In de column ‘Tien jaar dichter bij tinnitus’ heb ik het over popculturele zaken die me de afgelopen tien jaar zijn opgevallen of bijgebleven, muzikanten die me hebben geïrriteerd of gevormd. Dat houdt inherent heel wat subjectiviteit in, en hopelijk ook wat discussie. Deze eerste tekst dient deels om de toon te zetten, en deels om me in te dekken tegen toekomstige geschoffeerde fans. Wat dat laatste betreft geef ik onderaan nog een overzicht van groepen die misschien door de mangel zullen worden gehaald. Laat je vooral niet afschrikken – laat je horen.
Ongeveer tien jaar geleden werd ik voor het eerst scheef bekeken omdat ik een bepaalde band niet kende. Het was geen aangenaam gevoel, maar het zorgde er wel voor dat ik diezelfde avond heb opgezocht wat er nu zo speciaal was aan die White Stripes. De explosieve ontdekkingstocht die volgde voerde me naar bepalende bands als dEUS, Radiohead en Wilco, en steeds verder van vleesgeworden jeugdzonde genaamd James Blunt. Als er één reden is om de muzieksnob te spelen en anderen op hun slechte smaak te wijzen, laat het dan ‘You’re beautiful’ zijn.
Sindsdien heb ik zelf neergekeken op een aanzienlijke hoeveelheid onwetenden die gevangen zaten in het web van stroperige singer-songwriters, inwisselbare popsterren en door de duivel gezonden EDM-dj’s. Het is opmerkelijk hoe snel je evolueert van ‘OK computer’ naar een aversie van alles dat naar commerce ruikt. Thom Yorke is dan ook op meerdere vlakken een mythische figuur geworden. Kijk één keer recht in zijn luie oog, en je verandert op slag in iemand die ‘High fidelity‘-gewijs op zweterige scoutsfuiven staat te wachten op ‘Blue monday’.
Laat je echter niet vangen door de licht sarcastische toon onder al het voorgaande, want er is helemaal niets mis met het leven van een muzieksnob. Als er twee nationale televisiezenders gestoeld kunnen worden op iemand die professioneel kledingkeuzes afzeikt, dan mogen wij gerust meewarig kijken naar mensen met Tomorrowland-tickets, of hoofdschuddend afstand nemen van tieners die DJ Khaled door kapotte iPhone-oortjes laten schallen. Je kan uiteraard niet iedereen bekeren, dat zou vreselijk saai worden, maar als er één kennis door jouw toedoen zijn of haar Foute Fuif-cd’s vervangen heeft door ‘The ideal crash’, dan is het allemaal niet voor niks geweest.
Trouwens, ook binnen een cirkel van reeds bekeerde muziekkenners is het belangrijk dat minstens één lid iets hautainer is dan de rest. Wanneer het eindeloze gepalaver over muzikale feitjes toch stil dreigt te vallen, heb je nu eenmaal een knuppel nodig die zich vrijwillig in het hoenderhok gooit. Ieder gesprek dat ooit in een club wordt gevoerd tussen een voor- en hoofdprogramma hangt nog steeds af van deze ene persoon. Het houdt de boel draaiende, want het moment waarop de popdiscussie sterft is het moment waarop bands hun versterkers in de open haard kunnen gooien.
Het is dus aan jezelf om uit te maken om mee te stappen in de wilde wereld van de ‘alternatieve muziek’. Zo niet, dan moet je de occasionele schampere opmerking laten welgevallen en je brein rustig verder laten doden door Steve Aoki. Zo ja, wees de volgende keer dan dankbaar wanneer er weer iemand laat vallen dat ‘Arcade Fire de redders van de indierock zijn’. Neem het met een korreltje zout en zeker niet te persoonlijk, en zie hoe de tijd vliegt terwijl je vurig het tegendeel probeert te bewijzen.
‘Oh no no’
- Oasis
- The Drums
- Cocaine Piss
- School is Cool
- Linkin Park
- Netsky
- The Offspring
‘Meh’
- Arctic Monkeys
- Arcade Fire
- White Lies
- Foo Fighters
- Muse
- The xx