Luisteren naar eender welk album van White Denim roept een gevoel op van vertrouwdheid. Geen enkele plaat kan je afkeuren op het ogenschijnlijk bodemloze aanbod aan kwalitatief materiaal. Al acht exemplaren lang produceert de band een kruisbestuiving van rock, indie, dub, blues, soul en jazz die je op zijn zachtst eclectisch kan noemen.
Bij zijn eerste lading slaagde White Denim erin daar iets bijzonders mee te doen, waarmee de groep een uitdijend publiek wist te bereiken. Denk maar aan de betoverende sixties throwbacks op ‘Workout holiday’, of het zorgeloze ‘last day of summer’. Op de meer recente samenraapsels manifesteren de bandleden zich als herkauwers. Het lijkt erop dat de invloedenmachine van het Texaanse viertal op hol is geslagen en ze de overvloed aan referenties, ideeën en inspiraties geforceerd proberen te proppen in een album van net geen dertig minuten.
Het was dan ook een onmogelijke opgave langer dan een jaar te wachten met de opvolger van ‘Performance’. Met schrapende hoef trapt White Denim af met ‘Small talk (feeling control)’, vol ongeduld om te pronken met z’n brutale jaren 70-geïnspireerde riffs en vocalen. Om bij de metafoor van de stier te blijven: “The cow says mooh” leidt ‘Hallelujah strike gold’ in. Een getormenteerde stier met spieën in zijn nek zou hetzelfde geluid produceren. Alsof de steeds wisselende ritmes nog niet genoeg zijn, schuift ook een golvend effectje op de vocals aan tafel: totaal overbodig en overdone.
‘NY money’ kondigt een moment van reflectie aan. Het langste nummer brengt diepte in een anders razend album met gitaren en achtergrondgeluiden die doen denken aan The War on Drugs. Het uitgerokken en experimentele intermezzo is bovendien een bewijs van de wortels van de bandleden als jammers en brengt de ervaring van een White Denim-liveshow op opgenomen formaat.
Ook het psychedelische ‘Reversed mirror’ is een voltreffer die het gevoel van een optreden kan creëren. Hoewel we eerder geen fan waren van de ritmewissels, is het variërende tempo hier de kracht van het nummer. Zo is het weer totaal anders met ‘Head spinning’ dat met één woord te beschrijven valt als chaotisch, een absoluut dieptepunt.
‘Side effects’ is een zootje van herkauwde ideeën. Er is voor elk wat wils en je weet nooit wat er na het volgende nummer zal komen. Maar het wil alles tegelijk doen en zorgt daardoor, ondanks een sporadische diepgang, voor het afleveren van een erg onstuimige plaat.