Als platform dat zich dagelijks bezighoudt met voornamelijk alternatieve muziek in de breedste zin van het woord stellen we ons meer dan eens in de zoveel tijd wie of wat the next big thing wordt. Het is als het ware onze mission statement om de band of artiest die het heetste van de naald kan worden al aan te prijzen. Dat geldt voor zowel buiten- als binnenlandse artiesten – iets wat we bij die tweede trachten te doen via onze Verse Vangst-rubriek bijvoorbeeld. Voor deze Week van de Belgische Muziek blikken we daarom eens vooruit welke artiesten de belangrijkste rol of invloed zouden kunnen spelen.
Belpop, c’est quoi?
De term ‘belpop’ wordt vaak te pas en onpas gebruikt. In de ene context wordt het gebruikt als een soort holy grail à la ‘dé belpop’. In een andere wordt ie dan weer als een soort losse verzamelterm gebruikt. Een duik in de geschiedenis leert ons dat de term werd bedacht door radiomaker en presentator Gust De Coster. Daarbij wordt een analogie gemaakt met de toen al reeds bekende term nederpop. In 1980 richtte de man samen met onder andere Marcel Vanthilt en Ray Cookes het eerste Vlaamse vrije, alternatieve radiostation op in Brussel: FM-Bruxel. De Coster promootte daarbij voornamelijk Belgische muziek.
In datzelfde jaar lanceerden De Coster en Vanthilt een compilatiealbum ‘Get sprouts‘, waarin de strafste post-punk- en new wavebands van het moment werden gecatalogiseerd. Zo vinden bands als De Kreuners, The Kids, Telex en TC Matic er hun plekje. Veel van die groepjes zouden later uitgroeien tot vrij invloedrijke bands voor onze Belgische muziekgeschiedenis. De push voor de doorbraak van velen lijkt via die plaat te zijn gekomen. Naast Humo’s Rock Rally, dat in 1978 voor de eerste keer werd georganiseerd, wordt het album vaak gezien als de ‘geboorte van de belpop’. De term kan dus specifiek toegeschreven worden aan de (populaire) bands van die tijdsperiode, alhoewel iedere Belgische artiest of band onder de parapluterm past.
De belpop heeft echter sinds de jaren tachtig verschillende gedaantewissels en iconen zien komen (en gaan). Zo werden de jaren tachtig gedomineerd door artiesten die op ‘Get sprouts’ stonden. Al had je daarnaast bands als Elisa Waut, Praga Khan, 2 Belgen, Front 242, Won Ton Ton, The Neon Judgement en ga zo maar door. Vorig jaar kreeg je via indie2020 reeds een overzicht van onze favoriete Belgische platen van de afgelopen 20 jaar. Het kan een klein beetje gezien worden als een capsule van bands en artiesten die die periode hebben getekend. Denk daarbij vooral aan Balthazar, Amenra, Soulwax, Goose, Stake Number Eight, The Hickey Underworld, Stuff. etc.
Rooskleurige toekomst
We stellen ons deze week nu de vraag wié er het komende decennium die rol zou kunnen krijgen. De meest voor de hand liggende keuze is natuurlijk Angèle. Eind 2017 brak ze door met ‘La loi de murphy’ waarna haar populariteit als een coronacurve exponentieel bleef stijgen. Ze domineerde hitlijsten en dook daarbij al snel uit de schaduw van haar broer Roméo Elvis, die op dat moment mee de hoofdrol speelde bij de boom van de Brusselse rap scene. De zomer daarop speelde vervolgens de festivals plat. Via ‘Brol‘ omkapselde ze op een ludieke, luchtige manier de tijdsgeest van een twenty something. En hoe meer de tijd vordert, hoe beter de plaat lijkt te worden.
Ondanks dat het succes van de Linkebeekse quasi overnacht gebeurde, kloppen de nummers in de context van het album volledig. Via ‘Balançe ton quoi’ breidde ze nog een fraai slot aan haar ‘Brol’-periode. Tijdens de pandemie trok ze zich terug om te focussen op het schrijven van ‘Nonante-cinq‘. De plaat verbrak hier bij ons al snel records en werd ongeveer overal positief onthaald. In ons eindejaarslijstje van beste Belgische albums strandde ze op de negende plaats. Met Dua Lipa scoorde ze terloops ook nog even een monsterhit. Het kan allemaal. Het mag gezegd worden, met een arenatournee in het verschiet ziet de toekomst er voor Angèle rooskleurig uit. En wie weet welk werelddeel ze na Europa zal veroveren, Noord-Amerika?
Naast Angèle kun je uiteraard niet naast Zwangere Guy kijken. De man spuwt straffe platen uit alsof hij een ezel heeft die gouden bars kakt. Maar Guy maakt al jaren tracks en schrijft al tijden de miserie uit zijn lijf. Hij heeft een weg afgelegd zoals er weinig in ons Belgische muziekland ze hebben afgelegd. En nu loont dat. En we staan maar wat graag op de banken om ‘m met lof te overladen. Guy mag dan wel nog nooit (van snubs gesproken) een MIA hebben gewonnen, we hebben wel het gevoel dat de man zowel op als naast het podium enorm gerespecteerd wordt. Dit zowel binnen de scene, die hij eigenhandig zélf uit de grond heeft gestampt, als tot vér daarbuiten. En het mafste is, Guy staat na al die jaren nog steeds met zijn beide voeten in béé-ix-el. “Keep it old school op m’n Wu Tang Clark Wallabee’s / Hou het vies, keep it real, dat is mijn advies“, zoals ie ‘Brussels state of mind’ opent.
Uiteraard hangt hij zowel solo als met Stikstof de morele herrieschopper soms uit. Maar Guy is veel meer dan enkel rapper. Hij is boegbeeld van een scene, van een stad en bij uitbreiding ons land. Hij kan een week in de Ancienne Belgique kamperen en ze iedere avond stijf uitverkopen. De man wordt hier en daar nu al vergeleken met Arno en hopen dat Guy ons de komende jaren nog enkele classics schenkt vooraleer ie burgemeester van Brussel wordt.
De volgende op het menu is Tamino. Vergelijkbaar met Angèle oversteeg zijn populariteit al snel de kleinere concertzalen van ons land tot dik bepakte arena’s en weides. De man bracht na, waarschijnlijk het meest gespeelde nummer van 2018, ‘Habibi’ nog enkele singles uit om nadien z’n debuutplaat ‘Amir‘ te droppen. Eens het klikt, dan zie je waarom de man in zo’n korte tijd dermate aanzien heeft gekregen. Feit dat ie Johnny Greenwood mee kreeg om bij hem bas te komen spelen op tournee, wil ook wel wat zeggen.
Tamino had hier véle harten al veroverd. Hij was op het einde van 2019 bezig aan de vaak moeilijke taak voor vele artiesten; groot worden in Noord-Amerika. Z’n eerste leg had ie al afgewerkt en begin 2020 zou de tweede volgen waarna de pandemie toesloeg. Een enkel berichtje kregen we van ‘m om te zeggen dat hij de hele tournee heeft afgeblazen. Daarna ging ie radio silent. Nu zitten we met een klein hartje af te wachten wanneer we terug iets gaan horen van onze eigen Jeff Buckley. En zullen we met veel trots uitkijken naar het moment waarop ie heel Amerika verovert met z’n magnifieke stem. Zijn concert bij NPR’s Tiny Desk Concerts (zie boven) maakte alleszins indruk.
Ten slotte willen we nog een shout-out geven aan Lous & The Yakuza. Ze is waarschijnlijk de artieste met het minste aantal kilometers op haar teller uit het rijtje. Dat wil daarom niet zeggen dat ze per se moet onder doen. Hoewel haar debuutalbum ‘Gore‘ pas in 2020 verscheen, zien we haar de komende jaren nog veel knappe dingen maken. Feit dat ze bijvoorbeeld meeschreef aan FKA Twigs’ ‘caprisongs‘ en reeds features verzorgde op blockbusterplaat ‘QALF’ van Damso, wil ook wat zeggen.
Daarbovenop lijkt ze het goed te vinden met Woodkid, YENDRY (met wie ze een nieuwe single heeft!) en uiteraard reggaeton-masterchef El Guincho, die ‘Gore’ producete. Bij een volgende plaat lijken er reeds een karrevracht van mogelijke features en samenwerkingen in het verschiet te liggen. Wanneer deze pandemie terug toelaat om en masse concertzalen te bezetten, zul je ons alleszins zien bij een optreden bij Lous.
Uiteraard zijn er nog een resem Belgische artiesten van wie we denken een belangrijke rol te zullen spelen. Stromae komt nu bijna dagelijks in het nieuws. Aan de andere kant kan het gevoel ons niet ontdoen dat hij na deze albumcyclus zich wederom op mode stort. We denken voorts onder meer aan Charlotte Adigéry & Bolis Pupul die dit jaar een zéker knalplaat gaan afleveren. ILA zien we, zeker na nu winst bij De Nieuwe Lichting en Sound Track, de komende jaren hoge ogen gooien. Van fornet. verwachten we na dat sublieme debuut met ‘Anti-tragedy‘ als HEISA met mokerslag ‘Joni‘ eenzelfde rooskleurige toekomst. Wat deze Week van de Belgische Muziek, maar ook ons eindejaarslijstje van afgelopen jaar hebben duidelijk gemaakt, is dat er een bijzonder grote, diverse groep uit alle hoeken van het genrespectrum klaar staat om de wereld te veroveren. En wij staan maar wat graag klaar om hen een duwtje in de rug te geven.