deze plaat. Toch vervalt ‘Oud zeer’ niet in de zwartgalligheid van het einde van het leven. Ambient, klassiek en zijn bijna toefluisterende manier van zingen vinden op de plaat een mooie symbiose om zowel naast als met elkaar te bestaan.
13. Nabou – You know
De debuutplaat van Nabou, het project omtrent trombonist- en bandleider Nabou Claerhout is er eentje die transcendeert. Claerhout wordt daarbij bijgestaan door heerlijke baslijnen van Trui Amerlinck, de uitgebreide drumpatronen van Mathias Vercammen en het fraaie gitaarspel van Roeland Celis. Hoewel dit nog maar nét de start van Claerhout’s carrière inhoudt, gonst het album van knappe passages en lijkt het potentieel om verder te reiken dan onze Belgische bodem groot. Stand-out nummer is overigens zonder meer ‘Black light’.
12. Dans Dans – Zink
“Wie ‘zink’ vrij vertaalt naar het Engels, komt bij ‘Blue silver’ uit. Het blauw-wittig metaal is vrij stabiel. Dans Dans’ ‘Blue silver’ is dat niet. De gitaarriffs worden onrustig afgebroken en de gitaarsolo lijkt het resultaat van op tilt slaande handen. ‘Anemone’ voelt warmer aan door de exotisch-getinte drums, maar belandt snel in onrustig oceaanwater door de donkere repetitieve bas en onheilspellende gitaarstukken. Dockx’ gitaar kan elk moment alle kanten uit schieten, het gebeurt echter zo natuurlijk dat je het zonder meer accepteert. Ook het negen-minuten durende ‘Ravine’ verbeeldt een eclectische excursie, van een een jazzy proloog tot een post-rock gevecht tussen Dockx en Cassiers.”
11. MONOMONO – Icon
“Op hun debuutalbum laat Monomono een techno-geluid horen dat misschien niet meteen door de boxen van de nachtclubs zal schallen. Het is echter wel het perfecte materiaal voor eenzame luistersessies in het holst van de nacht. Het sonische verhaal van de vrouwen die men een stem tracht te geven is niet altijd even rechtlijnig. Al zorgt dat vaak net voor het boeiendste resultaat.”