30. Hudson Mohawke – Cry sugar
Dat ‘Cbat’ op TikTok viral ging als het “Reddit sekslied” blijft één van de meest bizarre internetgebeurtenissen van het jaar. Nieuwe fans hebben met ‘Cry sugar’ meteen een goeie instap en gevarieerd overzicht in het ondertussen rijkgevulde oeuvre van HudMo. Die zullen meteen merken dat subtiliteit niet meteen het handelsmerk is van de Schot.
De veelal bombastische nummers putten wel uit een variëteit van genres. Uiteraard ligt de hoofdinvloed bij Britse rave, met hoogtepunten als gabberstomper ‘Bicstan’ en het aan Charlotte Adigéry doen denkende ‘Dance forever’. Maar ook andere genres dienen als inspiratie. Soulstemmen worden chipmunkvocals (‘Behold’), gospel wordt hiphopgewijs opgeknipt (‘Some buzz’), maar vooral de (UK) raveinvloeden vallen op. In plaats van die ongemoeid te laten, draait en keert Hudson Mohawke zijn samples tot een bombastisch, euforisch en triomfantelijke viering van zijn reeds lange carrière. (Daan)
29. Bladee – Spiderr
De meest recente albums van Bladee werden door een subgroep van de harde fans niet echt positief onthaald, omdat “Bladee te vrolijk klinkt”. Die haters kunnen echter hun hartje ophalen aan ‘Spiderr’. Zonder de psychoanalyticus uit te hangen, is uit de lyrics wel duidelijk dat de rapper wat zaken te verwerken had. Op ‘HAHAH’ sluit hij af met een ironische “i’m doing great, i’m doing great”. Alsof de tracktitel ‘I AM SLOWLY BUT SURELY LOSING HOPE’ nog niet genoeg hints gaf, dan doet de scheurende noise van de song dat wel. Toch is het niet allemaal kommer en kwel. Wie wat dieper graaft, vindt een rapper die zonder taboe over donkere momenten praat, zonder die op te hemelen, maar te aanvaarden als de andere kant van de medaille. (Daan)
Hoewel ‘Tinkerbell’ vooral een verzameling concepten is, haalt Palmistry toch onze albumlijst. Op de uitgewerkte schetsten schuift hij nog meer weg van de bijzondere kijk op dancehall. In plaats daarvan komen instrumentals geïnspireerd op UK Garage en 2-step (zoals ‘Niche 2 divine’ of ‘Raider’). Voeg daar de typische Palmistry emo-autotune, trancegeluiden en internetrave, en het wekt geen verbazing op dat er dan Drain Gangers en Sad Boys hun opwachting maken. ‘Brexia’ roept meteen associaties op met de huidige situatie in het Verenigd Koninkrijk, en muzikaal lijkt dat ook de bedoeling. Het nummer klinkt alsof Yung Lean en Palmistry Crystal Castles onder handen nemen. Op dé standout van het album, ‘Bad vibes’, brengt Palmistry dan weer Bladee en Isabella Lovestory samen voor een catchy popfeestsong die zich meteen in je hoofd nestelt. Sommige nummers smeken om een gefocuste producer, maar de ideeën zoals Palmistry hier voorschotelt, blijven sterk genoeg op zichzelf. (Daan)
27. King Hannah – I’m not sorry, I was just being me
In het begin van dit jaar stak er een nieuwe indiesensatie de neus aan het venster: Hannah Merrick en Craig Whittle brachten in februari ‘I’m not sorry, I was just being me’ uit. Kort daarna waren ze te zien in De Kreun in Kortrijk, Trix in Antwerpen en enkele maanden later ook op Pukkelpop. Wat al goed is op plaat, wordt nog beter live. Het duo wordt bijgestaan door drummer Jake Lipiec en bassist Dylan Gorman. Alles op ‘I’m not sorry…’ bouwt geduldig op om af en toe uit te barsten in een viriel gitaargeschruwel waarvan het haar op je armen recht komt te staan. De muziek van King Hannah heeft er baat bij genuttigd te worden in schemerdonkere ruimtes waar mysterie zegeviert. (Jonas Vda)
26. Iceboy Violet – The vanity project
Sommige tapes zijn volwaardige albums, bewijst Iceboy Violet. In slechts 24 minuten presenteert die acht nummers. Die zijn echter zo opeengepakt, dat een enkele sound of een korte overgang bijna als volwaardige track telt. Over, tussen en onder die geluidsbrij stromen de artificieel klinkende raps op zoek naar connectie en plaats.
Dat die zoektocht niet vanzelfsprekend blijkt, komt terug in de productie. Neem bijvoorbeeld ‘Antiskeptic’, dat uiteenbarst in brute noise, maar tegelijk ritme blijft behouden. Het kan ook de andere richting uit. Op het hoogtepunt van het album, ‘Vanity’ sluipt Iceboy Violet agressief-seductief rond, terwijl de instrumental de genrelimiten van grime en hiphop moeiteloos openrekt. (Daan)
De Amerikaanse producer Brian Leeds blaast zijn synth-gebaseerde muziek onder de alias Huerco S. nieuw leven in met strakke drums. Terwijl hij begin vorig decennium experimenteerde met textuurvolle house, klinkt hij dit jaar met ‘Plonk’ meer als IDM en abtracte breakcore. Drums zijn lang niet overal aanwezig: ambient tapijten en lange synthesizermijmeringen kleuren het merendeel van deze plaat. Het is ongelooflijk hoe veelzijdig en tegelijk uniform Huerco S. hier klinkt. Zo geeft de opener melodische verwijzingen naar de rest van de plaat, en vinden we dezelfde sonische texturen in ‘Plonk IX’ en ‘Plonk IV’, het ene een vage rapschijf, het andere een abstracte clubcut. (Ismaël)
24. Caterina Barbieri – Spirit exit
Als elektronische tovenares Caterina Barbieri haar schatkist vol verstrengelde synthesizers, modulators, oscillators, etc. in gang laat schieten, is het best een half dagje uit te rekken om de steeds muterende soundscapes volledig tot hun recht te laten komen. ‘Spirit exit’ mag dan net iets minder beklijvend zijn dan voorganger en uitschieter ‘Ecstatic computation’ maar met nummers als opener ‘At your gamut’ verdient het op zijn minst zijn uurtje aandacht. (Anton)
Yeule probeerde het rustiger aan op ‘Glitch Princess’, maar moest niet aan intensiteit inboeten. Gedetailleerde pixelsynths en ijl cyborggezang zijn de steutelelementen op hun laatste plaat. Hyperkinetisch gedreun is ingeruild voor sereniteit en virtuele landschappen. Een waarlijk posthumaan portret. En voor degenen die dat niet genoeg vinden, is er nog altijd het ambient slotnummer van bijna vijf uur lang. (Laurent)
22. Lander Gyselinck & Zwangere Guy – Pourriture noble
Zwangere Guy en Lander Gyselinck leerden elkaar enkele jaren terug kennen en grapten toen onder elkaar dat Guy zijn Stikstof en Gyselinck zijn STUFF. de krachten moesten bundelen als Stikstuff. Van die samenwerking kwam er uiteindelijk nog geen afgewerkt nummer aan de oppervlakte, maar de nationale hiphop- en jazzgrootheden namen ondertussen wel met hun tweetjes een album op. Op het knappe ‘Pourriture Noble’ ruimden ZG zijn harde verzen veelal de plaats voor berusting, introspectie en muzikale intermezzo’s. De symbiose tussen de twee uiteenlopende muzikanten komt het mooist tot z’n recht op het zeven minuten lange en ontwapenende ‘Verlies’. (Lowie)
21. caroline – caroline
Het debuut van dit achtkoppige Britse orkest is niet voor één gat te vangen. Single ‘Good morning (red)’ is nog toegankelijke emoricana, maar op de rest van de plaat horen we voornamelijk avant-gardistische folk, met afwisselend postrock- en emo-invloeden. De muziekstukken zijn vaak abstract en repetitief. Er wordt regelmatig aangezwollen en muzikaal ontregeld – de finale van ‘Engine’ klinkt als een battle tussen Captain Beefheart en Sonic Youth. Er zijn klassieke violen, maar minstens evenveel lawaaierige. Als er in koor wordt gezongen, klinkt Caroline als een commune. Er is ook ruimte voor stilte. Tijdens lofi-opnames op aftandse akoestische gitaren, lijk je soms de houten vloer te kunnen horen kraken. Prachtdebuut. (Frederik)