Met Saintseneca maakte ze drie platen, met All Dogs één. Nu heeft Maryn Jones ‘Black dog in my path’ afgewerkt. Zelfde dier, ander project, want op de hoes van ‘Black dog’ prijkt Yowler, de naam waaronder de Amerikaanse singer-songwriter wars van moeizuchtige bandleden al een aantal jaar haar hoogsteigen zin doet.
Dat leverde in 2015 ‘The offer’ op, een debuut dat er mocht zijn. Het bevatte een halfuur langzaam onder de huid kruipende weemoed (‘Water’!), schijnbaar spaarzaam op muziek gezet om Jones’ frêle zanglijnen geen barsten te berokkenen. Met ‘Sorrow’, ‘Awkward’ en ‘Spirits & sprites’ beschikt opvolger ‘Black dog in my path’ eveneens over voldoende lieflijke nummers om te koesteren en daarna voorzichtig in bubbelplastiek te wikkelen. Niettemin werden andere akoestische songs met heel wat meer laagjes aangekleed: de opgewekte drums in ‘Angel’ bijvoorbeeld, of de strijkers en elektronica in ‘No’ en onze favoriet ‘Petals’.
Jones betreedt tevens volledig nieuwe wegen op haar tweede, en dat komt deels doordat ze in het dagelijkse leven andere oorden heeft opgezocht. De Amerikaanse verhuisde van Ohio naar Philadelphia, New Jersey, en dat maakte spelen bij Saintseneca onmogelijk. All Dogs stond ook op een laag pitje, dus restte enkel nog Yowler om al haar creativiteit op bot te vieren.
De hardere gitaren die vroeger gereserveerd bleven voor beide alternatieve rockbands, vinden zo hun ingang in Jones’ solowerk. ‘Holy fire’ vermomt zich lang als een fluisterliedje, maar trekt dan vanonder z’n mantel uit het niets een messcherpe gitaarsolo. ‘Where is my light?’ doet zelfs geen poging meer de schijn op te houden en besluit meteen zijn ronkende, gierende, uitstekende zelve te zijn. Het dreigende ‘Grizzly bear II’ heeft dan weer duidelijk een nest jongen te verdedigen.
Een tweede nieuwigheid zijn de synths. Nu ja, nieuwigheid, Jones toonde vorig jaar al druk in de weer te zijn met synthesizers toen ze het bloedmooie ‘Go’ aan een heruitgave van haar debuut toevoegde. IJzersterke single ‘WTFK’, ingeleid door een episch ‘Aldebaran’, klinkt echter een stuk stekeliger en houdt een snedige, beukende tred aan. De grimmige teksten zijn evenwel gebleven: “My demons still know be my name” zong ze in ‘Go’, “If want is evil, I am lost in the dark/ Skin is peeled, fill me up”, klinkt het luguber in ‘WTFK’.
Zacht getokkel, gitaargegesel of pompende synths: het zal Maryn Jones worst wezen welke muziek haar stem gezelschap houdt, op haar tweede plaat bewandelt ze elke stijl met dezelfde flair. ‘Black dog in my path’ is door al dat muzikaal gekwispel geen eenduidige sfeertrip geworden zoals ‘The offer’. Als geheel minder beklijvend, op vlak van afzonderlijke nummers des te interessanter.