Header image

Indiestyle luistert: Radiohead

door Mattias Goossens

Naarmate de lockdown vordert, krimpt het lijstje met nuttige bezigheden. Daarom willen we jullie graag aansporen om jullie tijd nuttig te besteden, en wel door te luisteren naar volledige discografieën van artiesten waar je niet helemaal mee vertrouwd bent. Dat doen we onder de noemer ‘Indiestyle luistert’. Zelf zin om aan deze reeks mee te werken? Neem hier een kijkje en mail de artiesten die je wil ontdekken door naar info@indiestyle.be. Hier vind je een overzicht met alle luisterdagboeken.

Superlatieven worden zelden geschuwd als het over Radiohead gaat, en de impact van de band kan moeilijk onderschat worden. Toch vonden we drie lezers die de negen albums van de Britten nog nooit geluisterd hebben. Hoog tijd dat Eewoud Coudeville, Jitze de Vries en Niels Danzon daar verandering in brengen.

Hoe goed ken je de band al?

Radiohead heeft voor mij altijd al een mysterieuze aantrekkingskracht gehad, al is het nooit tot een echte luistersessie gekomen. Ik werd vooral aangetrokken door de hoezen van de albums: dat creepy gezicht, een soort futuristische stad, een babygezicht in een zonnebloem, de naam van het album dat in verschillende kleuren over de hoes stond. Ik weet ook dat de frontman een lui oog en een bekende naam heeft, maar ik moet het eerlijkheidshalve toch even googelen. Thom Yorke, natuurlijk. Ik moet ook toegeven dat ‘Karma police’ en ‘Fake plastic trees’ ooit op mijn iPod hebben gestaan maar verder reikt mijn kennis (nog) niet. Ik ben alvast benieuwd. (Eewoud)

Als fan en liefhebber van muziek over het hele genre spectrum heb ik mezelf vaak genoeg in situaties gevonden waarin mij het schaamrood op de kaken liep wat betreft mijn schamele kennis van Radiohead. Voor mijn gevoel is dit bijna een soort self-fulfilling prophecy; Radioheads albums worden algemeen zo hoog gewaardeerd en door menig muziekkenner op een voetstuk geplaatst dat voor mij de barrière om mij er in te verdiepen alsmaar groter is geworden. Toch, nu de mogelijkheid zich presenteert om er echt eens goed voor te gaan zitten wil ik deze kans om een deep dive in de Radiohead-discografie te nemen zeker niet missen. Qua voorkennis kan ik het nummer ‘Creep’ natuurlijk aanhalen, naast een aantal nummers vanop ‘In rainbows’. Oh, en ‘Kid a’ schijnt nogal een big deal te zijn? Ik ben benieuwd. (Jitze)

Radiohead ken ik zeker van maar ik ben niet echt bekend met hun discografie en om eerlijk te zijn schaam ik me een beetje dat ik enkel het nummer ‘Creep’ bij naam ken. Hun stijl en sound spreekt me wel erg aan en sluit aan bij mijn sporadische luistersessies van Blur. (Niels)

Pablo honey (1993)

Creep! Juist! Helemaal over het hoofd gezien in mijn intro! ‘Pablo honey’ klonk me niet vreemd in de oren, het heeft een typische 90’s sound en klinkt zelfs wat grungy. De plaat klinkt zeker harder dan verwacht, ik linkte loeiharde gitaarsolo’s nu niet direct aan Radiohead. Ik begrijp dat dit in het jaar ’93 wel de max moest zijn geweest voor mensen die vanaf het begin mee waren. Er zijn vast vele fans die deze plaat keihard koesteren maar ik kan helaas niet zeggen dat ik deze plaat fantastisch vind. Ik heb nu wel het gevoel dat ik voor menig muziekliefhebber een heiden ben, sorry daarvoor. Favoriete nummers: ‘You’ en ‘Blow out’. Op naar de volgende! (Eewoud)

Stop whispering, start shouting” luidt het refrein van de vierde track van ‘Pablo honey’, waarmee Yorke ook precies mijn gevoel richting Radiohead na het luisteren van dit eerste album verwoordt. Ik kan niks op dit album aanwijzen wat me echt tegen staat, maar met de culturele impact en reputatie van Radiohead in mijn achterhoofd voelt het toch als een whisper die me doet verlangen naar het excentrieke shouts wat er ongetwijfeld aan zit te komen in latere albums. ‘Pablo honey’ lijkt een perfecte reflectie van de nineties grunge-tijdsgeest te zijn, met knipogen naar andere altrock en (post)grunge acts als Nirvana, Smashing Pumpkins en ook een duidelijke invloed van Pixies, met zijn afwisseling tussen lichtere, melancholische nummers als ‘Thinking about you’ en distorted, in-your-face gitaarsolo’s in het daaropvolgende ‘Anyone can play guitar’. Op tekstueel vlak mis ik toch enige vorm van diepgang en thematische samenhang. Het talent is er zeker, en de potentie voor verdere evolutie van hun sound ook, maar ik mis op ‘Pablo honey’ het uitdagende, experimentele wat ik van een Radiohead-album zou verwachten. Een hoogtepunt is wel afsluiter ‘Blow out’, dat met zijn verwrongen, bijna mechanische outro een voorbode lijkt te zijn van een band die grenzen op wil gaan zoeken. (Jitze)

‘Pablo honey’ doet in mijn ogen iets te veel zijn best om “the edgy kid on the block” te zijn. Het album is heel mistroostig en hervalt vaak een beetje in hetzelfde “niemand ziet me graag”. Na de plaat een tweede keer te hebben beluisterd, kreeg ik toch iets meer appreciatie voor de sporadische schoppen naar het establishment en de nobele zoektocht naar eigenheid. Al bij al een goede plaat voor wanneer je Schopenhauer als ontbijt hebt gegeten en niet vies bent van melodramatische teksten. Wat ik wel mis in dit album, zijn iets meer poëtische teksten. (Niels)

The bends (1995)

‘The bends’ begon veelbelovend, ik hou namelijk van pianootjes met wat delay. Ik kon na drie nummers ook concluderen dat de sound beter was dan op het debuut: de drums klinken minder ver weg en er is meer bas. De nummers lijken ook minder goed op elkaar dan bij de eerste plaat en het begint meer en meer op mijn idee van Radiohead te lijken of toch hoe ik ze me had ingebeeld voor dit spannende avontuur. Ben ik trouwens de enige die bij het luisteren naar ‘My iron lung aan zowel Nirvana’s ‘Heart-shaped box’ alsook het epische einde van dEUS’ ‘Instant street’ moest denken? Topnummer trouwens, maar daarna vond ik dat het welletjes was geweest. ‘The bends’ is een degelijk album, eentje dat klinkt als een echte jaren ’90 anthem. (Eewoud)

Op Wikipedia las ik dat “the bends” een andere term is voor decompressieziekte, een fenomeen waar duikers vaak last van hebben als ze van hoge naar lagere druk omhoog zwemmen. Op ‘The bends’ vind ik Yorke ook klinken als een duiker die probeert te schreeuwen onder water – het klinkt euforisch en ontladen maar toch beklemd en onderdrukt. Wel lijkt het album al een stuk volwassener dan ‘Pablo honey’, te merken aan de introspectieve teksten tegen een achtergrond van een veranderende wereld. Ik begin de hype rond deze band wel beter te snappen nu en vind vooral ‘High and dry’ en ‘Fake plastic trees’ erg sterke tracks. (Jitze)

Vanaf het eerste nummer valt het op dat dit een andere versie van Radiohead is. Doorheen de hele plaat is het duidelijk dat ze langzaamaan hun eigen stijl vinden, wat zich vlekkeloos vertaalt in een zelfverzekerder klankgeluid. De leadzanger zijn existentiële crisis voelt uit de ruit gegooid en heeft zo plaats gemaakt voor een poëtisch schouwspel vol sneren naar de wereld rondom de band. Het voelt alsof de regenbui van ‘Pablo honey’ wordt verjaagd en de zon eindelijk kan/mag schijnen. Een aangenaam album dat mijn aandacht nooit is kwijtgespeeld en me zin gaf om mijn bureau eens te verlaten. (Niels)

OK computer (1997)

Na enkele nummers van ‘OK computer’ had ik precies dé soundtrack gevonden voor deze quarantainetijden. ‘Exit music (for a film) gaf me zelfs even kippenvel! Geef me tien pinten en ik zou misschien beginnen bleiten bij dit nummer, en dat zie ik als een compliment! En titels die stukjes tussen haakjes hebben, vind ik sowieso al artistiek interessant. Amuzikale intermezzo’s op een plaat vind ik ook interessant maar ‘Fitter happier duurde misschien net iets te lang? Met ‘Electioneeringdacht ik even dat Spotify naar Muse was doorgeschakeld, dit nummer was wel echt de vreemde eend in de bijt, maar op zich wel cool. Wat me ook opviel na drie albums: na drie kwart album word ik wat onrustig en wil ik stiekem iets anders opleggen: iets toegankelijker, iets vertrouwelijker of ja, gewoon even geen Radiohead, maar ik ben een brave jongen en luister geduldig verder. En kijk: de laatste twee nummers vond ik dan weer machtig: geduld loont! (Eewoud)

Na dit album uitgeluisterd te hebben voel ik me hetzelfde als na een meeslepende film gekeken te hebben. Het liefst blijf ik nog even rustig kijken hoe de credits voorbij rollen terwijl ik alles eventjes laat bezinken. Op ‘OK computer’ worden mijn verwachtingen van deze band grotendeels ingelost. Het is experimenteel, maar nog steeds 90’s rock. Het is profetisch, politiek, maar nog steeds persoonlijk. Ik begin ook steeds verliefder te worden op de stem van Yorke, die met vlagen, op een bijna zeurderige manier, over de instrumentatie lijkt te glijden. Het voelt alsof ik het album teniet doe door een interlude aan te wijzen als hoogtepunt, maar de tekst van ‘Fitter happier’ komt zo griezelig dicht bij de realiteit, en ook mijn realiteit, van het leven in een postmodern informatietijdperk dat ik niet anders kan dan dit nummer de lucht in te prijzen. Klein, klein beetje kippenvel misschien zelfs. (Jitze)

Na de aangename stijlproevertjes die ik op ‘The bends’ mocht aanhoren, krijg ik nu eindelijk het hoofdgerecht op mijn bord. Het album voerde me mee op een lange auditieve reis waarvan ik ieder moment heb genoten. Gedurende de luistersessie voelde ik me op een tocht die ver van utopisch was, maar allesbehalve apocalyptisch. In al mijn enthousiasme zou ik verleid zijn te zeggen dat ‘OK computer’ een nummer als ‘Creep’ overbodig maakt, maar daar is het nog iets te vroeg voor naar mijn mening. Zonder twijfel een mijlpaal die doet watertanden naar volgende albums. (Niels)

Kid a (2000)

‘Kid a’ begon met een soort elektronische ballad die me zeker kon bekoren. Dit was precies hoe ik me Radiohead inbeeldde. De volgende twee nummers kan ik alleen maar omschrijven als bizar en moody doch aangenaam. Toen How to disappear completely’ en ‘Treefingers’ afspeelden, kreeg ik echter een migraineaanval en was ik zelfs even van plan om ‘Joebadoebadoe’ van Samson en Gert op te zetten, puur om even terug in balans te komen. ‘Optimistic’ is nog een lichtpuntje in het deze duistere geluidenzee van een tweede helft maar naar het einde toe kan ik enkel dit concluderen: Luister niet naar ‘Kid a’ als je lijdt aan angststoornissen of gelijkaardige psychische aandoeningen. (Eewoud)

Als je mij voor dit project te luisteren had gevraagd wat de signature sound van Radiohead is, dan had ik waarschijnlijk mijn best gedaan om iets te omschrijven wat hierop lijkt. Het voelt als de laatste fase in hun transformatie van postgrunge naar experimentele elektronische muziek, waarin ‘Ok computer’ als tussenstap diende. Het album voelt hol, koud en leeg. Nummers als ‘Kid a’ en ‘In limbo’ zijn vrij mellow, lekker depressief op een dromerige manier, terwijl de distortion in combinatie met een onverwachte saxofoon op nummers als ‘The national anthem’ juist voor een haast onaangename luisterervaring zorgen, die op deze manier ook zijn doel bereikt. Het mooiste nummer vind ik ‘Idioteque’. De ijlende stem van Yorke lokt je in een trance terwijl de scherpe drum kick je telkens weer wakker schudt. Nee, dit is geen album waar je gelukkig van wordt, maar deze non-ironische softboy kan daar wel van genieten. (Jitze)

‘Kid a’ voelt als een ferme schop tegen de schenen van de luisteraar maar het is geen gemeende trap. Het hele album geeft me het gevoel dat er “We moesten dit doen” wordt gezegd. Om eerlijk te zijn verwarmt de plaat mijn hart een beetje. In plaats van een album met meeslepende gitaarmelodieën te creëren is er bewust gekozen voor een elektronisch geluid en dit is naar mijn mening het mooiste eerbetoon aan ‘OK computer’. Radiohead is dood, lang leve Radiohead! (Niels)

Amnesiac (2001)

‘Amnesiac’ is een vreemde plaat. Na vijf nummers leek ik precies al vijf verschillende bands gehoord te hebben, waarvan ik drie bands, euh nummers, wel echt goed vond! Ik meende zelfs de stem van Damon Albarn te horen in ‘You and whose army?’. Na het vijfde nummer besloot ik een bad te nemen met de tweede helft van ‘Amnesiac’ als sfeermuziekje en ik moet helaas toegeven dat de combinatie niet ideaal was, behalve misschien ‘Life in a glasshouse, maar dan zonder Yorke zijn nerveus gezang. Begrijp me niet verkeerd: als soundtrack voor een psychologische thriller zou dit perfect zijn, maar om nu te zeggen dat ik helemaal zen uit bad kwam, is de waarheid geweld aandoen. Toen het laatste nummer gespeeld was, genoot ik van de stilte. Ik weet niet als dat een goed of een slecht teken is. (Eewoud)

‘Amnesiac’ bouwt voor mijn gevoel heel erg voor op ‘Kid a’. Het is alsof ze hun gouden formule hebben gevonden, en daar nog een tijdje mee willen spelen. Dat resulteert in een album dat weer goed in elkaar zit. De tracklist is waterdicht, en de nummers contrasteren mooi met elkaar qua energieniveau. Toch kwam het album bij mij niet zo aan als het vorige. Misschien zijn mijn eisen veel te hoog, en waarschijnlijk is dat de schuld van Radiohead zelf door de lat steeds hoger te leggen en hun sound te veranderen, maar het lukte ‘Amnesiac’ net niet om de verwondering in mij op te roepen zoals de vorige twee albums dat wel deden. (Jitze)

Tot mijn vreugde mocht ik meteen vaststellen dat Radiohead zich verder heeft vastgebeten in het je-m’en-foutisme . Waar ‘Kid a’ me soms deed hunkeren naar iets betekenisvollere teksten, vult ‘Amnesiac’ de leegte beter op en beter is een parabool in deze context. De combinatie van duistere teksten en soundscapes die je rechtstreeks in de vergetelheid sleuren, zorgde ervoor dat het album me op een zachte doch dwingende manier bij de keel greep. In mijn ogen is het een album dat je de adem afsnijdt, zonder dat je er enig probleem mee hebt. (Niels)

Hail to the thief (2003)

‘Hail to the thief’ is toegankelijker dan zijn voorgangers en luistert redelijk gemakkelijk. Het is een plaat waar de gitaar opnieuw een belangrijk instrument wordt zonder dat het een herhaling van hun eerste gitaarplaten is. ‘2+2=5’, ‘Go to sleep’ en ‘A punch up at a wedding’ zijn echt wel aangename verrassingen, zeker na die twee vorige platen waarbij ik toch af en toe eens een adempauze moest nemen. Er staan ook minder evidente nummers op zoals The gloaming’ en ‘Backdrifts’ maar ze zitten tussen vlottere songs waardoor ik ze wel passend vind. Toen het album gedaan bleek te zijn, vond ik het zelf even jammer! Tot nu toe de beste plaat voor mij, misschien geen popular opinion maar wel een honest opinion! (Eewoud)

‘Hail to the thief’ voelde verfrissend om naar te luisteren, na de twee overheersend elektronische albums hiervoor. Op deze plaat pakt Radiohead de gitaar er weer bij, en krijgen we een mix van afwisseling tussen akoestische en elektronische nummers. Op tekstueel vlak lijkt dit het meest politieke album tot nu toe. In mijn oren klonk het als een voorbode van een wereld die egoïstischer wordt, waarvan de vooruitgang gestopt is. Vrij uitzichtloos dus, het spreekt een soort doomsdayscenario uit. Ik begin langzamerhand deze band wel erg pessimistisch en deprimerend te vinden; een beetje luchtigheid zou me wel blij maken. De akoestische nummers ‘Go to sleep’ en ‘There, there’ waren voor mij dus ook uitblinkers. Beide zijn ze niet vrolijk, maar toch minder in your face dan veel andere tracks. (Jitze)

‘Hail to the thief’ toont voor mij aan dat Radiohead allesbehalve eenzijdig is en duidelijk zijn lessen heeft getrokken uit de twee vorige albums. Ik vind de plaat een aangenaam evenwicht tussen hun rockverleden en hun elektronische openbaring. Wederom slaagt Thom Yorke erin om mijn aandacht te vatten met zijn hypnotiserende stem en de betoverende elektronische rock. (Niels)

In rainbows (2007)

‘In rainbows’ startte met ‘15 steps’ en laat dat nu echt een nummertje voor mij zijn: lekker baslijntje, gortdroge drums, toffe geluidjes. Begin ik Radiohead echt te appreciëren of worden ze gewoon beter? Dan ‘Bodysnatchers’, wederom een goed nummer, verdorie! Hop, zeemzoete ballade dabei: ‘Nude’, wauw! Ik kan hier elk nummertje evalueren maar dan wordt het te lang. ‘In rainbows’ is gewoon een mooie plaat. Het heeft een heel melancholische toon en luistert zelfs nog vlotter dan ‘Hail to the thief’. Goed gewerkt en een bank vooruit! (Eewoud)

‘In rainbows’ is voor mij tot nu toe de absolute highlight in deze discografie. Het is een stuk rustiger dan voorgaande albums, wat mij de ruimte gaf om beter naar de teksten te luisteren en me echt te laten meeslepen. Het album is niet per se minder deprimerend dan eerdere stukken, maar ruilt de directe intensiteit juist om voor een soort duisterheid die je heerlijk als een zwarte denken over je heen kan trekken. De holle, tikkende drums en mellow piano’s en gitaren in de nummers ‘Weird fishes / Arpeggi’ en ‘Reckoner’ zorgden voor een luisterervaring die je meevoert, waardoor je het niet merkt hoe weinig tekst en muzikale verandering er eigenlijk in deze nummers zit. Ik zie mezelf dit album absoluut vaker draaien, het liefst ‘s nachts in de trein na een onsuccesvolle date of een feestje waar ik helemaal niemand kende. (Jitze)

Ieder album opnieuw doet Thom Yorke me denken dat ze een nieuw hoogtepunt hebben bereikt en ‘In rainbows’ is op dat vlak geen uitzondering. Hoewel ik de plaat opnieuw heel mooi uitgebalanceerd vind, zetten de nummers me minder op mijn plaats. Het is nog steeds dromen, maar ergens heb ik het gevoel dat er een kleine twist in zit. De plaat geeft me een vrolijk gevoel maar in tegenstelling tot de andere albums is het dromerige er een beetje uit naar mijn mening. (Niels)

The king of limbs (2011)

’t Is weer iets vreemder, die ‘King of limbs’, of toch vooral de eerste helft, de ritmes zijn soms wat tegendraads maar ik stoor me er precies niet aan. ‘Morning mr magpie’ vind ik wel echt een tof nummertje. Door het vibrerende ‘Feral’ moest ik plots dringend naar het toilet, maar dat kon ook die vijfde tas koffie zijn. Ik merk op dat de plaat na laatstgenoemde nummer heel actueel klinkt, alsof ze net uit zou kunnen zijn. Ik hoor in ‘Lotus flower’ en Separator’ een falsetstem op een leuk, dromerig beatje dat tegenwoordig echt heel in is. In Give up the ghost’ hoor ik zelfs wat Bon Iver, maar misschien niet de Bon Iver van 2020. Als ik eens spiek in ‘Radiohead albums ranked’ merk ik dat deze plaat minder populair is, al denk ik dat ze dat wel zou zijn als ze anno 2019-2020 zou uitgekomen zijn. Ik heb er alvast van genoten, behalve dan van ‘Feral’… (Eewoud)

‘The king of limbs’ heeft niet extreem veel indruk op mij gemaakt. Ik heb het gevoel dat ik de band en hun manier van nummers schrijven nu redelijk goed door heb, en dit album brengt voor mij niet per se iets heel nieuws. Alleen het nummer ‘Give up the ghost’ heb ik meteen nog een keer geluisterd. Met zijn kerkkoor-achtige harmonieën springt dit nummer er voor mij wel bovenuit. Nog één album te gaan, misschien lukt het ze toch om mij nog een laatste keer te verrassen? (Jitze)

Ik vind het een beetje moeilijk om dit album te bespreken of er een gevoel aan te koppelen aangezien het heel nauw aanleunt bij de eerdere albums. Wel valt het me op dat ik me dikwijls opgejaagd voel door de percussie. Het is alsof er ritmisch een versnelling hoger is geschakeld en ergens draagt dit wel bij tot de sfeer die het album schept. (Niels)

A moon shaped pool (2016)

Nog geen dag na de beslissing om dit gewoon te doen, zit ik al aan de laatste plaat: ‘A moon shaped pool’. Daar ze nog maar vier jaar jong is, was ik misschien het meest benieuwd naar deze. Ik werd vier jaar geleden getriggerd door Burn the witch omdat ik het automatisch aan het gelijknamige nummer van Queens Of The Stone Age moest denken. De gelijkenis was echter niet treffend, wel was ik fan van de clip! Ik heb een stukje van deze plaat in de auto beluisterd, wat mij betreft het beste moment om nieuwe muziek te ontdekken, maar Radiohead, of toch zeker deze plaat leek me niet zo ideaal om zo te ontdekken. Bij Ful stop voelde ik weer die ‘Kid a’-vibes waar ik nerveus van werd. Ik was content dat ik in de Colruyt was gearriveerd. Terug thuis sprong The numbers’ er nog bovenuit, tussen een ietwat slaapverwekkend einde. Op zich is’t een mooie en feeërieke plaat maar er zit wat mij betreft te weinig schwung in. (Eewoud)

Met als laatste woorden “Just don’t leave, don’t leave” is dit album een goede afsluiter voor mijn avontuur door de Radiohead-discografie. Dit album is het meest akoestische sinds ‘Pablo honey’, met overheersende strijkinstrumenten en een soort achtergrondkoor dankzij de band’s samenwerking met het London Contemporary Orchestra (jep, I did some research). Voor mij laat Radiohead met dit album horen dat ze ook in een latere periode van hun carrière nog steeds kwalitatief goede muziek willen maken waarin ze zichzelf blijven uitdagen om nieuwe dingen te proberen. Puur persoonlijk is dit album niet mijn favoriet – er zit net niet genoeg energie in en het gaat ook iets te lang door – maar toch voel je dat er veel tijd en aandacht in heeft gezeten. Hierdoor is het zeker geen slechte afsluiter. (Jitze)

‘A moon shaped pool’ laat een erg onzekere indruk bij me achter. In vergelijking met de andere albums krijg ik de indruk dat Thom Yorke een totaal andere positie inneemt op het podium. Zijn stem worstelt zich meer naar de voorgrond wat de plaat een erg persoonlijke toets geeft. Persoonlijk vind ik de nummers perfect om mee op te staan en te genieten van mijn ochtend. Met momenten geeft het me de neiging om te weg te dromen maar vijf minuten later word ik weer naar de grond geslagen door een obscure sfeerschepping in een nummer. (Niels)

Conclusie

Ik heb in iets meer dan 24 uur negen albums gehoord van één band. Het was intens maar ik vond het wel echt leuk om te doen. Ik heb het gevoel dat ik Radiohead nu ken, ik ben daarom niet de grootste fan geworden (dat is ook onmogelijk na 24 uur) maar ik begrijp nu wat ze doen en waarom ze zoveel fans hebben. Ik begrijp ook dat ze in die 27 jaar als band enorm geëvolueerd zijn en dat die mannen echt wel wreed goeie muzikanten zijn. Ik ga zeker opnieuw luisteren: sommige platen als geheel, van andere platen eerder enkele nummertjes, en ik zou ook wel durven om in de toekomst hun nieuwe albums integraal te beluisteren als ze uitkomen. Update: negen dagen nadat ik alles beluisterd heb, kan ik toevoegen dat ik toch al wat uren naar Radiohead heb geluisterd. Losse nummertjes, een setlistje van één van hun laatste optredens en toch al twee keer ‘In rainbows’ van A tot Z! (Eewoud)

Eén ding is duidelijk: Radioheads discografie is kwalitatief erg sterk. Ik had hoge verwachtingen, dat zeker, maar die zijn ook absoluut waargemaakt. Yorke schrijft nu eenmaal hele scherpe, poëtische teksten en samen met de rest van de band en hun drive om los te breken van de mainstream stijl van ‘Pablo honey’ heeft hij ook echt een eigen Radiohead-sound op de kaart gezet: elektronische, distorted rockmuziek met depressieve en filosofische ondertonen. Daarin excelleert het album ‘Kid a’. Toch zijn ze hierna ook niet stil gaan zitten en hebben ze me verder weten te overtuigen met onder meer ‘In rainbows’ en ‘A moon shaped pool’. Over het algemeen ben ik wel meer fan van de albums waarin ze net iets rustiger en melancholischer klinken. Een kleine kanttekening is wel dat dit albums zijn die je eigenlijk niet zo snel achter elkaar moet luisteren als ik heb gedaan. Dat gaat ten koste van de kwaliteit en authenticiteit die ze op zichzelf, als losse kunstuitingen hebben. Het zijn gewoon zware albums, op een muzikaal en tekstueel niveau, en je moet ze echt de tijd geven om te laten bezinken; dan is deze band op zijn best. (Jitze)

Over een aangename evolutie gesproken! Na het luisteren van ‘Pablo honey’ moet ik toegeven dat de moed me een beetje in de schoenen zonk maar de ontpopping naar een poëtisch en instrumentaal sterke band hebben mij zeker overtuigd. De hevige teksten samen met de unieke sfeer van ieder nummer hebben me overtuigd dat Radiohead zeker een band is die ik nog ga beluisteren. (Niels)