Header image

Indiestyle luistert: Nils Frahm

door Mattias Goossens

Naarmate de lockdown vordert, krimpt het lijstje met nuttige bezigheden. Daarom willen we jullie graag aansporen om jullie tijd nuttig te besteden, en wel door te luisteren naar volledige discografieën van artiesten waar je niet helemaal mee vertrouwd bent. Dat doen we onder de noemer ‘Indiestyle luistert’. Zelf zin om aan deze reeks mee te werken? Neem hier een kijkje en mail de artiesten die je wil ontdekken door naar info@indiestyle.be. Hier vind je een overzicht met alle luisterdagboeken.

Nils Frahm zorgde er de afgelopen jaren voor dat neoklassieke muziek een steeds breder publiek bereikte. Hij weet schoonheid te puren uit zowel zijn piano als toiletborstels. Lezers Jonas François en Sarah Van der Straeten ontdekten op een week tijd zijn streambare discografie.

Hoe goed ken je de artiest al?

De artiest Nils Frahm ken ik wel vrij goed van naam omdat hij al meermaals op Dour heeft opgetreden. Het zou zelfs kunnen dat ik toen een momentje bij zijn optreden stond op aanraden van een vriend, maar dat zijn hele vage herinneringen. Ik wist ook dat hij deze zomer normaal gezien naar Gent Jazz Festival kwam op dezelfde avond als John T. Gast en Portico Quartet. Ik was van plan te gaan en hem dus sowieso in deze maanden wat beter te leren kennen, maar nu het niet doorgaat kan ik hem evengoed toch leren kennen. Ik verwacht een combinatie van piano met ambient-geluiden. (Jonas)

Mijn kennis over Nils Frahm is erg beperkt, veel verder dan instrumentale muziek en een vaag vermoeden dat hij de Duitse nationaliteit heeft reikt die niet. Een volledig album, laat staan een volledig nummer heb ik nog niet gehoord. Een uitgelezen kans dus om tijdens dit luisterexperiment de discografie van Nils Frahm beter te leren kennen. Aangezien ik veronderstel dat hij min of meer in hetzelfde schuitje zit als Brian Eno, verwacht ik de muziek wel te kunnen appreciëren. (Sarah)

The bells (2009)

Heel rustig en kalmerend album. Het heeft mij wel niet in de tang. Ik word er niet per se direct emotioneel door geraakt, maar heb wel het gevoel dat dit bij andere mensen wel zo’n gevoel kan opwekken. Ik luister uitzonderlijk eens naar een album met uitsluitend een piano als instrument en meestal word ik toch meer meegezogen. Al bij al een redelijk album, heel rustgevend tijdens het invullen van enkele sudoku’s. (Jonas)

Nils Frahm blijkt inderdaad instrumentale muziek te maken, die ik wel weet te appreciëren. Er lijkt geen noot te veel geproduceerd en alles vloeit behoorlijk naadloos van het ene naar het andere nummer. Ik doe nog mijn best om een link te trachten horen of zien tussen de titels en de muziek maar ben vooral aangewezen op verbeelding hiervoor. Dit klinkt als muziek om rustig en zorgeloos bij weg te dromen. (Sarah)

Music for lovers, music vs time (2010)

Wat een mooi album! De productie en het geluid waren ook van magnifieke kwaliteit. Zeer veel originele geluiden die rust uitstralen, het voelt ergens wat aan als een ASMR-sessie zonder een stem. Naar het einde toe volgen wat kinderlijke geluiden die de neiging hebben me op te fleuren. Ik stel me dus ook een relatie voor in zijn beginmomenten en dan snap je goed hoe de titel in het album naar voor komt, waarbij de subtiele, rustgevende geluiden met hier en daar een pauze de tijd suggereren. (Jonas)

In ‘Kugler’ meen ik een windvanger te horen die ergens onbewust maar tevreden geleid wordt door de wind. Het klinkt allemaal iets meer experimenteel dan de voorganger. Sommige klanken lijken niet voort te komen uit voorwerpen die als muziekinstrument geschapen werden, maar desalniettemin brengen ze toch iets interessant voort. Bij momenten klinkt het ook scheller en geagiteerder, alsof iemand de maker ervan zit op te jutten om toch maar voort te maken. (Sarah)

7 fingers (2011)

Het derde album is er een in samenwerking met Anne Muller die de klassieke component aanbrengt met haar viool. Dit is echt het soort muziek dat ik me voorstelde bij Nils Frahm: een mooie balans tussen de gezelligheid van klassieke muziek en de meeslependheid van rustige elektronische muziek. Ik vind de viool van Anne Muller (en haar stem) een mooie toevoeging. Vooral een fan van de titelsong en van ‘Duktus’. (Jonas)

‘Teeth’ zet direct z’n tanden erin en klinkt met de emotionele begintonen al grootser dan het vorige album. Hier zijn de overgangen naar volgende nummers meer hoorbaar. Terwijl ik me afvraag of Nils Frahm iets met tanden heeft als ik naar de tracklist kijk, herinneren de vogels op ‘Let my key be c’ me eraan dat er belangrijkere dingen zijn, zoals nog eens echte vogels in de natuur horen in plaats van vanuit mijn kot.  De grootste verrassing was het plotse gezang op ‘Long enough’, alsof het plots lang genoeg geduurd had zonder tekst. (Sarah)

Felt (2011)

Wat ik zo speciaal vind aan het album is dat de live-opname ook zijn ademhalingen en kleine hoestjes mee opneemt. Ik heb tijdens het luisteren gezocht naar uitleg hierrond en de verklaring was een mooie twist. Een topalbum, thanks to the neighbours! (Jonas)

Mijn beroepsmisvorming denkt bij ‘Felt’ eerder aan het architectenbureau dan aan muziek, wat zonde blijkt te zijn. ‘Keep’ wil ik graag dichtbij houden met zijn optimistische en goedgezinde karakter. Nils Frahm lijkt meer minimaler te gaan dan voordien, ‘Less’ lijkt zich luidop af te vragen hoeveel van een nummer men kan wegnemen zonder het volledig weg te gommen. Met als resultaat erg fijne potloodstrepen op een onbeschreven blad. (Sarah)

Screws (2012)

Een heel vreedzaam album dat hij nu uit zijn vingers toverde. Ik heb de gewoonte gekweekt om op zijn site zijn kortverhaal bij elk album te lezen, dat geeft toch een extra dimensie aan de muziek. Het is niet zijn beste album, maar hier valt niks op aan te merken. (Jonas)

‘Screws’ is het kortste album tot nu toe maar voelt (net) niet te kort aan. De vijzen zitten zeker niet los en maken onderdeel uit van een mooi aansluitend geheel. Het kleine en het lichte van de piano geeft bijna het gevoel dat er iemand enkel en alleen voor de luisteraar aan het spelen is. (Sarah)

Music for wobbling music versus gravity (2013) 

Een van mijn favoriete albums voorlopig, heel verrassend. Na ‘Music for lovers, music vs time’ is dit zeker een mooie opvolger. (Jonas)

De vijzen uit het vorige album zijn iets losser gemaakt en de constructie is wat instabieler nu. ‘Music for wobbling, music vs gravity’ klinkt terug experimenteler en met momenten wat slordiger dan wat vooraf ging. ‘Pending’  klinkt effectief als iets dat nog in de lucht hangt met de glitches erin en in ‘Pending 2’ draagt het gerommel op het einde wel toe tot een lichte slaapkameralbum-vibe. Het experimentele komt nog eens duidelijk aan bod tijdens ‘Brehm’, dat soms eerder klinkt als ‘raad het geluid’ dan een coherent nummer. (Sarah)

Spaces (2013)

Wat. Een. Album. Van begin tot eind echt fantastisch. Het is lang geleden dat ik zo van een solo piano album heb genoten, het voelt zo bevredigend aan. Ik werd bijna letterlijk van mijn stoel geblazen. De korte begintrack was al veelbelovend en dat zette zich verder in ‘Say’ en ‘Said and done’. Mijn favoriete nummer is wel ‘For – Peter – Toilet brushes – More’, wat een overweldigend gevoel. (Jonas)

De intro met ‘An abhorted beginning’ steelt z’n titel niet, het donkerder karakter ervan geeft niet echt af op de rest van de nummers, het applaus op het einde komt wel nog terug. ‘Spaces’ klinkt meer afgewerkt en doelbewuster dan het vorige album. De paar erg lange aanwezige nummers mogen op het gemak hun gang gaan. ‘For – Peter – Toilet brushes – More’ is met zijn bijna 17 minuten speelduur als een microkosmos op zich binnen ‘Spaces’ en is met z’n vele verschillende atmosferen best een goede samenvatting van het volledige album. Al lijkt de titel ervan verzonnen na een paar weken lockdown (“Wat valt er hier nog te zien thuis?”), het applaus op het einde is evengoed op zijn plaats.  (Sarah)

Solo (2015)

Solide album, al ben ik er niet per lyrisch over. Dat was ook moeilijk na ‘Spaces’, dat me echt helemaal in zijn greep had. Het was wel zeker de moeite waard om eens naar te luisteren. (Jonas)

‘Solo’ is blinkend mooi in al z’n eenvoud. Less is hier effectief more. Het blijft verrassend hoeveel emotie in zo weinig klanken kan zitten. Meer woorden hoef ik daar niet vuil aan te maken. (Sarah)

Trance frendz (2016)

Opnieuw echt een album dat ik op voorhand aan Nils Frahm zou linken. Zijn albums in samenwerking met andere artiesten (deze keer Olafur Arndalds) zijn werkelijk altijd een ervaring. Het lijkt altijd als het beste uit twee werelden mooi ineengesmolten tot een zalige harmonie. Nummers ’32:52′ en ’00:26′ steken er voor mij uit door de extra elektronische vibe. (Jonas)

‘Trance frendz’ lijkt verder te gaan waar ‘ Solo’ stopte. Het frêle en bijna breekbare ’21:05’ klinkt als iets glimmend dat in de lucht hangt maar net niet te grijpen valt. De rest van het album weet minder de aandacht vast te houden. ’00:26’ en de latere tijdstippen doen iets te veel aan uren denken om te slapen en niet genoeg aan gestolen stukjes tijd in de dag die je wil koesteren, het slaapmobieltje dat schijnt te spelen op ’01:41’ verandert daar niet veel aan. (Sarah)

Tag eins tag zwei (2016): 

Het derde album in samenwerking met F. S. Blumm en misschien wel mijn minst favoriete van het drieluik. Dat betekent niet dat het een minder album is, maar dat de vorige twee samenwerkingen nogal wat verwachtingen deden oplaaien. Het blijft wel echt een duo dat vloeiend complementair is. (Jonas)

‘Tag eins tag zwei’ schildert allemaal verschillende prachtige tinten van het dieporanje dat de cover siert. Er is variatie te horen en af en toe klinkt het eclectisch, maar er wordt nooit naar rood of geel gereikt voor de volgende penseelstreek. De tracklist ziet er eigenlijk wat uit als benoeming voor de dagen thuis nu – weinig onderscheid te zien en namen van dagen doen er niet zoveel meer toe. Een sentiment dat wel te voelen valt in de muziek, die aandoet als een warme zomerdag waarbij het enige wat telt de zon op je snoet is. (Sarah)

All melody (2018): 

Een rustgevend album dat volwassenheid uitstraalt. Je merkt wel een evolutie doorheen zijn albums, al is het moeilijk om uit te leggen wat precies. Dit was alweer een topalbum, dat ik met veel plezier nog eens zou opzetten op een druiligere zondag, eentje zoals vandaag, met veel wind en stevige buien. (Jonas)

‘The whole universe wants to be touched’ is een klinkende titel voor deze vreemde tijden, ook het gezang erbij klinkt wat vreemd op een Nils Frahm-album. De zang keert nog een paar keer terug maar vormt voor mij niet echt een meerwaarde voor de muziek, het leidt eerder af. Wat daarentegen niet afleidt is de titeltrack, die een hoogtepunt vormt gedurende de vele minuten, niet in het minst in de vloeiende overgang naar ‘#2’. ‘Fundamental values’ klinkt als een fundamenteel Nils Frahm-nummer en vat het album wel mooi samen. (Sarah)

All encores (2019): 

Dit album straalt gewoon rust uit. Het luisteren via koptelefoon zorgde voor een zweverige setting. Ik stelde me voor dat ik ergens midden in een bos rustig aan het rondslenteren ben, hoofd beetje naar omlaag en de oortjes in. Het grijze wolkendek neem ik er dan ook maar bij. Aangenaam album. Het laatste nummer, ‘Amirador’ had echt zo’n Boards Of Canada-aura over zich, wat een genot. (Jonas)

‘All encores’ is opnieuw sterk in minimalisme en geeft een minder uiteenlopende indruk dan ‘All melody’. Stuk voor stuk zijn de nummers erg puur en uitgezuiverd, gepolijst tot ze niet meer kunnen spiegelen en blinken dan ze al doen. Het atmosferische werkt duidelijk, nooit gedacht dat het zo aangenaam zou zijn om naar ruis te luisteren op ‘Amirador’. ‘All encores’ is even minimalistisch maar tegelijk even warm als een interieur van Axel Vervoordt – dat is weer die beroepsmisvorming aan het woord. (Sarah)

Empty (2020): 

Weer een plaatje, de tracks vloeien ook allemaal mooi in elkaar over. Het geluid van golven die rustig over de kust rollen, geeft me een relaxed gevoel. Het maakt je benieuwd naar wat er de komende jaren nog gereleased gaat worden. (Jonas)

‘No step on wing’ schittert en danst als zon op golvend water, en die schittering blijft aanwezig doorheen ‘Empty’. Als er nog een zetel stond in het interieur bij ‘All encores’, lijken bij ‘Empty’ enkel nog de ruwe muren over te schieten. Hetgeen er nog was is toch nog vereenvoudigd en kleiner gemaakt, maar niet minder mooi of emotief. ‘Empty’ is niet leeg, toch scheelt het niet erg veel, maar wat er te vinden valt intrigeert en beroert wel erg. (Sarah)

Conclusie

Ik had eerst nogal mijn twijfels bij Nils Frahm, ik dacht eerlijk gezegd dat hij persoonlijk wat saai ging uitvallen. Niet was minder waar, het was een leuke beleving om zijn albums te doorkruisen, zeker omdat de albums heel coherent zijn. Ik zal hem waarschijnlijk wat meer op de voet volgen na deze luistersessie. Mijn favoriete album is met voorsprong ‘Spaces’. Het collaboratiealbum met Anne Muller, ‘7 fingers’ zou mijn nummer twee zijn waarna een gedeelde derde plaats volgt voor ‘All melody’ en ‘All encores’. Waar ik in het begin van de albums dacht dat ik zijn samenwerkingen beter vond dan zijn solowerk, heeft hij met die twee albums – en natuurlijk ook ‘Spaces’ – een topindruk nagelaten. Mijn lievelingsnummers zijn in willekeurige volgorde: ‘7 fingers’, ‘Duktus’, ‘Amirador’, ’32:5’2 en ‘For – Peter – Toilet brushes – More’. (Jonas)

Nils Frahm heeft me geïntrigeerd en gecharmeerd. Aan het begin vroeg ik me nog af hoe dertien albums instrumentale muziek me zouden bevallen als een muziekluisteraar die erg focust op lyrics maar het was net verfrissend om er gewoon geen te hebben om op te kunnen focussen. Er is genegenheid gegroeid voor het genre waar er vroeger louter interesse was. Het minimale en poëtische in alles spreekt me wel aan, zowel in de nummers zelf als in de namen ervan als in de albumcovers. Het lijkt alsof Nils Frahm op zoektocht is naar het archetype van wat muziek hoort te zijn en soms komt hij aardig in de buurt. Hoogtepunten voor mij waren de volledige albums ‘Solo’, ‘All encores’ en ‘Empty’. (Sarah)