Gisteren keurden we hier al onder meer de nieuwe singles van Alice Glass, CHVRCHES, Youth Lagoon en veel meer. Na een paar dagen Dour was het wel tijd om nog eens wat nieuwe muziek van fikse meningen te voorzien. Vandaag maken we onze inhaalbeweging compleet door onder andere onze Mac DeMarco-moeheid te beschrijven en te bikkelen over Kurt Vile en Foals. Disclosure krijgt zware klappen, en tot slot komen ophitsende katten aan beurt, want dit is het internet en dus is dat onvermijdelijk.
Kurt Vile – Pretty pimpin
Jens Van Lathem: Zeggen dat er in vergelijking met het werk op ‘Wakin on a pretty daze’ iets meer pit zit in ‘Pretty pimpin’, klinkt in de context van Kurt Vile misschien simpelweg belachelijk. De basiselementen van een Vile-song zijn namelijk nog steeds dezelfde: de stem van de man die op z’n dooie gemakje door het lied struint, een akoestische riff die langzaam maar zeker overgenomen wordt door iets actievere elektrische gitaren en herhaling, heel veel herhaling. Toch lijkt het alsof er iets meer vaart zit in ‘Pretty pimpin’, zoals er ook meer snelheid in een slak dan in een schildpad zit. Voor de rest alles peis en vree ten huize Violators. Kurt Vile musiceert op z’n dooie akkertje verder, maar het is wel z’n eigen akkertje. – 3,5/5
Matthias Desmet: Na de jubel die hem twee jaar geleden te beurt viel, zet Kurt Vile zijn slackergangetje verder. Weinig nieuws onder de blakerende zon, Viles haar is nog even lang en zijn songs slepen zich nog even atmosferisch en stoffig voort. Alleen lijkt het inspiratievat een beetje leeg te zijn. De weinig boeiende gitaarrif en het schuchtere soleerwerk modderen inspiratieloos aan. Mag het iets meer zijn dan een outtake van ‘Wakin on a pretty daze’? – 2,5/5
Jonas Van Laere: Zonnebril op, haren in de wind, de arm nonchalant op het portier rustend, cruisend in een oude Cadillac. Moeilijk te vereenzelvigen met Kurt Vile zeg je? ‘Pretty pimpin’ roept nochtans corresponderende taferelen op bij deze toehoorder. Mans laatste plaat ‘Waking on a pretty daze’ verhief saaiheid nog tot kunstvorm, maar met deze single vindt hij zijn kenmerkende nonchalance opnieuw uit. De toon is ongedwongen, zelfs luchtig te noemen, maar de fundamenten blijven typisch Vile, weliswaar in gepimpte vorm. Aanstekelijk? Zeker. Killersong? Allicht niet. – 3,5/5
Thomas Konings: Let niet op de zure mannen hierboven: ‘Pretty pimpin’ is precies het antwoord dat je van Kurt Vile wil horen op de huidige dadrockbeweging. Toen de Amerikaan op het hoofdpodium van Best Kept Secret stond was het dit soort nummer waar hij zo’n nood aan had: nog steeds een heerlijk, ingetogen slackertune, maar wel eentje met een sterke dynamiek en een aanstekelijk gitaarlijntje. – 4/5
Mattias Goossens: Het lijkt wel alsof Kurt Vile absoluut wil bewijzen dat hij nog steeds dezelfde zetelhangende nikser van weleer is, onaangetast door het succes van z’n twee vorige platen. En dus krijgen we the real slacker shady te horen in een kabbelend nummertje waarbij Kurt z’n tong zo hard in z’n eigen kaak duwt dat daar wel scheuren van moeten komen. Dit smaakt te sterk naar overschotjes die hun houdbaarheidsdatum lang achter zich hebben. 2/5
Hinds – Chili town
Thomas Konings: Wat mij betreft had de titel van ‘Chili town’ beter ‘Chilly town’ geweest: de sfeer van de eerste single uit het debuut van de Spaanse meisjes is wel heel erg laidback, veel meer Mac DeMarco dan garage zeg maar. Dat vindt ondergetekende dan weer een jammere zaak, want het zijn ontegensprekelijk de rammelende liedjes (en dan zeker als ze live gebracht worden) die het Madrileense kwartet zo aantrekkelijk maken. Op deze manier klinken Ana en Carlotta ook zo serieus: dat mag niet de bedoeling zijn. – 3/5
Mattias Goossens: In de garage van Hinds is het prettig vertoeven. ‘Chili town’ is het bewijs dat sangria een uiterst geschikt surrogaat is voor lauw bier. En hun vrouwelijke toets – die meerstemmige dynamiek! – laat hen ineens ook frisser klinken dan Kurt en Mac samen. – 4/5
Max De Moor: De vier kokette dames van HINDS wisten met hun goedlachse liveshows en rammelende pretrock al verschillende smaakmakers te charmeren. Nieuwe single ‘Chili town’ koppelt het ondeugend laidbacksfeertje van mr. DeMarco met de meisjesachtige slice-of-life teksten van Girlpool en Best Coast. Daardoor blijft al wie in het bezit is van drie of meer tote bags achter met een debiele grijns op het gezicht (mezelf incluis). Dat wijlen Vivan Girls hen hier al in voorafgingen zie ik daarom ook met plezier door de vingers. – 3,5/5
Arnout Coppieters: Hinds zijn vier dames uit Spanje en de muziek die ze spelen klinkt dan ook alsof hij is bedacht voor de talrijke zonovergoten dagen aldaar. ‘Chilli town’ klinkt zo laidback dat je je ogenblikkelijk in een te warme omgeving waant. Gruizige productie, rammelende gitaren en niet de meest zuivere stemmen vormen een mélange waarmee Hinds op een bepaalde manier toch wegkomt. Alleen jammer dat het misschien iets teveel de vrijblijvende kant opgaat. – 3/5
Vic Mensa feat. Skrillex – No chill
Thomas Konings: Na zijn zinderende samenwerking met Kanye West slaat Vic Mensa nu de handen in mekaar met Skrillex. Gezien diens opruiende A$AP Rocky-productie ‘Wild for the night’ is dat iets om eerder benieuwd naar te zijn. Het resultaat valt dan best tegen: de productie van Sonny Moore is niet speciaal of zelfs niet controversieel en de sample van Allen Iverson vind ik dan weer eerder gemakkelijk. Vic Mensa slaagt er bovendien niet in om zich de song toe te eigenen zoals hij dat wel kon met ‘U mad’ of zelfs ‘Wolves’. – 3/5
Daan Leber: Skrillex is al lang niet meer enkel de brostepproducer die hij ooit was. De laatste tijd gaat hij interessante projecten met andere artiesten aan die soms wel en soms niet of enkel op papier interessant lijken. ‘No chill’, de samenwerking met de volgende grote hiphopster in wording, Vic Mensa, valt in die eerste categorie. De beats zijn ideaal om een goede vrijdagavond te starten, maar meer niet. De productie is veel te druk, en in plaats van het refrein voort te zetten, haalt dit het tempo volledig uit het nummer. Mensa’s energieke single met Kanye West doet dit veel beter. – 2.5/5
Arnout Coppieters: Vic Mensa ziet het groots. Hij pikt er voor zijn nummers geen onbekende producers uit om hen naar het sterrendom te katapulteren, maar gaat direct voor de grotere vissen. Na de onvermijdelijke Kanye West is het deze keer de beurt aan Skrillex om Vic bij te staan in zijn zoektocht naar eeuwige roem. Zoals je mag verwachten met dubstepadept Skrillex achter de knoppen, begint ‘No chill’ erg zenuwachtig en lijkt het gewoon afwachten tot die eerste drop valt. Gelukkig is de heer Mensa wel een erg getalenteerde rapper en ondergaat het lied een metamorfose richting een meer trapgeörienteerd geluid. Helaas blijft het werk schipperen tussen een echte banger en meer alternatieve hiphop. Het is een beetje mosselen noch vis en na ‘U mad’ hadden we toch meer en beter verwacht. – 2,5/5
Foals – Mountain at my gates
Thomas Konings: Net zoals in de recente single ‘What went down’ tonen Foals in het nieuwe ‘Mountain at my gates’ pas hun kloppende hart na een paar fijne, inleidende minuten. Die klinken hier als een kruising van oude alt-J en de meest funky geluiden die we eerder al van Yannis en co te horen kregen. Ze luisteren makkelijk weg maar kunnen je niet helemaal voorbereiden op de mokerslag die de meest interessante Britse indierockband van het moment uiteindelijk uitdeelt: zonder daarbij hun gevoel voor poppy melodieën te verlaten, stort de groep in de bekende cryptische maar intense stijl haar hart uit. Philipakkis’ geschreeuw valt hier beter dan ooit op zijn plek en de manier waarop de finale openbarst, blijkt andermaal het heerlijke handelsmerk van de jongens. Als je dan meteen op de repeatknop duwt, toont de eerste helft van ‘Mountain at my gates’ zich als logisch stukje tussen intense climaxen, dat belooft voor het nieuwe album. Foals kroont zich andermaal als meest underrated act van het moment. – 4,5/5
Matthias Desmet: Bij de eerste keer luisteren naar ‘Mountain at my gates’, hadden wij de indruk het al eens eerder gehoord te hebben. Het blik rockclichés wordt dan ook wagenwijd opengetrokken. Zonnige indiegitaren? Check. Uitgestelde climax? Check. Opgefokte pathetiek? Dubbelcheck. Foals heeft wederom de ingrediëntenlijst bovengehaald en alles netjes afgevinkt. Nu nog een vonk inspiratie, jongens. – 2/5
Filip Tyskens: Kijk eens aan, hier kan een mens al eens tevreden van worden. Na het veeleer slappe ‘What went down’ begon ondergetekende zich af te vragen waarom hij ‘Holy fire’ zo vaak gedraaid had. Na de eerste gitaar- en keyboardtonen van ‘Mountain at my gates’ wisten we het echter weer: die ritmesectie én de stem van Yannis Philippakis. Foals kan namelijk als één van de weinige hedendaagse rockgroepen de perfecte balans vinden tussen rockende intensiteit en een dikke groove, en deze nieuwe single is terug een stap in die goede richting. De rare overgang in de enigszins obligate climax zullen we er dan maar bij nemen. – 3,5/5
Jonas Van Laere: Een beetje afgehaakt na ‘Holy fire’, kwam eerste single van het nieuwe album ‘What went down’ als een heldere ster aan het firmament opduiken. Maar zoals het gezegde gaat, komt er na zonneschijn steeds nattigheid opzetten. ‘Mountain at my gates’ roert teveel in de pot der poprock-clichés, waarbij de bodem toch al lichtjes aangekoekt lijkt. Natuurlijk klinkt Foals nog aangenaam in de oren en gaat dit vleugje muziek het goed doen op radio en weide, maar het mag allemaal wat verrassender en vooral minder afgelikt. Wil iemand hen dringend een portie onbezonnenheid gaan brengen? – 2,5/5
Arnout Coppieters: Voor wat een van de beste Britse bands van het moment moet zijn, zijn de verwachtingen altijd nog net iets hoger gespannen als er nieuw werk zit aan te komen. Album nummer vier van Yannis en de zijnen ligt ergens eind augustus in de rekken en daar wordt dan ook duchtig propaganda voor gemaakt. Geen idee hoe ze het klaarspelen, maar ook deze is alweer een voltreffer. Net als bij het eerder gedeelde ‘What went down’ begint ‘Mountain at my gates’ eerder gezapig om vervolgens open te bloeien en tot volledige wasdom te komen. Waar het begin zich aankondigt als een doordeweeks (niet negatief bedoeld) popliedje, is er ergens halverwege de ommekeer die deze song naar een hogere dimensie voert. De acrobatentoeren die Yannis Philippakis met zijn stem uithaalt, omringd door een strakke ritmesectie en hemelse gitaarlijntjes, zorgen ervoor dat Foals in zijn eigen categorie speelt. 4,5/5.
Mac DeMarco – Elke Mac-song ooit
Filip Tyskens: Ken je de roffel waarmee nagenoeg elk reggaenummer begint? Wel, Mac DeMarco heeft zijn eigen variant hierop gevonden door altijd met een opensprankelend akkoord te beginnen. Net zoals er mensen zijn die wegvluchten bij die eerste stonede slag op de snaredrum zullen er anderen zijn die het trucje van DeMarco al lang beu zijn. Voor ons zit Mac echter nog altijd heerlijk over de liefde te mijmeren op het kruispunt tussen de gevoelige slackers van Ween en de jazzy gitaartjes van Steely Dan. Eerste single ‘The way you’d love her’ mocht dan iets meer punch hebben dan deze nieuwe, wij hebben er alvast nog een reden bij om uit te kijken naar ‘Another one’. – 3,5/5
Matthias Desmet: Mac lijkt steeds meer om te kijken naar de grote songsmeden uit het verleden. In casu is het vooral opperhippie George Harrisson die uit het graf herrijst. Na het middelengebruik, lijkt Mac nu ook het slepende stemgeluid met de Beatle en Traveling Wilbury gemeen te hebben. Op songschrijfvlak kan Mac echter nog heel wat leren van Sjors. Mac lijkt de laatste tijd vooral met het glad veilen van zijn sound bezig te zijn en de catchy melodieën en de psychedelische waanzin uit het oog verloren te zijn. Een even groot vuurwerk in ons hoofd, als ten tijde van ‘Two’, lijkt er niet meteen aan te komen. – 2/5
Thomas Konings: Ik ga geen moeite meer doen om het te verstoppen: ik ben Mac DeMarco-moe. Het feit dat de artiest steeds telkens de hele tijd non-stop weer opnieuw dezelfde liedjes maakt, had misschien niet zo’n probleem geweest als hij niet zo omnipresent was. Maar Mac is nu eenmaal elk jaar wel een paar keer in het land en gaat nu zelfs een plaat per jaar uitbrengen EN HET KAN ZO NIET MEER VERDER. – 2/5
Jens Van Lathem: De nieuwe van Mac heet ‘Another one’. Jep. – 1/5
Disclosure – Moving mountains
Thomas Konings: Een slappere hap dan ‘Moving mountains’ kregen we waarschijnlijk nog niet voorgeschoteld van de Disclosure-broertjes. Veel te lang gaat de song helemaal nergens over: onder stereotiepe zang kronkelt zoete electronica een beetje heen en weer, maar nergens wordt het dansbaar, aanstekelijk of zelfs emotioneel. Wanneer het nummer dan toch een versnelling hoger schakelt is dat ten eerste een hele verbetering, maar ten tweede ook vooral een lauwe climax die al bij een eerste luisterbeurt uitgeleefd klinkt. – 2,5/5
Daan Leber: Nog meer voorsmaakjes uit het nieuwe album van Disclosure zorgen altijd voor een dubbel gevoel. Altijd duurt het even voor ondergetekende durft te luisteren, uit vrees voor een teleurstelling na hun sterke debuutalbum. ‘Moving mountains’ zit er een beetje tussen. Te licht voor een single, meer dan goed genoeg voor een rustigere albumsong. Hoewel de vocals meer dan behoorlijk klef klinken, pikken we dit wel van de broertjes Lawrence. Voor mij mag een single wat meer pit hebben, hoewel dat uiteindelijk in de laatste minuten aan bod komt. Toch breekt die punch wat met de eerdere sfeer van het nummer, waardoor we uiteindelijk ietwat ontgoocheld achterblijven. – 3/5
Matthias Desmet: U neme een fles fris water. Plaats ze nu een uur lang in het zonnetje. Beeld je nu het gevoel in wanneer je dit goedje opdrinkt. Iets fris moet je met een kortzichtige productie niet degraderen tot lauwe kost. 1,5/5
Beluister de song hier, rond 1:29:45.
Meow The Jewels – Meowrly
Aïda Gabriëls: De meeste dromen zijn bedrog. Maar wat Run the Jewels ook beloven, ze doen het toch. Met via Kickstarter opgehaald geld – ja, fundraising is hip – kreeg het duo de kans een cat-remixed versie van ‘Run the Jewels 2’ te componeren. ‘Meowrly’, naar het originele ‘Early’ is even dirty en strak als het origineel en eveneens geen katje om zonder handschoenen aan te pakken. Moge er nog veel purrrs en miauws volgen, ja. – 4/5
Thomas Konings: Terwijl de zangeres van Deerhoof het levende bewijs is dat je menselijke zang met kattengejank kan vermengen, stellen Run The Jewels alle investeerders teleur met hun veel te normale ‘Meowrly’. Ofwel ga je er El-P en Killer Mike zijnde helemaal voor en steek je in elke vierkante seconde honderdduizend kattengeluiden, ofwel probeer je er een pareltje van te maken met eerder subtiele kitty-geluiden. Dit eerste stukje van ‘Meow the jewels’ valt echter tussen die twee in en is zo noch gestoord of over the top, noch mooi of goed. – 3/5
Daan Leber: Run The Jewels staan erom bekend dat ze zichzelf niet al te serieus nemen. Hun uit de hand gelopen vip-package bij RTJ2 creëerde een enorme hype bij katten- en hiphopliefhebbers. Op zich klinkt ‘Meowrly’ niet echt katachtig, integendeel. Het duo serveert een eerder minimalistisch geluid ten opzichte van het origineel. De productie klinkt niet echt bijzonder, maar het is vooral de flow van Kitten Mike en El Pussy die het nummer overeind houden. Een leuk dingetje om eens te luisteren, maar ondergetekende betwijfelt ten zeerste of ze weer een tijdloze classic hebben gemaakt. 3/5
Rustie – Big catzzz
Thomas Konings: Over katten gesproken: de nieuwe van Rustie heet ‘Big catzz’ en is, euhm, geen katje om zonder handschoenen aan te pakken. De productie mag hier weer maximaal, staalhard en kristalharder blazen, de drop is dan weer nogal cheesy en glad, terwijl DJ Mustard-achtige chants trampolineveren onder het nummer plaatsen. Daardoor is de song lang niet zo’n banger als ‘Slasherr’, laatst staan een subtiel liedje om de spaghetti in je hoofd te doen dansen. Het is een beetje niets en een beetje alles tegelijk: niet meteen wat wij van de Schot verwacht hadden. – 3/5
Daan Leber: Na een eerder teleurstellend tweede album is er weer nieuwe muziek van Rustie. Op het eerste zicht lijkt ‘Big catzz’ meer in de lijn te liggen van de hardere bangers vanop ‘Glass swords’ en de ‘Slasherr/Triadzz’ ep. Wat ondergetekende wel kan appreciëren aan de nieuwe single is de subtiele hiphopinvloed die te ontwaren valt, maar toch mist het de innovatie die de producer eerder aan de slag legde. Desalniettemin, een stevig plaatje. 4/5
Mattias Goossens: De vrees om Rustie kwijt te raken in de semi-muzak van ‘Green language’ bleek ongegrond, want met z’n nieuwste single knalt hij er weer stevig tegen aan. Toch lijkt het niet meteen een echte meerwaarde voor het oeuvre van de producer – daarvoor doet de snerende synth ons iets te hard denken aan de soundtrack van een hyperactieve Japanse arcadegame. Nee Rustie, dit heb je al eerder en beter gedaan. 2,5/5.
Matthias Desmet: Veel scheller en opgefokter zal elektronica niet gauw klinken, maar hier werkt werkt het wel. Deze vlam in de pijp doet ons euforiegehalte onrustwekkend snel stijgen. Spijtig dat Rustie niet echt weet hoe hij het nummer moet afwerken en dan maar opteert voor een flauwe fade-out. Een blitse climax had ons hoofd helemaal kunnen doen exploderen. Tegenstanders zal Rustie hiermee niet over de streep trekken en iets meer verfijning had geen kwaad gekund. Desalniettemin zet hij hiermee een nieuwe stap richting stadionophitsend sterrendom. 3,5/5