Psycho 44 is na zeven jaar terug met een nieuwe plaat. De ruige punkmuziek blijft behouden, maar elektronische elementen doen nog meer hun intrede. We spraken frontman Gaelian Lahaye over de het maakproces, de inspiraties en de samenwerking met producent Thomas Valkiers.
Het was lang wachten voor een teken van leven van de band. Er zaten exact zes jaar, drie maanden en vijf dagen tussen het debuut en ‘Unreality I’. “Je eerste plaat is bijna altijd een collectie van demo’s en jams. Voor het tweede album moesten we terug van nul beginnen. Ons schrijfproces is redelijk traag. Iemand komt naar de repetitie met een idee en we maken het samen af. Ik vind het beter dat iedereen betrokken is en dat we er langer over doen, dan dat we iets rushen. Wij zijn ook heel kieskeurig en wilden niet in herhaling vallen. We experimenteerden met elektronische elementen en dat moesten we onszelf nog aanleren. Nu hebben we iets waar we trots op zijn. We zijn er muzikaal en technisch op vooruitgegaan.”
Twee maanden voor de release van het album bracht de band de single ‘Tastemaker’ uit, een punkknaller die het verhaal vertelt van Carol. Is ze misschien de muze van Lahaye? “Het is een fictief personage. Ze is een metafoor voor ons centraal thema, namelijk de invloed van sociale media. We zijn heel erg geïnteresseerd in de digitalisering van de maatschappij. Het klinkt Orwelliaans, maar het gebeurt dat mensen in een introspectieve bubbel zitten. Carol staat symbool voor influencers die een soort tweede leven leiden. Veel van wat die mensen online zetten is geen reflectie van wie ze zijn. Het is een verzameling van leuke momenten die heel hard uitvergroot worden. Zij schetsen een onrealistisch beeld. De grens tussen wat echt en vals is, is aan het vervagen.”
Natuurlijk hangt alles af van de interpretatie van het publiek. Een sentiment dat Lahaye wel kan beamen. “We proberen subtiel te zijn. Het is een beetje zoals het nummer ‘Every breath you take’ van The Police. Dat is voor veel getrouwde koppels het nummer van de openingsdans geweest. Dat nummer gaat eigenlijk over een stalker. Sting vindt het wel interessant dat mensen daar hun eigen ding van maken en voor ons geldt hetzelfde.”
‘Unreality 1’ is voornamelijk een luide, grove rockplaat. Pas op het laatste nummer laat de band haar stille kant zien. ‘Solitude in paradise’ begint met een kalme melodie die naar het midden toe uitbarst in het geraas dat we van Psycho 44 gewend zijn. “In Japan is er een fenomeen genaamd hikikomori. Dat zijn jonge mannen die zich compleet afsluiten van de maatschappij. Meestal door zaken als faalangst of een teveel aan werkdruk. Mensen leven steeds meer in hun eigen wereld, maar in Japan is het echt extreem. De enige communicatie die sommigen hebben met de buitenwereld zijn heel obscure internetfora. Ik vond het wel passend om daarover te schrijven. De songtekst past heel goed bij de onderliggende muziek die heel klein en breekbaar is. Het is iets totaal anders dan wat we normaal doen.”
Lange tijd was er discussie over wie de nieuwe plaat zou produceren. Lahaye is een grote fan van Steve Albini. De gerenommeerde producer werkte eerder al samen met Raketkanon en Cocaine Piss. Psycho 44 besloot het dichter bij huis te zoeken. “Thomas Valkiers is altijd nauw betrokken geweest. We hadden eerst gemaild naar Albini en enkele andere producers. Die waren echt wel enthousiast, maar hun prijs is natuurlijk niet min. We moesten ook heel strikt hun werkwijze volgen. Na vele gesprekken vroegen we ons af waarom we het niet gewoon aan Thomas zouden vragen. Hij heeft de technische kennis en snapt wat we willen doen. Hij is een keigoede producer voor de prijs die hij vraagt. Hij had al veel werk geleverd voor rockbands, maar had nog weinig ervaring qua electronica. Hij luistert daar veel naar, maar dat soort muziek produceren was nieuw voor hem. Al bij al heb ik er er geen seconde spijt van, hij heeft dat echt goed gedaan.
Psycho 44 speelt op 7 maart samen met The Guru Guru in Aarlen en komt in April naar Beringen.