Vorig jaar stipten we in onze gitaarlijst al graag aan dat de diversiteit is doorgedrongen tot de diepste krochten van onze pompende Marshall-versterkers. Het puriteinse, elitaire randje is stilaan succesvol afgeschuurd van de zes snaren. En maar goed ook, want hoe blijft een genre fris en fruitig bestaan zonder voortdurende influx van nieuwe personages, achtergronden en invalshoeken? Of: waarom zijn (bijna) alle grote lettertype namen van Graspop bejaard terwijl er ook in dát genre zo veel jong talent welig tiert? Wij zijn echter geen gedragspsychologen, onderzoekers der massapsyche, noch geriaters. Toch gokken wij er met plezier op dat we ons persoonlijk (kiezel)steentje bijdragen met onderstaande smeltkroes.
En wie beter om zo’n lijstje af te trappen dan Lil Yachty. Yachty, in een vorig leven mumblerapper, die een pyschedelische rockplaat maakt. Ongetwijfeld dé verrassing van het jaar. Tenminste, die tekst rolde al bijna vers van de woordpers tot ik besefte dat André 3000 niet zo lang geleden een ambient fluitalbum uitbracht als solodebuut. Yachty zag dus zijn fameuze loef afgestoken worden, al zal de immer vrolijke artiest uit Atlanta daar waarschijnlijk prima mee kunnen leven.
Van verassingen gesproken: Spotify (ja, die vuile dieven waar ik dringend een alternatief voor moet zoeken) liet me weten dat ik veel en graag naar crank wave luister. Daarbij doelden ze niet op mijn steeds verder gaande staat van aftakeling en bijhorende zuurtegraad. Wél gaat het over de opgang van een moderne variant van postpunk. Je weet wel, Joy Division anno 2023. Vorig jaar zat ons lijstje er al mooi mee volgepropt. Onder andere het weergaloze Fontaines D.C., of het uitermate uitstekende ‘Cave world’ van Viagra boys stonden bovenaan ons lijstjes vol lievelingen.
Dit jaar is de invloed op de lijst zo mogelijk nog uitgebreider, met oudgedienden Protomartyr (‘Formal growth in the desert’) op een verdiende vierde plaats. De experimentelere posties van Model/Actriz strandden zelfs op het zilver. Algiers en Squid gingen sterk door op hun toch al indrukwekkende elan Shame bracht dan weer met ‘Food for worms‘ wat extra post-rock bij hun post-punk. Post crank, iemand?
Voor wie zijn woede graag wat trager verpakt heeft, fietste HEALTH nog steeds boos tussen industrial en noise, waarbij Nine Inch Nails nooit veraf is. Een trend die Jane Remover graag verder zette – zij het met de nodige hyperpop in de mix gegooid. En voor wie na dit alles wat beduusd achterblijft en zoiets heeft van: “Ja zeg, ik ben wel bóós, maar ook verward, en ik wil wel snel, maar ook traag? Denk ik?!“. Voor u hebben we Liturgy in de aanbieding. Black metal voor de ziel. Wij blijven er ook nog steeds verward bij achter. En als je nu nóg niet tevreden bent en iets hebt van: “Ja, is wel goed, maar ik heb zo liever Swans ofzo.“. Goed nieuws, ‘The beggar’ van de band was gewoon weer ouderwets belachelijk goed. Iedereen blij!
Intussen zouden we bijna vergeten dat boos zijn niet de enige legitieme emotie is bij het aangrijpen van een gitaar. Gelukkig zijn daar de ongekroonde meesters van de weemoed. Black Country, New Road bracht ons ‘Live at Bush Hall’, een live plaat die feitelijk hun nieuwe studioplaat is. Nadat hun fenomenale debuut ‘Ants from up here‘ op plaats één strandde in onze gitaarlijst vorig jaar, besefte zanger Isaac Woods dat zoiets nooit meer te evenaren viel, en stapte hij prompt op. Resultaat: de resterende bandleden namen elk de microfoon ter hand, penden nagelnieuwe nummers en namen die pronto in één take op. Verder voorzag dEUS ons van de nodige Belgische weemoed, immer ingekleed in een hoopvol jasje. Blur liet zien dat áls ze een comeback maken, dat dat niet zomaar is.
Resteren ons nog de twee langste albumtitels, beiden inclusief gratuite gebruik van puntkomma, beiden twee voor de prijs van één. Er is King Gizzard & The Lizard Wizard’s pompende, stomende, klimaatapocalyptische magnum opus ‘PetroDragonic apocalypse; or, Dawn of eternal night: an annihilation of planet earth and the beginning of merciless damnation’. Trash metal omgesmolten tot withete broeikaswoede. En tenslotte, de gouden plak voor Yves Tumor, die met ‘Praise a lord who chews but which does not consume; (or simply, hot between worlds)‘ naar onze bescheiden mening zijn beste tot nog toe maakte. Hoe overtref je jezelf als je al een meesterwerk achter je naam hebt staan? Je maakt het gewoon nóg beter.