Interview The Drums: we’re born loners, we’ll die loners and that’s okay

door Max De Moor

Ook wij bekennen: The Drums, dat zagen we niet meer goed komen. Eerst was er die schertsvertoning op Pukkelpop 2010, gevolgd door een teleurstellende tweede langspeler. Toen gitarist Connor Hanwick het schip verliet en de zanger plannen had om solo te varen, begonnen de vinkjes op onze checklist ‘band op haar retour’ serieus door te wegen. Elk goed verhaal kent echter een plottwist. Met een frisse derde plaat verraste het duo al, maar vooral hun overrompelende passage in de VK te Brussel afgelopen weekend liet er geen twijfel meer over bestaan. Om even cynisch The Klaxons te citeren, die op diezelfde avond hun Belgische afscheidsconcert speelden: “it’s not over yet.” Kort voor het optreden sprak Indiestyle nog met zanger Jonny Pierce en all-round knoppenman Jacob Graham over hun driejarige stilte, New York en homoseksualiteit in indierock.  

Indiestyle: Goeienavond, heren! Waar waren jullie de afgelopen drie jaar?

Jacob: Wel, tijdens het eerste jaar speelden we vooral veel concerten. Misschien minder in Europa, maar we traden vaak op in Zuid-Amerika, Azië, Rusland – redelijk random plekken waar we regelmatig komen. Daarna hebben we ongeveer twee en een half jaar gewerkt aan ‘Encyclopedia’. We zaten dus zeker niet op onze lauweren te rusten. Het afgelopen jaar hebben we dan vooral de liveshow ingeoefend, want dat kost ons telkens weer heel wat moeite.

Indiestyle: Jonny, jij had toch ook bijna een soloplaat klaar? Wat is daar mee gebeurd?

Jonny: Ja, dat solowerk, ik weet het niet. Ik had mij bedacht. Ik wou het gewoon niet meer doen. We begonnen samen het nieuwe album te schrijven en raakten erg geïnspireerd, dus toen ging mijn creatieve hart die kant weer op. Ik kan me moeilijk op twee dingen tegelijk concentreren en daarom zette ik alles in op The Drums. We zien wel wat er gebeurt met het materiaal. Ik zou dan wel opnieuw de studio in moeten, want na een aantal maanden vind ik mijn creaties steeds al afgezaagd. In dat opzicht ga ik dus erg snel te werk.

Indiestyle: Je hebt die songs dus niet verwerkt in ‘Encyclopedia’?

Jonny: Jawel, twee liedjes (‘Kiss me again’ en ‘Deep in my heart’, nvdr.) zijn op tape terechtgekomen en ook eentje van Jacob trouwens (‘Wild Geese’, nvdr.). Toen ik mijn solodingen liet horen aan vrienden, zeiden ze al ‘oh, dit is een beetje een Drums-nummer’, dus het was logisch om dat mee te nemen.

Indiestyle: Het was wel sinds de ‘Summertime’-ep geleden dat jullie enkel als duo werkten. Was dat anders?

Jacob: Niet echt, want vorige keren werden gewoon enkele dingetjes hier en daar toegevoegd door anderen. Het grote verschil zat vooral in de mentale druk die we onszelf oplegden. We hebben hier veel langer aan gewerkt, omdat we onszelf wilden overtreffen.

THE_DRUMS_2

Indiestyle: Jullie gaven in interviews aan dat deze plaat eerlijker is. Was het anders in de zin dat jullie nu meer open konden zijn over bijvoorbeeld jullie geaardheid, zoals in ‘I hope time doesn’t change him’ (In de nasleep van ‘Portamento’ gaf Jonny enkele interviews over zijn getormenteerde jeugd als homoseksuele pastoorszoon in een streng religieus milieu. Het lied ‘Face of god’ gaat daar over. Intussen is hij getrouwd met een Nederlander. Ook Jacob groeide op in religieuze middens en valt op mannen, nvdr.)?

Jonny: Ja, dat was met alles zo: de muziek, de teksten, de boodschap. Het is allemaal iets meer in your face snap je? We hebben de reverb op de gitaar teruggeschroefd, waardoor alle geluiden sterker doorkwamen. Dat was nieuw voor ons en zo kwamen we op het idee om ook in de boodschap directer te zijn. Met twee verloopt het beslissingsproces ook veel sneller. Minder mensen staat gelijk aan meer vrijheid, dus misschien was het met meer anders gelopen. Alleen het opnameproces is moeilijker, aangezien we allebei echt niet zo handig zijn met onze instrumenten. We weten steeds perfect waar we heen willen met een nummer, maar het is telkens een puzzel om daar te geraken, als een licht aan de horizon dat je steeds kan zien.

Indiestyle: Kan een producer daar bij helpen?

Jonny: Voor dit album hebben we het geprobeerd, al was het beide keren een ware ramp. We’re just too difficult! (lacht)
Jacob: Als we muzikaler ingesteld waren zou het misschien makkelijker zijn, maar omdat we de technische termen niet goed kennen is het ook moeilijk om met hen te communiceren.
Jonny: Of je bent net lekker bezig en dan is het plots tijd voor een middagpauze of moet de producer een telefoontje van zijn familie aannemen. Dat soort dingen.
Jacob: Het is ook een beetje zoals wanneer je een kind bent en je wil een perfecte driehoek tekenen. Plots komt jouw oudere broer er dan bij die zegt: “ooh, dat kan ik in vijf seconden.” Dat kan wel zijn, maar dan heb ik het niet getekend! Zoiets is het: we willen het zelf doen, zodat we als onszelf klinken en niet zoals een of andere kerel die we ingehuurd hebben.
Jonny: Bovendien is het huren van een producer zo direct gerelateerd aan geld. Bands nemen een producer om een aantrekkelijke sound neer te zetten, zodat ze met wat geluk op de radio kunnen en centen verdienen. En zoals we allen weten is geld de bron van al het kwaad.

Indiestyle: Grappig wel dat je dat zegt als inwoner van New York, aangezien David Byrne in een opiniestuk schreef dat ‘the big apple’ niet meer levensvatbaar is voor artiesten doordat het leven er zo verdomd duur is. Zijn jullie het met hem eens?

JacobJa, we willen allebei weg uit New York. Weet je, we zijn een band die over de hele wereld toert, dus we moeten geld verdienen. Iedereen moet dat uiteindelijk om te overleven. In de studio zitten is echter niet het moment om aan geld te denken. Dan verpest je het.

Indiestyle: Maar is de scene in New York veranderd de afgelopen jaren?

JacobDat weet ik niet. We hebben er nooit echt deel van uitgemaakt.
Jonny: Iedereen denkt steeds: oh, The Drums, Brooklyn-sound.
Jacob: Ja, exact. Iedereen in de wereld denkt dat, maar niemand in Brooklyn! Daar denken ze: The Drums? Zijn dat geen Britten?
Jonny: Nooit echt deel uitgemaakt van de scene dus. We’re born loners, we’ll die loners and that’s okay. Als je lid bent van een scene heb je ook het gevoel dat je de rest moet volgen, terwijl wij gewoon graag ergens tussenin zweven. Nu moet ik ook wel zeggen dat de meeste scenes in New York vandaag gestart zijn door rijkeluiskindjes. Zeer zelden kom je een echte ‘struggling artist’ tegen die prachtig werk aflevert. In de plaats daarvan heb je kinderen van miljonairs, die het zich kunnen veroorloven om raar en scene-y te zijn met gekke dingen in hun haar. Dan denk ik: “natuurlijk kun je dat! Want je kan er elk moment mee ophouden, zonder dat er iets van afhangt.” Daar willen we dus van wegblijven, maar het is nu eenmaal zo: chique kinderen, die zich opkleden als daklozen met een chaneltasje onder de arm. Ach, rot toch op.

Indiestyle: Was dat niet altijd al zo?

Jacob: Nu meer dan ooit.
Jonny: Jep, en de cultuur ligt op sterven na dood, doordat al die gebouwen bezet worden door rijkeluiskindjes die de stijgende prijzen graag betalen. Dus je betaalt meer dan ooit, om dan omringd te worden door eikeltjes die net de reden zijn van jouw stijgende huur.

Indiestyle: Op een gegeven moment merkte ik ook dat iedereen de stad plots verliet. De frontmannen van Brooklyncoryfeeën als Vampire Weekend en Grizzly Bear trokken allebei naar Los Angeles. Is er een exodus gaande?

Jonny: De helft van mijn vrienden is vertrokken, ofwel upstate, ofwel naar LA!
Jacob: Vroeger moest je in New York zijn, maar ik heb steeds meer het gevoel: “waarom ben ik hier nog?”

Indiestyle: Even iets anders: in de periode van het eerste album was er een enorme hype rond jullie ontstaan. Die deemsterde weg bij de tweede plaat. Was dat moeilijk voor de groep?

Jacob: Nee, dat hoort er gewoon bij.
Jonny: Je kan niet twee keer nieuw zijn. Magazines moeten verkopen, dus ze moeten steeds nieuwe bands vinden om over te schrijven: “Dit is het beste ooit! Lees er hier alles over!”
Jacob: Het was fijn om verlost te zijn van het gevoel dat je onder een microscoop lag. Daarnaast bleven onze optredens ook gewoon groeien.
Jonny: Het was een opluchting dat de toon veranderde van “dit is het beste ooit!” naar “luister naar deze toffe cd!” Dat is voor ons net iets belangrijker. Jullie zijn je er trouwens niet van bewust dat ‘Portamento’ in Zuid-Amerika en Azië een groter succes was dan ons debuut. We deden het dus prima.

Indiestyle: Nooit zorgen gehad over jullie levensduur?

Jacob: de enige zorg die we hadden was dat we er zelf mee zouden willen stoppen. Natuurlijk is er ook de angst van “oh god, we maken hier een plaat en denken enkel aan onszelf, maar we moeten die wel met de wereld delen en gaan de mensen het ook leuk vinden?!” Gelukkig is dat wel het geval.

Indiestyle: Ach, Perfume Genius heeft zijn laatste album ook volledig geschrapt, nadat hij merkte dat zijn nummers met een publiek in gedachte waren geschreven. Dat doet me eraan denken: vinden jullie het oké om even over seksualiteit in muziek te praten? Toen ik in 2010 naar jullie muziek begon te luisteren zat ik net zelf in dat hele ‘coming out’-proces en ik herinner me goed dat jullie muziek ergens ‘gay’ of ‘queer’ aanvoelde. Toen jullie tijdens de tweede cyclus dan officieel uit de kast kwamen, dacht ik meteen: ik wist het!

(beiden moeten nogal lachen)
Jonny: Ja, ik denk dat iedereen die homoseksueel en jong is tussen de lijnen door kan lezen. In ons eerdere werk zal eerder gerefereerd worden aan American football, dan aan dat ene meisje in haar rokje met wie je stond te dansen (lacht). We verwezen eerder naar jongensachtige dingen, maar waren wel voorzichtig. Eerst en vooral wilden we onszelf profileren als groep, want van zodra je zegt “we zijn homo”, wordt het al snel “oh, dat zijn die homojongens met een band.” We wilden liever niet dat mensen daar als eerste aan zouden denken, en toch hebben we ook nooit ‘nee’ gezegd wanneer ernaar gevraagd werd. We zijn er steeds duidelijk over geweest. Eigenlijk vinden we het bijna een groter statement om gewoon onszelf te zijn en goede, eerlijke muziek te maken, snap je? Het is gemakkelijk om te zeggen: “onze identiteit als groep is dat we homo zijn.” Zo verdien je snel geld door op één of ander homo-evenement te gaan spelen. Wij zijn liever gewoon kerels in een band, die toevallig ook op andere kerels vallen. Die balans is belangrijk voor ons.
Jacob: Inderdaad, liever dan grootste verkondigingen, brengen we iets als ‘I hope time doesn’t change him’. Het maakt gewoon deel uit van ons leven en dat weerspiegelt zo’n nummer.

Indiestyle: Heb je niet het gevoel dat de pers hier nu meer de nuances van kan inzien en dat je dus niet meer in een vakje wordt geduwd? Ik moet weer denken aan Perfume Genius, die heel erg open en ‘queer’ is, maar toch door de mainstream aanvaard wordt.

Jonny: Vijf jaar geleden zou dat waarschijnlijk niet gebeurd zijn, nee.
Jacob: Ja, gek toch. In de jaren 70 misschien wel, vijf jaar geleden niet.
Jonny: Je kon wel omarmd worden als homo, doch enkel als je bereid was om de clown uit te hangen, als je ‘comic relief’ wilde zijn. Het leek wel alsof gewoon normaal zijn het meest gevaarlijke was.
Jacob: Je mocht niet serieus zijn.
Jonny: Dat joeg mensen schrik aan, want dan kon je iemand zoon of dochter zijn, die in de winkel om de hoek werkt. Dat was het engste. Tot voor kort was het homopersonage op televisie steeds ‘the funny guy’. Dus zo leerde iedereen onbewust dat je homoseksuele mensen niet serieus hoeft te nemen, zoals een clown.
Jacob: Of een alien!

Indiestyle: Jullie hebben dus wel het gevoel dat er heel wat vooruitgang geboekt is?

Jonny: Veel meer dan ik had durven denken, zeker in de VS! Het is bijna grappig hoe men het steeds had over Amerika alsof we totaal achterlijk en agressief zijn, maar weet je, ik ben er nog nooit bespuwd geweest omdat ik hand in hand liep met Jasper (zijn echtgenoot, nvdr.). Dat is wel gebeurd in Nederland.

Indiestyle: Serieus?

Jonny: In Kopenhagen werd ik in een café aan de deur gezet. De buitenwipper zei: “we don’t let fags into our bar!” In Kopenhagen! Dus op deze twee plekken, waar de hele wereld naar opkijkt als zijnde ‘zo progressief, zo liberaal’, maar eigenlijk is het overal gewoon crazy! Is het homohuwelijk niet pas gelegaliseerd in Frankrijk?
Jasper (die er intussen bij is komen zitten): Jep, en er waren gigantische protesten.
Jonny: Dat is zo gek! Het hele verkooppraatje van Frankrijk is dat ze het land van de geliefden zijn… Maar enkel voor heteroseksuelen, hoor!

Indiestyle: Ik vrees dat je op het publiek geheim van Europa gebotst bent: dat we helemaal niet zo open van geest zijn als we denken.

Jonny: Nee, old and set in its ways!  

Op deze niet zo vrolijke noot zat onze tijd erop. We bedankten de jongens voor hun openhartigheid en wensten hen veel succes toe. Later op de avond werden we van onze sokken geblazen door een spetterend optreden vol dansplezier.

The Drums website

Encyclopedia wordt in België en Nederland verdeeld door N.E.W.S.