Naarmate de lockdown vordert, krimpt het lijstje met nuttige bezigheden. Daarom willen we jullie graag aansporen om jullie tijd nuttig te besteden, en wel door te luisteren naar volledige discografieën van artiesten waar je niet helemaal mee vertrouwd bent. Dat doen we onder de noemer ‘Indiestyle luistert’. Zelf zin om aan deze reeks mee te werken? Neem hier een kijkje en mail de artiesten die je wil ontdekken door naar info@indiestyle.be. Hier vind je een overzicht met alle luisterdagboeken.
Sinds debuutalbum ‘Funeral’ geldt Arcade Fire als hét lievelingetje van indierockfans, al lieten de Canadezen de laatste jaren een steeds elektronischer popgeluid horen. Toch zijn er lezers en schrijvers van deze website die de discografie van de band nog nooit volledig luisterden. Tijd om daar verandering in te brengen voor Casper Boudry en Quinten Jacobs.
Hoe goed ken je de band al?
Behalve het nummer ‘Rebellion (Lies)’ kende ik zo goed als geen enkel nummer van de band. Maar dat maakt het natuurlijk net zo interessant om deze band eens grondig onder de loep te nemen. (Casper)
Niet echt. Uiteraard kende ik de naam en hun reputatie, maar ik heb nooit echt actief naar hen geluisterd. Ik luisterde alleen hun laatste plaat (‘Everything now’) toen die uitkwam en dat viel zwaar tegen, dus ken ik enkel hun hits. Ze lijken wel goed te liggen in de indie-wereld, dus blij dat ik nu een excuus heb om hun discografie uit te spitten. (Quinten)
Arcade Fire ep (2003)
Deze eerste ep uit 2003 is ‘self-released’ maar wie voorbarig zijn conclusie trekt, maakt een grove fout. Het zit vol van goede nummers zoals ‘No cars go’ (overigens een fantastisch nummer om eventueel te draaien tijdens de volgende klimaatstaking) en ‘My heart is an apple’. Knappe opener van de discografie. (Casper)
De debuut-ep van Arcade Fire is ‘self-released’ en dat is eraan te horen. Saaie productie, niks opwindend en met ‘Vampire/Forest fire’ staat er aan het einde een lang nummer op dat niemand goed vindt, buiten de bandleden zelf, die vinden het ge-wel-dig. ‘Headlights look like diamonds’ valt nog mee, maar voor de rest is de debuut-ep geen leuke opwarmer. (Quinten)
Funeral (2004)
Dit album heeft een beetje last van schizofrenie. Aan de ene kant zijn er enkele fantastische songs in te vinden zoals ‘Rebellion (Lies)’, dat zestien jaar later toch een echte klassieker blijft. Aan de andere kant zijn sommige liedjes toch redelijk langdradig zoals ‘Neighborhood #3’. De rode draad doorheen het album blijft dus gissen. Het lijkt alsof Arcade Fire hier twee albums doorheen mixt en het resultaat presenteert als een schooljongen die de dag op voorhand zijn powerpointpresentatie gemaakt heeft, hopend op een goed cijfer. (Casper)
Op de eerste echt langspeler van de band staan echt festivalsongs. De nummers zijn ook wat beter, zo kan niemand ontkennen dat ‘Rebellion (Lies)’ wel een schijf is. Toch vind ik dit geen goed album, want het glipt allemaal redelijk onopgemerkt voorbij en het gedrocht van een wals dat ‘Crown of love’ is, is buitengewoon irritant. Voeg er dan nog de oooh’s aan toe uit ‘Wake up’ en begrijp dat Arcade Fire heel graag festivalweides wilde platspelen hiermee. Matig matig. (Quinten)
Neon bible (2007)
Opener ‘Black mirror’ zal welbepaalde mensen kunnen aanspreken maar mij overtuigt het niet. Soms is het wel ietwat mysterieuzer. De gitaren blijven mij wel bekoren, maar de eerste vier songs zijn echt nogal flets en levenloos. Het album mist in mijn ogen een centraal verhaal, een eigen identiteit. Het springt van rustige liedjes naar een opzwepend gitarenspel. Zelfs in sommige liedjes zien we deze verdraaiing, de luisteraar raakt zo het verhaal wel echt kwijt. Sommige individuele liedjes spreken mij absoluut aan maar het album doet dat in zijn geheel het niet. (Casper)
Op ‘Neon bible’ is het meeslepende ‘Black mirror’ als openingstrack het hoogtepunt. Daarna wordt het weer een redelijk saai album, nooit word ik echt verrast, maar onaangenaam is het nooit. Een beetje zoals mijn rechtenstudies dus. Ik zie ook dat ‘No cars go’ uit de debuut-ep wordt hernomen en de ‘bekende’ versie krijgt aangemeten. Weer een nummer dat ik direct kan skippen! Ik begin wat moedeloos te worden van deze Arcade Fire-marathon. (Quinten)
The suburbs (2010)
‘The suburbs’ is het beste album dat ik tot nu toe hoorde van Arcade Fire. Het heeft een mooi openingsnummer en sluit eveneens goed af. Het was tevens een goed album om op de achtergrond te horen bij het studeren van de saaie cursus rechtssociologie. Of dit goed was voor mijn punten over een maand, dat laat ik in het midden. De plaat heeft enorm gamma van opzwepend gitarenspel dat ons doet dromen van een concert van de band waarbij we onze zorgen (voor even) kunnen vergeten. (Casper)
Eindelijk een goed album! De nummers op ‘The suburbs’ zijn eindelijk goed genoeg om mijn aandacht bijna constant te trekken (bye concentratie bij Gerechtelijk recht!). ‘Empty room’ is zelfs bijna overdonderend te noemen. De band komt met deze plaat echt op toerental en lijkt hun nummers ook met veel meer zwier te kunnen brengen. Niet dat het mij diep raakt allemaal, maar dit album zou wel is wat nummers kunnen opleveren voor mijn zomerplaylist. Toch nog een minpuntje zeggen om elitair genoeg over te komen: ‘Month of may’ is toch echt een gimmick hopelijk? Anders echt een heel fout nummer. (Quinten)
Reflektor (2013)
‘Reflektor’ is een redelijk album, beter dan de rest van de albums behalve ‘The suburbs’. ‘Reflektor’ heeft enkele goede en mysterieuze liedjes, die voor de grote muziekkenners (of zij die doen alsof) een aanrader is. Afsluiter ‘Supersymmetry’ is wel het beste slotakkoord tot nu toe. (Casper)
Yes! Knaller van een plaat! Spanning, energie, bombast, een volle klank, het wordt boeiend! Vooral de a-kant kan mij overtuigen, de b-kant is iets rustiger en blijft minder hangen. De grens met kitsch is soms dun op ‘Reflektor’, maar met een paar pinten in de avondzon op een festival is dat alleen maar een voordeel. Het klinkt als een ode aan de complexloze, energieverslindende all in-momenten, waar je alles loslaat en gewoon gaat. Muzikaal niet per se interessant allemaal, maar wie zijn elitair brilletje even afzet (het is me gelukt), geniet met volle teugen. (Quinten)
Everything now (2017)
Net wanneer ik wilde neerpennen dat de opener verschrikkelijk was, ging het perfect over in het titelnummer, een echte knaller. Daarna volgt meer en meer ontgoocheling om vervolgens zoals de Griekse economie een stevige duik te nemen. Arcade Fire ging de afgelopen jaren duidelijk in stijgende lijn, maar kon met dit album dat elan duidelijk en jammer genoeg niet verderzetten. Dit was een verschrikkelijke plaat en deed me met heimwee terugdenken aan minder ontgoochelende momenten zoals de Rode Duivels op het EK 2016. (Casper)
Jongens toch, wat een kutplaat. Op het bekende titelnummer na echt om van in coma te vallen. Zo weinig inspiratie, zo weinig gevoel, zo leeg. ‘Infinite content’ is een nummer dat corona ingespoten zou moeten krijgen, weg ermee. En van de David Bowie ‘’knipoog’’ die ‘Electric blue’ wellicht is, word ik echt boos. Het is geen knipoog naar Bowie, eerder een moordpoging op zijn erfenis. Echt een schande. Jammer, want ik begon net een beetje fan te worden van Arcade Fire. (Quinten)
Conclusie
Arcade Fire heeft één absoluut topalbum ‘The suburbs’, één monsterhit met ‘Rebellion (Lies). De band ging de jaren in stijgende lijn maar kwam duidelijk buiten adem aan op de top van de berg om het laatste album ‘Everything now’ uit te braken. Ik heb enkele nieuwe nummers ontdekt en de band verraste mij op enkele momenten zeer hard. Op andere momenten liet Arcade Fire mij nostalgisch terugdenken aan de plaatselijke band uit het dorp. Met genoeg pinten naar binnen gespeeld kan Arcade Fire net zoals de lokale boysband mij met deze nummers wel op de dansvloer krijgen. (Casper)
Arcade Fire heeft een heel duidelijke sound en bouwt die plaat na plaat verder op. Cumulatie daarvan is ‘Reflektor’, dat verreweg de beste plaat van de Canadezen is. Voor de rest vond ik de reis door de discografie een beetje saai, maar het kan zijn de platte kak die ‘Everything now’ is, mijn beeld nog wat vertroebeld. Een vijftal nummers belanden zeker wel in mijn zomerplaylist, maar vrienden voor het leven ben ik niet geworden met Arcade Fire. (Quinten)