30. Sudan Archives – Home maker
In een jaar dat eindelijk gespaard werd gebleven aan al die vervelende coronamaatregelen, toonde Sudan Archives aan dat thuisblijven net zo leuk kan zijn. “I cry when I’m alone”, zingt ze over een strakke drum en handgeklap. Waarna ze verder gaat in het refrein: “All these people don’t know/That I deal with all of these doubts”. Toch verdrinkt het nummer niet in de droefenis. Het heeft zelfs een therapeutisch effect en biedt iedereen kracht op eenzame avonden. (Ewout)
29. King Hannah – Go-kart kid (hell no!)
King Hannah werkte minitieus aan debuutplaat ‘I’m not sorry, I was just being me’. Dat zorgt ervoor dat bijna elk van de 12 nummers in deze lijst had kunnen belanden. De trage en rokerige opbouw van ‘Go-kart kid (hell no!)’ is exemplarisch voor de uitgekiende sound van King Hannah, de meezingbare ‘hell no!’ en de gitaareruptie op het einde maken deze ‘Go-kart kid’ zo onweerstaanbaar verrukkelijk. (Jonas Vda)
28. Fontaines D.C. – Jackie down the line
Fontaines D.C. week tijdens de pandemie uit naar Londen, iets wat voor een band die zo hard met zijn thuisstad Dublin verweven is, voor heel wat interne wrevel moet gezorgd hebben. Veel songs op ‘Skinty Fia’ staan dan ook nog steeds in teken van Ierland en z’n hoofdstad. Zo ook ‘Jackie Down the Line’: de titel verwijst naar Jackeens, wat een Ierse, neerbuigende benaming is voor mensen die van Dublin afkomstig zijn. Met z’n grauwe sfeer, en zijn enerzijds aanstekelijk en anderzijds van hartstocht doorspekte refrein is ‘Jackie Down The Line’ één van de hoogtepunten op Fontaines D.C.’s laatste plaat. (Lowie)
27. Billy Woods – Remorseless
Er hangt een bijzonder melancholische sfeer rond de herhalende synthlijn in Billy Woods’ ‘Remorseless’. Zuinige drums en stemsamples vervolledigen de beat waarop de Amerikaanse rapper reflecteert over geschiedenis en wijsheid alsof hij enkele eeuwen oud is. Woods brengt intussen al twintig jaar lang albums uit, maar bewijst met zijn laatste album ‘Aethiopes’ dat zijn hoogdagen nog lang niet voorbij zijn. Een voorbeeld van een wijsheid van de (toch niet zo) oude man: “I’m not concerned with generational wealth, that’s its own curse / Anything you want on this cursed Earth / Probably better off gettin’ it yourself”. (Ismaël)
26. Alvvays – Pharmacist
‘Pharmacist’, openingstrack van Alvvays eerste album in vijf jaar ‘Blue Rev’ is even energetisch als dromerig. Golvende gitaarriffs maken dat de indiepop zelfs naar shoegaze aanleunt. “Now that you’re here, I want to wake up on the right side/Looking back, getting out of neutral, new track”, begint zangeres Molly Rankin. Al eindigt het nummer erg brutaal, maar eerlijk: “It’s alright, I know I never crossed your mind“. (Ewout)
25. Yeah Yeah Yeahs – Spitting off the edge of the world (feat. Perfume Genius)
Van een comeback gesproken: Yeah Yeah Yeahs zetten zich zelf helemaal terug op de indiekaart met ‘Cool it down’. Daarop staat met ‘Spitting off the edge of the world’ de – toch ietwat verrassende – samenwerking met Perfume Genius, die wonderwel werkt. Dramatisch, slepend en groots: hopelijk blijft deze joint venture niet eenmalig. (Jonas Vda)
24. Weyes Blood – It’s not just me, it’s everybody
Hoe de eerste zanglijnen van dit nummer me telkens weer kippenvel geven, is ongelofelijk. Als een hartverwarmend dekentje dat je steeds aandoet om je beter te voelen wanneer het even minder gaat. De strijkersarrangementen blijven onaangeroerd en mogen hun wonderlijke zelve blijven zijn. Na ‘Titanic rising’, nu dus ook op ‘And in the darkness, hearts aglow’. Natalie Mering struint een heel theater af om pas na een minuut of drie met het refrein te komen – en dus de conclusie van het nummer. Balls. (Yannick)
23. FKA Twigs – Papi bones (feat. Shygirl)
Met ‘Caprisongs‘ presenteerde FKA Twigs een lossere, maar evenzeer persoonlijke, sound die in sterk contrast staat met haar eerder werk. ‘Caprisongs’ is opgevat als een mixtape, doorspekt met anekdotes van vrienden, die vooral plezier en zomer uitstraalt. Misschien wel dé meest exemplarische track van dat gevoel is ‘Papi bones’. Dancehall-connaisseur Movie Star Johnny bouwt via een typische MC-toast de spanning op. Wanneer de beat dan invalt, krijgt die een bezwerende en ritmische uitlaatklep.
Het dancehallritme doet meteen stramme knoken losgooien. Wanneer dan ook nog eens de hoge falsetto van Twigs en de raps van Shygirl zich dooreen weven, stijgt het nummer naar een nog hoger niveau. FKA Twigs schudt op ‘Caprisongs’ alle ballast van zich af, zonder dat dat zwaarmoedig wordt. Integendeel, met nummers als ‘Papi bones’ roept ze de onbezorgdheid van de zomer in als tegengif. (Daan)
22. Black Midi – Eat men eat
‘Eat men eat’ is een single op wat met ‘Hellfire’ gerust een conceptalbum genoemd mag worden. Op die plaat wordt in ieder nummer het spotlight gericht op een nieuw personage en diens persoonlijkheid en historie. In deze single start het verhaal met twee mannen op zoek naar hun vrienden, waarna ze botsen op de chagrijnige kapitein van de mijnwerkers. Hij spreekt zijn werkers toe op hun laatste grandioze eetmaal voor ze terugkeren naar hun families. “Eat, men, eat!”. Opeens vallen de gedrogeerde mijnwerkers comatoos neer, waarna de kapitein hun magen opensnijdt en hun maagzuur afpompt om te gebruiken voor zijn duur en gegeerd wijnrecept.
De samenzwering wordt onthuld aan de twee mannen en dus trekken ze ten strijde tegen de kapitein. De ene sneuvelt, de andere slaagt en de demonische kapitein brandt op in een laatste tirade. Waar hij op homofobe wijze de man vervloekt tot eeuwige verlammende maagzuuroprispingen. “You fucking faggots ain’t seen the last of me yet. I’ll have the last laugh, you cunts, soon you’ll see. Each day you wake, and each night you sleep. I’ll be camped in your chests, burning! Burning!”. Dit alles gescandeerd op de tonen van een compositie die in delen tederzacht en in andere chaotisch en hels is. Als Black Midi ooit een roman schrijft, zullen wij zeker in de rij staan. (Louis)
21. Beach House – Only you know
Ondanks dat dit inmiddels legendarische dreampopduo uit Baltimore al een aantal klassiekers op hun naam heeft staan, en bijgevolg ook niets meer te bewijzen heeft, kwamen ze dit jaar aanzetten met het ambitieuze dubbelalbum ‘Once twice melody’. Eén van de hoogtepunten daarvan, vind je terug op de tweede elpee (of ‘Chapter three’ om iets preciezer te zijn). Het grandioze ‘Only you know’ is een van de meest rockende nummers uit de ruime catalogus van Beach House geworden, en geeft ‘Once twice melody’ wat scherpe randjes mee.
Qua sound, had dit donkere nummer makkelijk een overblijfsel kunnen zijn van de vorige langspeler ‘7’. De organische, uptempo live drums geven de song de nodige drive, terwijl de synths en het etherische gitaarwerk voor de trippy factor zorgen – een light-versie van shoegaze als het ware. Victoria Legrands bitterzoete lyrics tillen het dromerige geheel vervolgens tot in de stratosfeer. Pure bliss. (Martijn)
20. Alex G – Runner
De eerste van twee ‘God save the animals’-nummers en wellicht het meest toegankelijke. Laat je echter niet misleiden door de zomerse, meezingbare refreinen die Indie-rocker Alex G zo speels laat klinken. De duisternis in de naar drugs- en huiselijk geweld-verwijzende teksten borrelt namelijk zo sterk op dat Giannascoli zelf het begint uit te schreeuwen: “I have done a couple bad things“. Als leadsingle kan deze schijnbaar luchtige uitschieter wel tellen. (Anton)
19. Alex G – Blessing
Een totaal andere song dan het hierboven vermelde ‘Runner’, uit dezelfde plaat. ‘Blessing’ opent met een shot lawaaielektronica. Vervolgens fluistert Alex G creepy over een kordate ritmesectie en kille gitaren à la Slint. De donkere pianotoetsen die later invallen doen denken aan de jonge, wilde jaren van Nick Cave. Vanuit het niets duikt een repetitief streepje synthesizer op, dat even abrupt weer ophoudt, en zo de song afsluit. Door dat plotse einde wil je méér. De repeatknop is snel gevonden. (Frederik)
18. Porridge Radio – Back to the radio
Zoals wel vaker bij Porridge Radio, ontstaan de songs van deze Britse indie-band uit frustraties of onzekerheid. ‘Back to the radio’, dat de eerste single was van hun dit jaar uitgebrachte lp, gaat in het bijzonder over frontvrouw Dana Margolin die niet goed weet hoe ze moet omgaan met verwachtingen. Die nervositeit hoor je meteen terug in Margolins zang in de intro, enkel door zichzelf begeleid op gitaar. Langzaam maar zeker krijgt ze meer zelfvertrouwen en dienen de andere instrumenten zich aan, waarbij de bijna kinderlijke keyboard-melodie voor de catchy hook zorgt. Wanneer Margolin eindelijk het refrein inzet, resulteert de meesterlijk opgebouwde spanning in een stevige climax die steeds heviger wordt. Margolin haalde zelf Coldplay aan als referentie omdat ze vond dat haar songs naar stadion-rock begonnen te neigen, maar daar zijn ze gelukkig nog een aantal lichtjaren van verwijderd. (Martijn)
17. Nilüfer Yanya – Midnight sun
‘Painless’, zoals Nilüfer Yanya haar nieuwste langspeler doopte, is een vrij ironische titel. Het is namelijk een vrij donker album geworden, waarin de singer-songwriter op een bloedeerlijke manier zingt over de negatieve invloed die haar omgeving op haar zelfbeeld heeft. Eén van de mooiste voorbeelden daarvan is ‘Midnight sun’, een nummer waarin Yanya beschrijft hoe het voelt om te beseffen dat je omgeving je klein probeert te houden. Toch is het niet allemaal kommer en kwel, want de tekst gaat evenzeer over de drang om je tegen die negatieve invloeden te verzetten. Vandaar het beeld van de middernachtszon, als een licht dat je door het duister naar betere tijden leidt. (Tobias)
16. Kendrick Lamar – The heart part 5
Kendrick Lamar had het geduld van z’n fans al even op de proef gesteld toen hij in 2020 eindelijk verschillende festivaloptredens aankondigde die een voorbode leken te zijn voor nieuwe muziek. Een welbekende pandemie gooide echter roet in het eten en dat nieuwe werk volgde ook niet. Het bleef lange tijd stil rond de rapper, tot hij dit jaar ineens mysterieus een kale website op z’n socials postte, oklama.com. Enkele weken later volgde dan eindelijk een nieuw nummer in zijn The Heart-reeks, wat steevast de aankondiging van een nieuw Lamar-album voorafgaat.
Anders dan sommige andere nummers uit die reeks is het eentje geworden waar we nog regelmatig naar blijven teruggrijpen. ‘The heart part 5’ is een fantastische rap-triomf over beroemdheid, persoonlijke twijfels en de Afro-Amerikaanse gemeenschap, onder meer verteld vanuit het perspectief van verschillende van z’n voorbeelden. Het nummer vormt een overtuigende bevestiging van iemand die na bijna vijf jaar te zijn weggeweest nog steeds de “greatest rapper alive” mag genoemd worden. (Lowie)