16 Horsepower is anno 2012 allang verleden tijd, en met ‘The Laughing Stalk’ heeft David Eugene Edwards met Wovenhand al een zevende studio-album uit. We kennen mensen die nog steeds terugverlangen naar de eerste band, hoewel Edwards in elk interview en elk gesprek herhaalt dat er teveel gebeurd is om een reünie ooit nog mogelijk te maken, en dat hij daar zelf geen enkele behoefte aan heeft. We kennen ook mensen die daar vrede mee nemen en intussen al lang genieten van Wovenhand. Ook voor hen zal dit album misschien toch wel even wennen zijn.
Pascal Humbert, die er al sinds 16 Horsepower bij was, verliet Wovenhand na de tour bij de vorige plaat ‘The Threshingfloor’ om in Frankrijk zijn vader te helpen in de wijngaard. Er volgde een herschikking van de groep, enkel Edwards en drummer Garrison bleven over, en samen werkten ze aan deze nieuwe worp. Wellicht markeert het eerder dit jaar uitgebrachte live-album ‘Live At Roepaen’ het einde van een tijdperk, want we horen een toch wel grondig veranderde band. Die verandering is wellicht mee veroorzaakt door de samenwerking met producer Alexander Hacke (Einstürzende Neubauten, Nick Cave And The Bad Seeds), met wie Edwards bevriend raakte tijdens de (lopende) reünie van Crime + The City Solution.
Wat meteen opvalt is hoe de elektrische gitaren een prominentere plaats gekregen hebben, en de plaat op het eerste gehoor minder zwaar laten klinken. Het typische americanagevoel is daarmee ook een beetje weg, zij het natuurlijk niet helemaal. Wat we in de plaats krijgen, is echter ook erg boeiend en zal, zo vermoeden we, live zeker vonken geven. Een overtuigend voorbeeld van de nieuwe sound is ‘King O King’, waarin de gitaren gieren en er een kracht ontwikkeld wordt van een orkaan, die raast over de stad, waar we ons voorheen eerder bergen, dorpjes en uitgestrekte velden inbeeldden bij de muziek.
Het bezwerende dat altijd al het geluid van Edwards karakteriseerde blijft een wezenskenmerk van Wovenhand, zoals we onder meer in ‘Closer’ kunnen horen. In de openingsnoten van opener ‘Long Horn’ horen we een synthese van de oude en nieuwe Wovenhand. Kenmerkend aan ‘Maize’ is de piano die weggelopen lijkt uit een murder ballad van Nick Cave.
Er staat geen enkele ondermaatse song op dit album, en eens je de verwachtingen die de vorige platen hebben geschapen wat hebt kunnen loslaten, ontdek je een prachtige plaat die zich naast ‘Blues Funeral’ van Mark Lanegan mag hijsen bovenaan de lijstjes die zich ‘s zomers al in menig hoofd schuchter beginnen vormen.
Wovenhand speelt de komende maanden onder meer op het TakeRoot Festival in Groningen (15.09, info en tickets), in CC Hasselt (21.09, info en tickets) en in Paradiso Amsterdam (25.09, info en tickets). De volledige kalender met nog meer data in de Benelux vind je hier.
Album verdeeld door V2