Nu zaterdag 8 februari trekt het Gentse Compro Oro naar Trix om er tijdens We Are Open het vorig jaar uitgebrachte ‘Suburban exotica’ voor te stellen. Wij spraken met vibrafonist Wim Segers over artistieke werkdruk, muzikale helden en meer.
“Het is al de moeite geweest vandaag: administratie, management, een speeldag met twee bands die opnieuw moest georganiseerd worden en dan mij nog keihard leeg gefietst om hier op tijd te raken. Maar goed, dat laatste was wel zalig, even alles eruit.” Het blijkt een levensstijl te zijn van Wim Segers: vol grote ambities maar met de voeten op de grond. “Eigenlijk werkt iedereen hier te hard. In plaats van allemaal de allerbeste te willen zijn, zouden we beter wat meer chillen. Op het einde van de dag is de muziekscene ook één groot bedrijf waar iedereen carrière wil maken. Dan vraag ik me vaak af waarom ik me altijd overal naar toe op jaag, waarom ik overal tegelijk wil zijn in plaats van wat normaler en kleinschaliger te doen. Tegelijk is het ook dat wat me recht houdt: ik werk voor mijn éigen carrière, en die houdt daarbovenop nog in dat ik live muziek mag maken voor mensen. Dat is gewoon fantastisch.”
Het lijkt wel een rode draad in de Gentse jazz-scene: in duizend bands spelen. “Eigenlijk gaat het meestal zo: ik raak goed bevriend met muzikanten en later worden ze dan gewoon collega’s. Op die manier zijn het allemaal een soort bedrijfsfeestjes (lacht), en soms is er ook een barbecue bij! Op die manier was het ook logisch dat Dijf Sanders achter de knoppen kroop om ‘Suburban exotica’ te producen. Op een dag wandelde hij binnen en hoorde direct bij het clubje. Of was het omgekeerd? De synths die je hoort op ‘Miami new wave’ komen ook uit zijn trukendoos, ik wou écht een popnummer hebben op de plaat.”
Het bleek een geniaal plan te zijn, één popsingle maken om de mensen binnen te lokken in de wondere wereld van exotische jazz met zijn bezwerende vibrafoon. “De rest van de plaat mocht scheuren, het is echt een exotische rockplaat geworden, met uiteraard ook de nodige rustpunten. Ik heb er vooraf een blad papier bij genomen om eens de curve te tekenen doorheen het album: waar wil ik rustpunten en waar wil ik uitbarstingen? Uiteindelijk werd de hele plaat opgenomen op anderhalve dag in de Ardennen, terwijl we een week ingerekend hadden. Aanvankelijk liep er dan ook van alles mis, vooral de mengtafel wou maar niet werken. Maar uiteindelijk hebben we alsnog te veel materiaal (lacht). We hebben nog twee dagen jamsessies gehouden, en eigenlijk is dat genoeg materiaal voor nog een extra album.”
Compro Oro lijkt intussen een nieuwere, grotere levensfase in te zijn gegaan. De stijgende lijn en media-aandacht vertaalt zich in een groter team, grotere ambities, maar ook een andere dynamiek. “Eigenlijk vind ik de kleine schaal het leukste. Alles zelf doen geeft mij enorm veel voldoening. Maar uiteindelijk wil je groeien, wil je ergens heen met je band en dan heb je gewoon een team nodig met booker, manager en platenlabel. Begrijp me niet verkeerd, ons team levert fantastisch werk. En ik ben natuurlijk enorm trots op ‘Suburban exotica’. Neem nu mijn favoriet, ‘Dark crystal’, waarin ook Joachim Cooder meespeelt, die sfeer is fantastisch!”
Die samenwerking met Joachim Cooder, zoon van Ry Cooder, hoopt hij in de toekomst ook live te kunnen brengen. Meer nog, stiekem durft hij te dromen om eens samen met papa Cooder muziek te maken. “Meet your heroes! Bart (Vervaeck) en ik dromen hier al een tijdje van, maar dat zal wellicht nooit gebeuren… Werken met muzikale helden brengt de dingen meer in perspectief, je ziet dat het uiteindelijk allemaal gewone gasten zijn die hard aan het zwoegen zijn om hun muziek te maken. Ik wil niet puur met Ry Cooder samen spelen omdat hij een legendarische naam is, maar wel omdat hij zo veel fantastische platen heeft gemaakt. Het is ongelofelijk hoe hij, vanuit zijn americana en blues, met exotische artiesten als Ali Farka Touré en Ravi Shankar toont hoeveel raakvlakken er zijn over genres heen.”
Terwijl in de VS iedereen op eieren loopt om niet aan cultural appropriation te doen, wil Wim vooral dat mensen het niet te ver zoeken. “Kijk, deze plaat is alles behalve een politiek statement, integendeel, het is gewoon wat Bart en ik leuk vinden. Ik ga niet diep graven om elk genre volledig te doorgronden, ik wil mensen niet onderwijzen over een bepaalde stijl. Ik vind die exotische toonladders en ritmes vaak gewoon toffer dan de klassieke Westerse jazz.” Daar kunnen wij het volmondig mee eens zijn.