Geen genre zo eclectisch als jazz. Of het nu free, fusion, nu of acid is… Allemaal hebben ze hun plekje onder de zon. Jazz is de laatste jaren aan een serieuze opmars bezig en die opmars zet zich ook door bij ons. Niet zelden spitsen we onze oren. De tijden van Miles Davis en John Coltrane mogen dan wel definitief voorbij zijn. Een nieuwe garde jonge wolven staat zowel in het binnen- als buitenland klaar om het genre alle eer aan te doen. Door Bert Scheemaker en Yannick Verhasselt.
Dit jaar gaan de bloemen naar Nubya Garcia. De Londense saxofoniste nam voor het eerst als bandleider het heft in handen. ‘Source’ is een bescheiden meesterwerkje geworden, eentje die de tand des tijd moeiteloos lijkt te zullen doorstaan. Eveneens is het een ijkpunt in de evolutie van de bloeiende Londense scene. Vanuit de Britse hoofdstad kwamen dit jaar ook Tom Misch & Yussef Dayes, Duval Timothy, Shabaka & The Ancestors, Oscar Jerome en Moses Boyd op het voorplan. Makaya McRaven herwerkte bovendien Gil Scott-Herron’s ‘We’re new again’ terwijl Antoine Pierre Urbex Electric een ode bracht aan Miles Davis.
Elders verdienen oude rotten als Laraaji, Idris Ackamoor & The Pyramids en Sun Ra Arkestra eveneens een vermelding. Kamasi Washington spendeerde dan weer zijn lockdown samen met Terrace Martin, 9th Wonder en Robert Glasper en richtte Dinner Party op. Voorts deed Moor Mother bij Irreversible Entanglements wat ze het beste kan; prangende maatschappijkritische poëzie brengen onder leiding van immer bezwerende mix van avant-garde en free jazz. Jeff Parker (Tortoise) bracht dan weer een verrassend interessante jazz fusion plaat uit waarbij hij de basisstructuur zelf inspeelde op gitaar en nadien samples aan toevoegde.
Daarnaast brachten Angel Bat Dawid & Tha Brothahood een vlijmscherpe live-opname uit van een show in Chicago en zorgde HHY (met The Kampala Unit) voor dé verrassing op het beruchte Nyege Nyege Tapes. De Portugese producer werkte samen met enkele lieden van het label om een onheilspellende mengeling tussen ambient, dub en avant-garde uit te brengen. Daartegenover was het debuutalbum van Keleketla! (een collectief uit Zuid-Afrika) één van de meest amusante albums met invloeden uit kwaito en afrobeat.
Hier in ons Belgenlandje moeten we echter niet onderdoen. Nordmann koos voor een stijlbreuk en ging full ambient. Dijf Sanders trok voor zijn plaat richting Zuid-Azië terwijl Sumi, Schntzl of Paard. het dichter bij huis hielden. Iets meer gevestigde waarden in ons rijke jazzlandschap zoals Glass Museum of Commander Spoon bevestigden het afgelopen jaar. Ten slotte ging in afwachting van een nieuwe Stuff.-plaat Lander Guyselinck eventjes solo als Hihats in Trees.