De band Horses verovert op eigen tempo hun stek in de Belgische muziekwereld. Hun debuutplaat ‘Clear Crystal Air’ werd positief ontvangen, de groep presenteerde zichzelf aan de AB in het voorprogramma van Warpaint en onlangs verwelkomde Duyster hen in haar studio. Ook wij volgen de mix van jonge Limburgers en Gentenaren op de voet. Indiestyle maakte met zanger Bert Vliegen een praatje over hoe zijn eersteling vorm kreeg, wat de toekomst biedt voor Horses en ook over zijn interesse in de Amerikaanse hardcorescene.
Indiestyle: Gefeliciteerd met je eerste langspeelplaat. Kan je ons een beetje meer vertellen over hoe het album tot stand kwam?
Bert Vliegen: Dat heeft heel wat voeten in de aarde gehad. Ongeveer twee jaar geleden begon ik met onze oude bassist Pieter-Jan te werken in zijn studio. Het was niet echt een ambitieuze bedoening en na zes maanden dachten we de liedjes in eigen beheer uit te brengen. Maar toen dat werk bij Pias terechtkwam en zij voorstelden om het te laten producen door Robin (Proper-Sheppard, van de band Sofia) begon het hele proces opnieuw. Na het wachten op het nodige geld om een studio te huren, begonnen vorig jaar rond deze tijd de opnames met hem. We waren niet echt tevreden over de eerste twee mixen en dus duurde het nog tot augustus voor het album zijn definitieve vorm kreeg.
Indiestyle: De nummers dateren nog wel van die eerste opnamesessies?
B.V.: Ja, van de tien op de plaat zijn er zeker zes al vier jaar of ouder. ‘Somewhere Quiet’ werd pas geschreven tijdens de laatste opnames. Over het algemeen loop ik dus al redelijk lang rond met die liedjes, daarom ben ik ook zo blij dat het album er nu eindelijk is.
Indiestyle: Je hebt vast ook al veel geleerd sinds je die songs geschreven hebt.
B.V.: We zijn allemaal betere muzikanten geworden. Ik voel me vaak nog een amateur, maar toen ik die nummers schreef, kende ik er écht nog niet zoveel van. Dat merk ik vooral bij het herbeluisteren van die eerste demo’s. De manier waarop we ze opnamen was wel heel erg geïnspireerd door bands als Sparklehorse en Flaming Lips in de jaren 90. Dat is fijn doch misschien te gemakkelijk om te doen.
Indiestyle: Proper-Sheppard vond ze dus wel goed genoeg om met jullie aan de slag te gaan?
B.V.: Nee, helemaal niet. Volgens mij hoorde hij net als ik wel veel potentieel in de nummers. De stijl sloot ook aan bij zijn muziek, uitgebeend en met heel veel nadruk op de zanger en op de teksten. Ik denk dat hij dat herkend heeft en dat dat de aanzet was voor zijn jawoord. In de studio is hij een echte perfectionist, hij pushte mij naar zo goed mogelijke vocalen en hielp me met mijn Engels accent. Hij had vooral nog wat tips over hoe ik mijn klemtonen het best kon leggen zoals native speakers dat zouden doen.
Indiestyle: De teksten zijn echt naar mijn smaak. Werk je daar actief aan of wacht je passief op inspiratie?
B.V.: De oudste nummers op deze plaat zijn meestal nog vrij impulsief geschreven, maar tegenwoordig werk ik echt aan een lied als ‘Somewhere Quiet’. Ik vertrek altijd wel van een spontane gedachte en daarna begin ik te schaven. In één klap een volledig goede tekst schrijven lukt me niet. Ik vind dat ook fijn om eraan te prutsen. Ik ben geen goede gitarist of zanger, dus is het mijn taak mezelf te perfectioneren in wat mijn talent is, namelijk songs schrijven. Ik krijg wel vaker het compliment van mensen dat ze kunnen genieten van mijn teksten, en dat vind ik heel belangrijk. De muziek mag ongelooflijk mooi zijn maar als de tekst nergens op slaat gaat dat nummer voor mij kapot.
Ik vind het mijn taak mezelf te perfectioneren in wat mijn talent is, namelijk songs schrijven
Indiestyle: Waar gaat ‘Bobby Fischer’ bijvoorbeeld over?
B.V.: Ik vond het leuk dat de luisteraar daarover zijn hoofd ging breken. De Duitse schaakterm die in de tekst voorkomt (“zugzwang”) leek me wat te Rammsteinachtig. Pieter-Jan suggereerde toen om Bobby Fischer te nemen, gewoon om een andere wending aan het nummer te geven. Hij was die week op tv geweest en is een heel controversiële figuur. Het is een interessante gedachte dat mensen een gewoon liefdesliedje helemaal anders gaan interpreteren door het derde persoonsaspect van de titel. Dat zorg voor een vervreemding van buitenaf.
Indiestyle: Zie je Horses meer als een soloproject of worden jullie nu een echte band?
B.V.: Een plaat volledig alleen opnemen zou me wel lukken, hoewel die heel anders zou klinken. Ik hoop de muzikanten rond mij te houden voor de volgende platen en ze mogen ook zeker meer invloed hebben. Toch zit je met de realiteit dat Horses blijft bestaan zolang ik er mee verder ga, ook als andere mensen uit de groep stappen. Dat gebeurde nu ook net met Pieter-Jan, die helaas geen tijd meer heeft. Daarom zie ik het ook liever als een echte band, omdat we er allemaal zoveel tijd en energie in steken. Als ik nu met een arrangement in mijn hoofd zit dan zorgen de anderen ervoor dat dit vertaald wordt in muziek, daar ben ik zelf niet zo vloeiend in. De groep rond mij zijn mijn vrienden, het zijn goede muzikanten en we vullen mekaar goed aan. Beter dan dat wordt het niet.
Indiestyle: Onlangs speelden jullie in het voorprogramma van Warpaint, hoe ging dat?
B.V.: Het was voor ons de eerste keer in de grote zaal van de AB. We hebben al in veel van de grote clubs in België mogen spelen en toch is er niets dat langs de AB kan staan. Qua akoestiek is de zaal fantastisch en de mensen zijn er erg professioneel. Alleen al soundchecken is er indrukwekkend. Normaal gezien gaat een voorprogramma spelen altijd kantje boordje, ofwel zijn de mensen apathisch ofwel zijn er gewoon nog niet genoeg concertgangers. Toen we die avond opkwamen, stonden de balkons al vol en ook de zetels waren goed gevuld, dat was fantastisch. En we kregen het publiek goed mee, onze merchandise was in ieder geval uitverkocht die avond. Het enige minpuntje aan de dames van Warpaint is dat ze onze soundchecktijd innamen, maar als voorprogramma sta je natuurlijk niet op je strepen.
Een week lang in een busje door Zwitserland, Duitsland of Frankrijk rijden, daar droomt elke band van
Indiestyle: Wat brengt de toekomst nu voor Horses?
B.V.: Er echt van leven wordt moeilijk, gelukkig gaat het daar voorlopig niet om. We hopen nog een hele hoop shows en festivals te kunnen spelen en daarna een tweede plaat te maken die beter is dan de eerste. Muziek maken zonder er zelf straatarm van te worden en je leven ervoor overhoop te halen, daar droom ik van. Ik kijk met interesse naar de openheid voor Belgische bands in het buitenland, vooral dan in continentaal Europa. Het heeft geen zin om zelf een tour te boeken en dan elke avond voor twintig man te gaan spelen, want we moeten ook uit de kosten geraken. Met de juiste voorbereiding en promotie een week lang in een busje door Zwitserland, Duitsland of Frankrijk rijden, daar droomt elke band van. We zullen wel zien wat er uit de bus komt, het kan heel snel of heel traag gaan. Voorlopig is er nog niet echt een aanzet.
Indiestyle: Naar welke artiesten kijk je op?
B.V.: Ik kijk heel erg op naar Amerikaanse acts in het algemeen, maar het is moeilijk mezelf daarmee te vergelijken omdat die uit een volledig andere leefwereld en cultuur komen. Een band als Modest Mouse, die uit de Amerikaanse DIY-scene komen en dan met één gepolijst album een Grammy binnenhalen, dat vind ik geweldig. De Flaming Lips, die doen ook al dertig jaar wat ze willen en toch kunnen ze er van leven. Je kan dat echter niet vergelijken met Europa omdat wij zo’n goed gesubsidieerd cultuursysteem hebben. Ik kan dus de werkwijze van Modest Mouse niet naar mezelf terugkoppelen, want we hebben bijvoorbeeld zelf al subsidies gekregen van de provincie Limburg voor ons album.
Indiestyle: Zijn subsidies dan eerder een spijtige zaak?
B.V.: Nee, een ongesubsidieerde muziekwereld produceert niet per definitie betere muziek. Dat is juist het geweldige aan Europa, dat het mogelijk is dat uit kleine landen als IJsland of België zoveel goede bands de weg naar de top vinden. In Europa is het gewoon een evidentie dat van zodra je een zeker niveau bereikt, je subsidies binnenkrijgt. Dat is niet noodzakelijk slecht, het verandert gewoon het hele systeem. De hardcorescene uit de jaren 80, met namen als Minor Threat en Fugazi, is enkel kunnen groeien omdat de omstandigheden zo slecht waren en omdat een handvol mensen puur passioneel bezig waren met muziek. In elke kleine stad waren er wel één of twee bookers die groepen naar daar haalden om voor vijf man te komen spelen. Dat zou in Europa nooit gebeuren. Of het nu het Echt Antwaarps Teater is of een avant-garde voorstelling met een kerel die in een kooi chocola zit te eten, we behandelen het met evenveel respect en het krijgt onder de juiste omstandigheden het nodige geld. Dat vind ik mooi.
Indiestyle: Die invloed uit de hardcorescene hoor ik niet meteen in de muziek van Horses.
B.V.: Ik hou gewoon van de ethiek en de attitude erachter. Ian Mckaye (Fugazi) en Henry Rollins (Black Flag) zijn bijvoorbeeld zo’n confronterende personen die niets uit de weg gaan. Ik ga wél veel uit de weg, maar als ik hun muziek hoor ga ik mijzelf in vraag stellen. Het werkt op mij als een call to arms. Hun muziek gaat niet over de productie of over technische kwaliteiten, want die klinken echt belabberd. Dat hoop ik wel van die muziek in Horses te steken: de boodschap van het nummer moet primeren. Een ontstemde gitaar en bas en drums die in mekaar vallen, dat maakt allemaal niet uit. Zolang de muziek maar de waarheid predikt.
Indiestyle: Bedankt voor het gesprek.
Horses speelt begin 2014 in Opwijk (Nijdrop, 13.02, info & tickets).
Album verdeeld door Pias