Drie jaar geleden brachten vijf muzikanten uit het Limburgse Houthalen-Helchteren een ep’tje uit. Een jaar later werd Whispering Sons een van de meest opmerkelijke winnaars van Humo’s Rock Rally. Houthalen-Helchteren werd ingeruild voor Brussel, de ep voor een langspeeldebuut. Naar aanloop van de release van ‘Image’ hadden we een gesprek met frontvrouw Fenne Kuppens en gitarist Kobe Lijnen.
Ten tijde van de ep stond de band nog in de kinderschoenen. Sindsdien is hun sound op verschillende vlakken gegroeid, onder meer door samen te werken met producer Micha Volders (Meteor Musik, El Guapo Stuntteam) en technicus/co-producer Bert Vliegen (Teen Creeps, Sophia): “De expertise van Micha ligt bij synthesizers en elektronica. Hij heeft ons daarin veel bijgebracht. Concreet zijn bijvoorbeeld de akoestische drums een grote verandering. In het verleden sloegen we altijd op een elektronisch bakje en werkten we met samples. Ze hebben ons vooral uitgedaagd. Dat merk je op het laatste nummer: ‘No image’ is door hun inbreng helemaal een ander nummer geworden.”
‘No image’ is tevens Fennes favoriet: “Ik kan er niets aan doen, ik word nog altijd emotioneel van dat nummer.” Niet alleen de sound is uitgediept, de hele plaat klinkt bozer en donkerder. Dat komt onder meer omdat de nummers, in tegenstelling tot die van de ep, uitvoerig live zijn getest én deels live werden opgenomen. Volgens Kobe is dat een groot verschil: “De plaat is niet puur live opgenomen maar we hebben sommige nummers wel samen ingespeeld, met een beperkt aantal overdubs.” Fenne vult aan: “We hebben een beetje afgewisseld omdat sommige nummers die live-intensiteit konden gebruiken, zoals ‘Hollow’, ‘Waste’ en ‘Dense’. Door de nummers vaak live te spelen, maak ik me steeds bozer op het publiek. Zo wordt het intenser.”
Whispering Sons heeft dan ook de reputatie ongelofelijk hevige shows te spelen. Dat heeft zijn invloed op de bandleden: “Sommige shows zijn heel confronterend. Andere voelen dan weer goed, ik kan niet uitleggen waarom dat wisselt. Ik heb vaak na een optreden even tijd nodig om te bekomen, net omdat het zo intens kan zijn.” Kobe ervaart het anders: “Ik schreef de muziek vaak in periodes van frustratie. Als je het nummer dan live speelt, geraak je die gevoelens kwijt. Het wordt dan altijd een overwinning op de frustraties. Ik haal dan ook het grootste plezier uit het spelen van de meest intense nummers, zoals ‘Got a light’ en ‘Hollow’”
De intensiteit zorgt ervoor dat de pers enthousiast strooit met woorden als “exorcisme”, “bezetenheid” en “demonen”. Uiteindelijk besluiten Kobe (“Ik kan me wel aanstellen maar dat is niet op hetzelfde niveau”) en Fenne dat het inderdaad aan de frontvrouw ligt: “Ik heb niet echt in de hand wat er allemaal op het podium gebeurt. Ik word altijd heel boos. Misschien ben ik inderdaad bezeten door de duivel. Shit. Ik probeer achteraf geen filmpjes te bekijken, dat wil ik gewoon niet zien.”
De stad Brussel ligt volgens Fenne aan de basis van de boosheid en van de vervreemding. “Ik vind Brussel een moeilijke stad. Het was in het begin heel moeilijk om me hier thuis te voelen. Er is zoveel chaos en ik hou wel van structuur. Daarom kreeg ik een gevoel van vervreemding en van afstand ten opzichte van de buitenwereld. Dat komt heel fel terug in de plaat. In die zin is ‘Image’ gewoon een beetje bozer, omdat ik ook bozer ben.” Fenne woont ondertussen al drie jaar in Brussel, Kobe twee. “Het was wennen, maar het wordt steeds beter.”
Het album is dan wel een antwoord op de buitenwereld, op leven in de hoofdstad, ‘Image’ is niet direct maatschappijkritisch: “De maatschappij heeft een bepaalde invloed op wat ik schrijf, maar alles blijft heel persoonlijk.” “Het is eerder de maatschappij die een ruimte schept waarin je je begeeft”, vult Kobe aan. Dat strookt met de duiding bij het nummer waarnaar de groep zich vernoemde: ‘Whispering sons’ van de Deense band Moral. Een Nederlandse journalist zocht contact op met de ondertussen begraven Deense band. Het nummer bleek te draaien rond Beat Generation – schrijver William S. Burroughs: “The whispering sons were men who – unlike Burroughs – expressed themselves indirectly and discretely (…) artists like David Bowie, John Cage, Robert Fripp – and especially Brian Eno (…) they had a subtle, intricate and slightly roundabout way of expressing what it was all about.” Net zoals de Belgische Whispering Sons, dus. “We hebben een schone naam gekozen, he.”
‘Image’ sluit met de negatie van de titel, het nummer ‘No image’. In tegenstelling tot het aarden in Brussel, lijkt het alsof het met het gevoel van vervreemding niet goed afloopt: “‘No image’ is een nummer zonder resolutie, zonder oplossing. Het begint spannend, dan komen alle instrumenten erbij waardoor je denkt dat het ergens naar opbouwt. Uiteindelijk blijft ‘No image’ echter hangen op die laatste noot en blijf je achter in een grote leegte. Ik heb zelf nooit echt nagedacht over wat de conclusie van de plaat zou zijn, ik denk dat de conclusie is dat er geen bestaat.” Of het nummer ook live als laatste gespeeld wordt, hoor je zaterdag in AB Club.
‘No image’ komt uit op vrijdag 19 oktober. Wie een ticket kon bemachtigen, kan een dag later terecht in AB Club voor de uitverkochte releaseshow. Voor wie te laat was, speelt Whispering Sons op 24 oktober in De Kreun. Na een Europese tour komt het vijftal in december terug naar ons land met shows in Genk (Sinnersday, 01.12), Turnhout (Club Kuub, 08.12) en Gent (De Centrale, 14.12).