Toen The Van Jets in 2004 Humo’s Rock Rally wonnen, werd hen een gouden toekomst voorgeschreven. In een lichting met Absynthe Minded, Madensuyu en de inmiddels wereldberoemde Milow kaapten ze zonder gêne de eerste plaats weg. Hun debuutplaat Electric Soldiers ging ontzettend vaak over de toonbank en de band speelde op de beste festivals van België. Met hun nieuweling Cat Fit Fury beogen The Van Jets de definitieve doorbraak in België en bescheiden successen in het buitenland. We spraken de bandleden voor hun try-out in Hypnoiz @ joc Ieper, terwijl hun gitarist Wolfgang inmiddels het beste van zichzelf gaf met Waldorf.
Indiestyle: Laten we beginnen bij het begin. Jullie zijn echt bekend geworden na jullie winst in Humo’s Rock Rally, wat toen naar verluidt jullie vijfde optreden was. Hadden jullie toen gedacht dat jullie nu zo ver gingen staan? Of hadden jullie lagere verwachtingen?
J: Goh ja, het winnen van Humo’s Rock Rally geeft je een startschot hé. Een wildcard, zeg maar. Echt gedacht dat we zo ver gingen staan tegenwoordig, deden we niet, mede omdat we er nog niet echt een beeld van hadden. Het was gewoon cool dat we wonnen.
M:Je weet natuurlijk wel dat er iets gaat veranderen, dat het sowieso een grote impact zal hebben op je muzikale carrière, maar wat die verandering precies inhoudt, weet je op dat moment niet.
J: Ik kan wel zeggen dat het ondertussen loopt zoals we hoopten. We groeien langzaam naar die top toe en eerlijk gezegd hadden we niet gedacht dat dit anders zou zijn.
Indiestyle: Inderdaad, je zegt het zelf. Jullie zijn geleidelijk aan gegroeid als band. In welk opzicht heeft dat jullie geholpen?
J: Je bedoelt wellicht dat we nog niet echt een megahit hebben. Dat helpt ons wel op de één of andere manier. Het is iets dat we zo graag willen maar net daardoor blijft het tof omdat je echt hard je best moet doen om deze te maken. Als je direct een megahit hebt en dan die standaard niet haalt, ben je snel verveeld denk ik.
M: Ik geloof wel dat we bij iedere stap voorwaarts het maximum eruit gehaald hebben.
J: Ja, we hebben geen stappen overgeslagen. Ook The Van Jets hebben gespeeld in moeilijke cafés, op plaatsen waar er geen volk stond of waar de PA echt niet goed was. Maar dat heeft ook zijn nut op die weg naar de top. Ik wil maar zeggen: dat we moesten knokken om zo ver te raken helpt ons nog iedere dag.
Indiestyle: Jullie debuutalbum Electric Soldiers zorgde voor de doorbraak, de bevestiging dat Ricochet en Boulevard geen toeval waren. Jullie kregen het heel druk. Hoe zijn jullie die periode doorgekomen? Was dat niet zwaar?
J: Ik denk dat we toen alles aangepakt hebben wat we aangeboden kregen. Ik weet nog goed dat we in het jaar dat we op Werchter stonden, ook mochten spelen op Pukkelpop. En ik denk dat het Mich was die toen voorstelde om dat aanbod misschien te laten, omdat we dat anders ook alweer hadden gehad. Maar uiteindelijk hebben we dat aanvaard omdat je dat soort aanbod gewoon niet MAG laten liggen.
M: We hebben het wel zwaar gehad hoor. Maar het was nooit tè zwaar.
J: Nee, het volgde elkaar netjes op. En dat is maar goed ook.
Indiestyle: Het is een vraag die ik aan iedere band stel en jullie ontsnappen daar ook niet aan. Hebben jullie nog dromen? Zaken die je echt wil bereiken met jullie muziek?
M: Ja, natuurlijk. Waar gaan we beginnen? We willen bijvoorbeeld hetzelfde succes dat we hier hebben absoluut ook in een groter land dan België. Engeland bijvoorbeeld, al weten we dat ‘succes hebben’ daar ontzettend moeilijk is. Duitsland zou ook al mooi zijn. Daar heb je ook echt een muziekcultuur.
J: Oh en vergeet die Amerikaanse tournee niet. Wat zou dat leuk zijn.
Indiestyle: En zijn er mensen waarmee je ooit nog eens wil samenwerken?
J: Van producers bedoel je dan?
Indiestyle: Bijvoorbeeld…
J: Ja, zeer zeker! Werken met Nick Zinner (gitarist van Yeah Yeah Yeahs, nvdr.) zou een droom zijn! (waarop de rest van de band volmondig ja knikt)
Indiestyle: Ja, dat zie ik aan jullie enthousiasme. Waarom?
J: Nick Zinner heeft een gave dat hij tot een onwaarschijnlijk straffe sound kan komen. Dat merk je bij alle bands waarmee hij al heeft gewerkt. Het is iemand die er echt naar streeft om een geluid op maat te maken. Dat bewonder ik aan hem.
Indiestyle: Vooralsnog ben je er nog niet in geslaagd om hem warm te maken om samen te werken met jullie. Hoe komt dat?
J: Nick was wel geïnteresseerd hoor maar het was gewoon niet mogelijk om in deze periode met ons te werken. Vergeet niet dat hij het zelf enorm druk heeft met de Yeah Yeah Yeahs hé. Onze plaat werd opgenomen op het moment dat hun plaat uit kwam, doe daar nog het touren bij en je begrijpt dat hij helemaal geen tijd had om onze plaat nog te doen. Jammer, maar helaas.
Indiestyle: Iets anders, je verklaarde ooit in een interview dat je flink wat songs schrijft tijdens de examens. Dat is nu weggevallen. Uit wat of in welke periode haal je jouw inspiratie tegenwoordig?
J: Ja, dat viel inderdaad weg hé. Dat ik tijdens de examens zoveel inspiratie had komt volgens mij omdat ik toen in een goede context zat. Mijn leven was heel gestructureerd. Slapen, ontbijten, naar school, eten, werken, televisie kijken, slapen… Dat maakte me productief denk ik.
Indiestyle: Is dat iets dat je tegenwoordig nastreeft?
J: Ja, nu probeer ik de dagen waarop ik kan een structuur te vinden. Al moet ik zeggen dat inspiratie volgens mij altijd op een onverwacht moment komt bovendrijven. Ik merk ook dat die productiviteit terugkomt als ik het druk heb. Ik weet nog goed dat we een maand voor de opnames een afspraak hadden met Reinhard (Das Pop). Hij zei dat we nog veel nieuwe nummers nodig hadden en gaf me daarvoor ook een deadline. En zoiets werkt bij me. Een beetje druk kan geen kwaad.
Indiestyle: Dat is duidelijk, waar we het vandaag vooral over gaan hebben is die nieuwe plaat. Vanwaar de titel Cat Fit Fury?
M: Cat Fit betekent eigenlijk Fury. Eigenlijk komt het twee keer op hetzelfde neer. Het is eerder no nonsens, we wilden dat ook hoor. We wilden geen titel die courant gebruikt werd. Bovendien dekt het ook de lading van de plaat. Het donkere, agressievere van de plaat zeg maar.
J: Ja, het is niet iets inhoudelijks. Noem het spielerij. (lacht)
Indiestyle: De plaat werd geproducet door Jon Gray (The Subways, Editors, Infadels, The Kooks). Dat is niet de minste. Hoe zijn jullie tot bij hem gekomen?
J: We leerden hem kennen via zijn agency. Hoe kom je daarbij, goh. Je zoekt wat op hé. In eerste instantie naar de mensen waarmee voorbeelden of invloeden werkten. En dan ga je wat materiaal opsturen en hoop je dat er producers geïnteresseerd zijn. En dat waren er ook gelukkig. Jon Gray was enorm enthousiast over wat hij hoorde.
Indiestyle: Was het anders werken dan met Pascal Deweze (Sukilove)?
M: Totaal anders. (overtuigend)
Indiestyle: In welk opzicht dan?
J: Wel, toen we de eerste plaat opnamen, zaten we zo’n drie weken in de studio. En we pakten het bovendien heel lo-fi aan. Pascal Deweze was toen echt goed voor ons. Hij was heel creatief en gezien hij zelf ook songwriter is, had hij een andere kijk op onze nummers dan Jon Gray. Maar we voelden voor die tweede plaat echt de nood om veel te gaan experimenteren met sound. We wilden het vettiger, beter en bijgevolg een internationaal niveau halen. Daarom kozen we ook voor Jon Gray, het is immers een producer die echt straffe “soundskills” heeft. Hij ging zich in tegenstelling tot Pascal Deweze veel meer richten op de sound en veel minder op de songs. Zo waren we acht uur bezig met de sound om dan drie uur aan een stuk takes te nemen. Bij Pascal Deweze was dat anders maar hij was daarom absoluut niet minder goed.
M: En Jon Gray hechtte ook veel belang aan het procedé. Hij had enkele principes waar we wel achter stonden.
Indiestyle: Zoals?
M: Hij werkte bijvoorbeeld niet met click track omdat hij vond dat muziek iets organisch was.
J: En hij wilde ook niks rechttrekken. Nee, er kwam geen knippen en plakken aan te pas.
Indiestyle: Op jullie nieuwe plaat hoor je opvallend minder glamrock. Bovendien zijn jullie veel harder geworden. Was het de bedoeling om een beetje van die sound af te stappen en iets nieuws te zoeken?
J: Ja, we wilden de grens wat meer openstellen. Vroeger speelden we voornamelijk riffrock. Maar nu gaan we wat verder. Het moest iets meer atmosferisch klinken, teruggaan naar de fundamenten. Ik denk dat we daar wel in geslaagd zijn.
Indiestyle: Jullie namen de plaat op in Londen, in The Garden, een oude vintage-studio. Was dat op aanraden van jullie producer?
M: Ja, inderdaad. We hadden een aantal studio’s op het oog, maar hebben de keuze eigenlijk overgelaten aan Jon Gray. We wilden de studio die hij het meest vertrouwde en waar hij de sound volledig kon inschatten. Dat was voor ons wel belangrijk, want het resultaat zou er vanzelfsprekend flink door beïnvloed worden. Bovendien was het voor ons ook wel leuk om naar Londen te trekken. Eens weg zijn van thuis tijdens opnames kan bevrijdend werken.
J: Het was een avontuur. We wisten dat het iets met ons ging doen.
F: En het was, niet te vergeten, ook een studio met veel geschiedenis. Arctic Monkeys en Nick Cave deden er reeds opnames.
M: En die van Late Of The Pier werd er ook opgenomen. En hoewel de studio The Garden heette, leek het absoluut niet op een tuin. Het was gewoon een bunker. (lacht)
Indiestyle: Dit is jullie tweede plaat, voortaan zullen jullie steeds kritischer bekeken en beluisterd worden. Voelen jullie dat ook zo aan of niet? Maakt dat jullie bang om te falen?
M: Falen, nee niet echt. We zijn allemaal echt zeer content en trots op onze plaat. Dat is het voornaamste denk ik.
J: Je weet natuurlijk dat je ermee moet bevestigen. Maar we hebben bewust onze tijd genomen om hem te maken om ons als het ware voor te bereiden op wat komt. Weet je, een eerste plaat maken is makkelijk omdat het je gewoon overkomt. Plots is het er. Maar bij een tweede kan je totaal niet inschatten hoe je ervoor staat.
M: Ik heb wel het gevoel dat de nieuwe veel meer een Van Jets-plaat is dan de vorige. Hij is naar mijn mening iets coherenter dan Electric Soldiers.
Indiestyle: Gezien jullie bewust de tijd namen om hem te maken, legden jullie dan ook meer druk op jullie zelf tijdens de productie ervan?
J: Ja, zo kun je het wel stellen. We wilden dat de nieuweling op alle vlakken beter was en legden dus bijgevolg veel druk op onszelf. Er kwam het besef dat we er volledig voor moesten gaan. Het was gewoon een kwestie van weten wat je wil en alles doen om dat resultaat te halen.
F: Inderdaad. Ik wil overigens wel benadrukken dat je een plaat vooral maakt voor jezelf. Dus op dat moment waren we niet echt bezig met hoe de media die plaat gingen onthalen. We wilden gewoon dat ie af was.
J: Juist, al moet ik zeggen dat we de productie van die tweede plaat veel professioneler aangepakt hebben. Waar we bij het maken van die eerste plaat dachten dat het na vijf takes wel goed genoeg was, waren we nu veel kritischer en veeleisender. We deden takes tot het klonk zoals we wilden dat het klonk.
M: En dat verschil hoor je ook.
F: Ja, het moment dat je die plaat dan voor de eerste keer volledig beluistert, hoor je ook het geheel pas. En we waren daardoor vrij verrast.
Indiestyle: Leuk dat jullie zo blij zijn met jullie resultaat. What’s next? Hoe zien jullie de toekomst tegemoet?
M: Wel de plaat komt uit op 1 maart in België en op 1 april in Nederland. En de tweede single komt ergens in mei-juni. En dan zien we wel wat de zomer brengt hé. Laten we nu eerst die release afwachten.
Indiestyle: Dat doen we zeker. Bedankt voor het interview.
Allen: Graag gedaan.