Er zijn zo van die groepen die om de twee à drie jaar een plaat maken waarvoor een andere band minstens een decennium nodig zou hebben. The Beta Band, Grizzly Bear, TV on the Radio; allemaal muzikanten die zodanig veel invloeden, akkoordenprogressies en ritmewisselingen door elkaar gooien dat het ook voor de luisteraar een tijdje duurt om het werk te doorgronden. De Amerikaanse garagerockers van White Denim behoren absoluut tot deze categorie, met reeds zes platen vol amalgamen van Zeppelin-riffs, jazzinterventies en mathrocksignaturen. Met dat laatste bedoelen we niet dat de groep klinkt als een bluesvariant van Battles, maar wel dat de luisteraar zich op ieder moment aan verrassingen kan verwachten.
Op hun zevende langspeler ‘Stiff’ blijven de wendingen weliswaar iets meer binnen de perken dan op de hyperkinetische voorgangers, en toch klinkt White Denim helemaal als zichzelf. De rust, die er hier en daar is ingeslopen, is simpelweg het resultaat van een logische evolutie in hun oeuvre. Twee platen geleden vonden we op ‘D’ nog uitgesponnen jams als ‘At the farm’, opvolger ‘Corsicana lemonade’ vertoonde al meer focus onder auspiciën van producer Jeff Tweedy (van Wilco) en de solo-uitstap van frontman James Petralli was het dichtste dat de man bij gebalde popsongs kan komen. ‘Stiff’ trekt die lijn verder en toont dat het experiment nooit zal verdwijnen uit White Denim, enkel dat het ook aangenaam verpakt kan worden binnen drieënhalve minuut.
Tegenstanders van de band spreken immers nogal eens van een overkill aan snelle toonladders en de neiging tot ongestructureerde jamsessies. Akkoord, live flirt het viertal met wat men neerbuigend musician’s music noemt, al is dit tegelijkertijd een groep die de luisteraar nog eens durft uitdagen. White Denim steekt twintig ideeën in één nummer, en het kan even duren voor je snapt hoe ze daar precies mee wegkomen. De roots van de band blijven de vrijheid van losbandige improvisatie, en het kan even zoeken zijn naar het Beatles-achtige popnummer tussen de uitvoerige bridges en outros. Enkele voorbeelden: de eindes van ‘Had 2 know’ en ‘Holda you’ zijn van het beste op het album, eenmaal je weet wat er allemaal gebeurt.
Zoals gezegd neemt het viertal ook af en toe even gas terug op deze zevende. Het kan aan het tijdelijke vertrek van vingervlugge gitarist Austin Jenkins en dolgedraaide drummer Joshua Block liggen dat we meer rustpunten terugvinden, zoals het veelzeggend getitelde ‘Take it easy’ en het onverwacht kleine ‘Big big fun’. Vorige platen denderden vooruit, terwijl ‘Stiff’ iets meer invloed van een warme Texaanse namiddagzon vertoont. Het is een kant van White Denim die we meer willen horen, en aan het tempo waaraan de groep werkt moet dat zeker lukken. Net als hun voornaamste invloeden opereert de groep volgens het stramien van de sixties: zoveel mogelijk output en blijven touren. Dat kan er op lange termijn voor zorgen dat hun afzonderlijke platen meer als losse collecties songs klinken dan afgewerkte gehelen, al is dat bij een consequent kwalitatieve groep als deze slechts een kanttekening.
White Denim levert met ‘Stiff’ dus een kleine variatie op meer van hetzelfde, en omdat er weinig hedendaagse groepen zijn met een vergelijkbaar geluid, is dat goed nieuws. Het valt af te wachten of White Denim veel nieuwe zieltjes gaat winnen met deze gebalde plaat, maar als je je muziekgeschiedenis wil opfrissen en intussen enkele straffe songs wil horen (of je bent gewoon al fan), dan is ‘Stiff’ absoluut een aanrader.
Album verdeeld door Sony.