Empath – Active listening: night on earth
Mag meteen mee in de straffe-debuten-lijst: ‘Active listening: night on earth’ van Empath uit Philadelphia. Met de nonchalance van Sonic Youth, de naïeve spelvreugde van Clinic en de nietsontziende onbesuisdheid van Perfect Pussy schotelt het viertal ons 27 minuten ongebreidelde noise pop voor. Met gitaar in de aanslag schreeuwt zangeres Catherine Elicson haar troepen voorwaarts, met verschroeiende taferelen tot gevolg. Ondanks het helse tempo en lawaai horen we enkel joie de vivre in haar geanimeerde stem – mee opgekrikt dankzij de vitaliteit uitstralende synthesizer en keyboard. Af en toe mag de voet even van het gaspedaal, zoals in ‘IV’ – een drie minuten durende ambient-droom die perfect z’n werk doet als opstapje voor ‘Decor’. (Pieter)
Erika de Casier – Essentials
‘Essentials’ zou een perfecte titel voor een ‘greatest hits’-album zijn na een carrière van 15 jaar. Erika de Casier geeft hem meteen aan haar debuutplaat. En verdorie, het houdt nog steek ook. Een zekere pretentie die achter die titel schuilt, maakt in de songs zelf plaats voor intimiteit, oprechtheid, warmte en niet in het minst een gezonde adoratie voor de betere r&b van de jaren 90. De echos van TLC, Brandy en Sade verweeft de Deense met enerzijds een Tirzah-eske breekbaarheid en anderzijds een speels karakter die je bij de landgenoten van Smerz kan vinden. Die frisse invloeden verheffen ‘Essentials’ tot veel meer dan een throwbackplaat. Los daarvan staat het ook bol van verslavende oorwurmen, zoals het fluweelzachte ‘The flow’, de warme dramatiek van ‘What u wanna do’, of de onweerstaanbare g-funk van ‘Do my thing’. (Pascal)
Ex Hex – It’s real
Uit de gitaren van Ex Hex komen arenabrede regenbogen. Lees: aanstekelijke gitaarsolo’s en lieve harmonieën. De albums – ‘It’s real’ is het tweede – van het Amerikaans trio werken als een defibrillator op het rock-and-roll-lijf, waarbij vlaagjes garage en punk loskomen. Ex Hex zorgt ervoor dat de Amerikaanse hoofdstad weer spannend wordt als proeftuin voor scheurende riffs (ja, Priests huisvest zich daar ook ergens in het noordwesten). Laat geluidsgolven schitteren en glinsteren met ‘Rainbow Shiner’ en ‘Cosmic Cave’. (Eva)
Helado Negro – This is how you smile
Met ‘This is how you smile’ heeft Roberto Carlos Lange een echt juweeltje op de wereld losgelaten, dat uitblinkt in al z’n bescheidenheid. Al tien jaar werkt de Amerikaan – een kind van Ecuadoraanse immigranten – onder de noemer Helado Negro gestaag aan z’n muziekcarrière. Met dit achtste album lijkt hij eindelijk wat meer onder de aandacht te komen. En terecht. De afwisselend Spaans- en Engelstalige nummers zijn steeds breekbaar zonder daarom flauw te worden. Intieme, licht psychedelische indiefolk om roerloos mee naast het zwembad te liggen, of om je aan op te warmen tijdens koude wintermaanden. (Pieter)
Indian Askin – Another round
Een Amsterdamse rockband die zijn Franse vocabularium etaleert op ironische en opzwepende manieren? Dat bestaat. Zo klinkt ‘I know how to party’ als een festivalfeestje in een donkere tent op een zonnige namiddag. ‘I feel something’ huppelt verder in je gedachten met flarden dreampop. ‘For you’ en ‘Keep it to myself’ doen je met melancholie hunkeren naar rock van de jaren 70 en 80, maar blijft fris en fruitig in de mond. Er mocht iets minder gepraat worden op ‘Another round’, maar dat vergeven we deze gekke Noorderburen. (Eva)
Infinite Bisous – Period
Producer Rory McCarthy speelt ongeveer 3869 instrumenten en is oprichter van het label Tasty Morsels. Als hij niet met z’n soloproject Infinite Bisous bezig is, verleent hij z’n talent al eens aan Connan Mockasin, Mac DeMarco, Beck en Charlotte Gainsbourg. De grootste sterkte van ‘Period’ is het vermogen om elke mogelijke vorm van context weg te slaan. Of je nu op de fiets zit, een lege zondagochtend opvult in je living of op café naar een voetbalwedstrijd kijkt: wanneer je McCarthy zijn getormenteerde gitaar laat binnen waggelen, is er nog weinig plaats voor iets anders in de ruimte. En met dat vermogen leunt het heel hard aan bij ‘Jassbusters’ van Connan Mockasin. (Michelle)
Jay Mitta – Tatizo pesa
In de Oegandese hoofdstad Kampala is Nyege Nyege Tapes opgestaan. Het label specialiseert zich in Singeli: een genre dat getypeerd wordt door razend snelle percussie en gemoedelijke elektronische melodieën, vaak in combinatie met Afrikaanse raps. Een goede kennismaking met het genre is Jay Mitta’s album ‘Tatizo pesa’ dat eerder dit jaar op het label verscheen. Ondanks de hyperkinetische ritmes is de muziek best toegankelijk en dansbaar. Meer nog, de beats van Jay Mitta behoren ongetwijfeld tot het aanstekelijkste dat we dit jaar te horen kregen. Vooral het titelnummer, met raps van de 14-jarige Dogo Janja, is een uitschieter. (Tobias)
Laura Misch – Lonely city
Producer en saxofoniste Laura Misch leverde in 2017 met ‘Playground’ nog een plaat af waar haar saxofoon centraal stond. Dit jaar maakt ze plaats voor een sound die de jazzgebieden verlaat en meer neigt naar oorden in de ambientsfeer. Enkel in ‘Walk alone to hear thoughts of your own’ is er nog een prominente plaats voor saxofoon. Bijeenkomsten van de Misch-familie – ja, ze is de zus van Tom – veroorzaakten eerder het nummer ‘Follow’. Dat dit nummer op een ep stond waar Loyle Carner een feature had, verraadt meteen ook de moodsetting van de muziek die Laura Misch maakt. Het enige jammere is dat het wondermooie ‘I adore’ hier geen plaatsje gekregen heeft. (Michelle)
Liyv – Apoptosis
Na de eigenlijk vrij alledaagse pastelpop waarmee ze debuteerde, ging Liyv met ‘I still dance on my own’ en ‘Bend the rules’ voor een spannender popgeluid. Wat we niet zagen aankomen was dat de Amerikaanse zich op haar debuut in een sprookjesbos zou gaan vestigen. Het bos van ‘Apoptosis’ is met zijn 26 liedjes in 55 minuten dichtbegroeid, maar kent een kleurrijke diversiteit met genoeg onderlinge kruisbestuiving die de samenhang van de plaat intact houdt. Haar vederlichte etherische zang vult de artieste aan met bezwerende feeërieke koorzangen (‘godhunger’) en spaarzame electronica. Zoals het albums van dit kaliber bijna altijd vergaat, is ‘Apoptosis’ op sommige plaatsen ook overwoekerd met overbodige interludes en tracks die net iets te weinig op het lijf hebben. Daartegenover staat dan echter weer de bedwelmende extase die een ‘human000’, ‘poppywreath’ of ‘Pink twisted lungs’ met zich meebrengen, en dan weet je weer dat je naar iets bijzonders aan het luisteren bent. (Pascal)
Malibu Ken – Malibu Ken
Malibu Ken ken je misschien nog niet, alhoewel het goed zou kunnen dat helften Aesop Rock of Tobacco je wel iets zeggen. De eerstgenoemde bleek na uitvoerige wetenschappelijke testen de rapper met het meest uitgebreide vocabularium, de tweede maakt geflipte psychedelische elektronica die doet denken aan vijfhonderd gameboys die elk hun geluidskaart de prak in willen rijden. Op Malibu Ken vindt Aesop zijn vuur terug, hij bespreekt de paddenstoelen die in zijn ranzige auto groeien, een schimmige junkmoord of hoe hij altijd met het foute been uit het bed stapt. Het is een fantastisch lyrische trip langs het ranzige, gestut met wankele 8-bit grooves en haperende soundscapes. (Zeno)