Ought eindigde in 2014 met hun debuut bij een van onze favoriete platen van het jaar, en ook dit jaar zijn ze goed op weg om een plekje in onze o zo vergeetachtige harten te veroveren. Met ‘Men for miles’ is de band alweer toe aan een tweede single uit hun aankomende, tweede album, en alweer is het al postpunk dat de klok slaat. Wij gingen in conclaaf en kwamen terug met deze woorden van witte rook.
Mattias Goossens: Ze haalden nog de negentiende plek in onze eindejaarslijst van 2015, en als het van Ought afhangt wordt dit jaar de top tien bereikt. ‘Sun coming down’ komt uit in september en dit eerste proevertje komt binnen als een adrenalineshot in ons borstbeen. Nee, de sophomore slump is de Canadezen schijnbaar onbekend. ‘t Is fijn om vast te stellen dat hun snedigheid zich nog steeds niet laat vangen binnen een radiovriendelijke tijdspanne. Tim Beeler Darcy declameert zijn teksten niet meer zo nadrukkelijk als op het debuut, maar verweeft ze onder een snedig gitaartapijt, waardoor het geheel minder afstandelijk overkomt en sneller alle aandacht naar zich toetrekt. Wij hebben ook lof voor Tim Keen die zijn drumpartij heel nadrukkelijk laat gelden zonder al te prominent te zijn. – 4/5
Matthias Desmet: Ought mengt wederom het beste van postpunk en noise rock tot een eigengereid brouwsel. Deze keer vliegt er blijkbaar veel Sonic Youth in de pot. ‘Men for miles’ is echter vooral een archetypische Ought-song, zoals we ze onderhand gewoon zijn geworden. Voor het eerst krijgen we zelfs de indruk dat de Canadezen de automatische piloot hebben ingeschakeld en ons een doorslagje geven van iets dat ze al eerder en beter deden. Desalniettemin blijft dit een meeslepend beestje, met een gitaarmuur die ons intrigeert en een manische declamator die ons beklijft. – 3,5/5
Thomas Konings: Hoorden we Ought ooit al popgevoeliger dan op ‘Men for miles’? Ik durf denken van niet. De zang van Tim Darcy is hier een tikkeltje beweeglijker dan anders en de postpunk-gitaren spannen weer een strakke sound, maar lenen zich tegelijkertijd wel tot manische bewegingen. Waar ik me altijd niet helemaal comfortabel voelde bij de geluiden van de Canadezen hun debuutalbum ‘More than any other day’, zit er misschien toch niet zo’n confronterende spanning in dit kersvers riedeltje. Terwijl de vorige plaat een zwart-witte hoes kreeg, heeft de nieuwe een kleurrijke voorkant: een gelijkaardige verschuiving krijgen we te horen in deze nieuwe single. Beeld je deze veranderingen in sound nu ook weer niet te spectaculair in. We blijven hier wel te maken hebben met een band die dwars haar eigen zin doet en ook weet wat ze doet. Want hoewel de nervositeit hier ontbreekt, weet het viertal wel een andere spanning te creëren: die van een onvoorspelbare act met durf en potentieel die haar mogelijkheden aftast. – 4/5
Jens Van Lathem: Muzikaal gezien gaat Ought inderdaad voort op het elan van hun debuut, maar dat hoeft helemaal niet negatief te zijn. In het begin van het jaar vermoedde ondergetekende stilletjes dat hij Ought en ‘More than any other day’ licht overschat had, zeker wanneer we kennismaakten met de op de spits gedreven postpunk van bloedbroeders Viet Cong. Tim Darcy en co herinneren er ons gelukkig aan waar Ought zo goed in is: kwaad zijn zonder tot catharsis te komen. Radeloze gitaren slaan in het rond en zoeken een uitweg uit hun wanhoop, tot ze, net als de vele ongelukkigen der aarde, zich vastzetten in een groove, dezelfde woorden eindeloos herhalend: verlos ons. Ondertussen speelt Darcy zijn favoriete gemene spelletje: van elke zin die de gemiddelde burger (ooit) (dagelijks) uitspreekt een platitude maken, simpelweg door de woorden tot bloedens toe te herhalen. – 4,5/5