“Altijd fijn om in Europa interviews te doen. Jullie stellen tenminste vragen over de muziek.” Bassist Chilli Jesson knikt instemmend wanneer drummer Will Doyle zijn liefde voor Europese promopraatjes tentoonspreidt. Nooit gedacht dat Palma Violets zo’n enthousiaste interviewees zouden zijn, maar kijk: de zoveelste zelfverklaarde redders van de gitaarmuziek hebben er zin in. “In Groot-Brittannië krijgen we de meest onnozele vragen voorgeschoteld. Het doet deugd om eens over de plaat te kunnen praten aan de andere kant van het kanaal. Je hoeft ons al niet te vragen welk album we zouden meenemen op een ruimtereis, die is al gepasseerd.” Een gespeeld zenuwachtige blik en gemompel dat ik even een ander vragenblad ga zoeken doet de heren in een lachbui uitbarsten. De acht lege bierglazen op het tafeltje zijn daarbij misschien ook een niet te onderschatten factor.
Indiestyle: Jullie nieuwe heet ‘Danger in the club’. Zien jullie het als een feestalbum?
Chilli: Een biertje drinken terwijl je naar het werk luistert is zeker een goed idee. Het titelnummer is volgens mij wel representatief voor de gehele plaat. Er zit iets gevaarlijks in verscholen.
Will: Eerder werden we gevraagd wie juist ‘the danger in the club’ is. Het kan echt iedereen zijn. Wij op een podium, jij die stomdronken doorheen het weekend strompelt… Dat soort zaken. Het is op iedereen van toepassing.
Chilli: Je mag die ‘club’ ook niet te letterlijk nemen.
Will: De song gaat over een kerel die zich alleen tegenover rest van de wereld voelt. Dat maakt hem tot ‘danger in the club’. Maar dat komt ook alleen maar omdat de rest hem tot gevaar heeft gemaakt. Het begrip ‘danger’ is dus een beetje dubbel.
Indiestyle: Geloven jullie nog steeds in het album als kunstvorm?
Will: Oh ja, dat is zeker het geval bij ‘Danger in the club’. Tijdens het maken las ik een interview met de baas van BBC Radio 1, en hij zei dat het album dood is. Echt, tegen zo’n mensen kan ik niks anders zeggen dan fuck you. Dat is helemaal niet het geval. Het beste aan het hebben van een plaat is dat je er naar luistert van begin tot einde. En het blijft voor altijd bij je. Misschien is dat moeilijker bij diegene die een paar hitjes hebben. Maar zij die je het dierbaarst zijn en waar je het meest verbonden mee bent zijn diegene die je volledig kunt uitluisteren. Dat hielden we in ons achterhoofd bij het maken van de nieuwe plaat.
Chilli: Wanneer je zoveel tijd steekt in artwork en de volgorde van de nummers zijn zulke uitspraken echt schandalig. Ik ken geen enkele artiest die niet gelooft in de kracht van het geheel.
Indiestyle: Het had niet veel gescheeld of deze plaat was er niet gekomen. Na jullie lange tour bij ‘180’ waren jullie op elkaar uitgekeken. Het kwam bijna tot een split.
Will: Zover zou ik nu ook weer niet gaan.
Indiestyle: ‘t Staat nochtans zo in jullie bio.
Will: Daar was ik al bang voor. Dat verklaart waarom alle interviewers vandaag die periode zo opblazen.
Indiestyle: Volgende keer zelf jullie bio schrijven jongens, in plaats van de PR-dienst zich te laten uitleven.
Will: Ja, die houden wel van een stevige portie drama.
Chilli: Fucking hell.
Will: We hadden wel wat moeilijkheden, maar dat kwam meer door de tour. Als je dag in dag uit zo dicht op elkaars huid zit beginnen de kleine kantjes van de anderen je vanzelf tegen te steken. Dat gebeurt gewoon. En we hadden ook nog geen nieuw materiaal geschreven. We moesten terug leren om vrienden te zijn en samen muziek te maken. Want we geven wel om wat we van elkaar denken. ‘t Is ook heel intiem, samen schrijven, daarvoor moet je goed met elkaar kunnen opschieten.
Indiestyle: Vandaar dat jullie even een pauze inlasten?
Chilli: Dat klopt wel. Dat was de heropbouw van onze band met elkaar.
Will: Die pauze heeft wel geholpen. Toen we een paar demo’s gingen opnemen in Londen hadden we allemaal terug zin om liedjes te schrijven, we hadden weer creatieve ideeën omdat de druk een beetje van de ketel was. We functioneerden opnieuw als een groep vrienden, en dat is een groot deel van wie we zijn als band.
Chilli: Ik denk dat we gewoon een stuk eerlijker zijn dan de meeste andere groepen. Ik ken geen enkele andere die door zo’n fase is gegaan.
Indiestyle: Jullie wilden het nieuwe album niet laten klinken als een ‘moeilijke tweede’.
Chilli: Klopt, en ik denk niet dat het zoiets geworden is. Het klinkt vrij moeiteloos en ik hou van elk nummer. Het opnameproces was aangenaam en ik kijk er naar uit om terug te gaan spelen.
Indiestyle: Was het een bewuste keuze om samen te werken met John Leckie als producer?
Chilli: Absoluut. We wilden altijd al samenwerken met hem. Jeff (Mayhew, toetsenist) bracht ons in contact en toen hij met ons wou werken zijn we meteen gestopt met andere mogelijke producers te zoeken. He was the man, en hij heeft het geweldig gedaan.
Will: Het was ook fijn dat hij echt met ons wou werken. Veel producers doen het voor het geld, maar John deed het omdat hij het zelf wou.
Indiestyle: Hij heeft met een indrukwekkende lijst muzikanten samengewerkt. The Beatles, Pink Floyd, Radiohead, Muse…
Will: Daar werden we natuurlijk door aangetrokken.
Chilli: En hij is Brits!
Indiestyle: Jullie wilden het album expliciet Brits laten klinken, maar wat betekent “being British” voor jullie?
Chilli: Heel wat.
Will: Je hebt The Kinks…
Chilli: The Stones…
Will: En The Clash… We zouden niet oprecht zijn als we naar Amerika trekken.
Chilli: Dan krijg je van die zangers die rare accenten en vreemde maniertjes gaan ontwikkelen.
Will: Zo zijn we niet. Misschien dat we dat binnen een paar jaar willen doen, maar dat zou een grote stap zijn.
Chilli: Ik heb ook geen zin om dat te doen. Stick to your guns: we zijn een Britse band en dat is een belangrijk deel van onze identiteit. Wanneer je die identiteit verliest als band houdt het geen steek meer.
Indiestyle: Je koestert je muzikale erfenis duidelijk.
Chilli: Absoluut! We willen niet herinnerd worden als die kerels die ergens in LA wonen. Da’s makkelijk om te doen weet je.
Indiestyle: ‘Danger in the club’ is dus niet jullie ‘Humbug’ geworden?
Chilli: Nee nee nee (lacht). ‘t Is eigenlijk het tegenovergestelde denk ik.
Indiestyle: Toch zijn er heel wat verwijzingen naar Amerika.
Will: Die zijn er zeker. Maar die doelen meer op de ironie van het concept ‘Amerika’.
Chilli: Ze gaan niet bepaald over de meest positieve zijde van het land. We houden wel van de duistere kant, de onderbuik. Daar hou ik wel van. Heel multicultureel, best fascinerend. We denken niet dat het een uitsluitend fantastische plek is waar we willen wonen.
Will: De plaat wordt niet gedomineerd door onze tijd in Amerika.
Chilli: Maar we zijn er wel geweest, en we ontdekten er meer en meer verschillende aspecten van die plek.
Indiestyle: Als mijn info klopt gaan jullie er binnenkort weer op tournee.
Chilli: Haha ja, overmorgen al.
Will: Dat maakt het wel grappig dat je net die vragen stelde.
Chilli: Gelukkig schrijf je niet voor een Amerikaanse blog, of we mochten heel wat dingen uitleggen.
Indiestyle: Jullie hebben gelukkig een lange vlucht waarop je die gevoelens over Amerika wat kunt verbloemen.
Chilli: Dat zal nodig zijn. Maar we komen erna wel terug naar Europa.
Indiestyle: Jullie debuut veroorzaakte een heuse hype in het Verenigd Koninkrijk. Als je nu terugkijkt, zie je die periode dan als iets positief of negatief?
Chilli: Zeker als iets goed. Ik zou het niet anders gewild hebben. De meisjes… (lacht)
Will: Het lanceerde ons echt.
Chilli: Het zorgde ervoor dat we erg hard werkten. Ik denk dat we de hardst werkende Britse groep zijn. Meeste shows en van die dingen.
Will: We kregen er zelfs een prijs voor van één of ander magazine. Toen beslisten we dat we even moesten stoppen. Het publiek moest ons wel stilaan beu raken (lacht). Even stoppen en dan terugkomen met een goed album.
Indiestyle: Ondanks de spanningen na jullie vorige tour heb ik niet de indruk dat jullie het nu rustiger aan gaan doen.
Chilli: Niet bepaald nee. We moesten veel leren. Muziek schrijven terwijl je aan het touren bent en niet wachten tot het einde, bijvoorbeeld. Want daar waren we heel gespannen over, het leek wel of we gingen imploderen. Nu gaan we anders te werk gaan, en ik heb er wel zin in.
Will: Misschien werkt het niet, maar ik heb er vertrouwen in.
Chilli: We zijn een hechtere groep dan ooit tevoren.
Indiestyle: Jullie werden in 2012 naast Haim geplaatst als the next big thing. Ondertussen hebben ze samengewerkt met M83 en Calvin Harris. Wanneer stappen jullie naar een dj?
Will: Haim verschilt behoorlijk van ons. Ze kunnen bijvoorbeeld hun instrumenten goed bespelen, zitten bij een groot label… Ze zijn een hele goede groep, maken gebruik van social media… Ze zijn alle aspecten van een hedendaagse band machtig. Terwijl bij ons enkel de muziek centraal staat. Dat is het enige dat we kunnen.
Chilli: Maar als Calvin Harris iets met ons wilt doen, gaan we hem niet weigeren (lacht).
Will: Blijkbaar is hij ergens in Vegas de vaste dj en krijgt hij er twintig miljoen pond per jaar. Ik zie hem nog niet zo snel naar ons komen.
Indiestyle: Zijn er buiten Calvin Harris artiesten waar je wel mee zou willen samenwerken?
Chilli: Baxter Dury vind ik heel goed. Geoff Travis (oprichter van Rough Trade) wil ik wel als producer, aangezien hij zoveel weet over muziek. En Jeannette Lee (PiL, Rough Trade). Dat zijn de drie.
Indiestyle: Nog iets dat jullie kwijt willen?
Chilli: Ik wil dat je de plaat koopt. En ik wil dat je de plaat kapot gooit. En dan wil ik dat je plaat opnieuw koopt (lacht). Laten we het daarbij houden.
‘Danger in the club’ verschijnt op 5 mei via Rough Trade