Een paar dagen geleden zag ik iemand op Facebook de nieuwe plaat aanprijzen van The Armed, een band die ik nog niet kende. Ik keek eens naar de albumhoes, scrollde weg en ging verder met mijn dag. ‘Ultrapop’ zag er namelijk uit als een Spotify playlist, en muziek die speciaal daarvoor gemaakt wordt niet vaak interessant.
Bleek dat de band me goed te grazen had genomen, want enkele dagen later kreeg ik dan toch lead single ‘All futures’ te horen. Dat klinkt absoluut niet zoals ik verwachtte. Ze zeggen wel eens dat gitaarmuziek dood is, maar deze noiserock zorgde ervoor dat ik me springlevend ging voelen.
Mijn daaropvolgende onderzoek deed me in het konijnengat tuimelen van een post-hardcoreband wiens hele bestaan ofwel een performance art-opvoering is, ofwel één grote grap. De band is grotendeels anoniem en stuurt regelmatig acteurs in hun plek naar interviews. Voor een videoclip wisten ze cultregisseur Tommy Wiseau van ‘The room’ te strikken. Twee jaar geleden brachten ze de single ‘Ft. Frank Turner’ uit, waarop ze verloren opnames van die folkpunkzanger gebruikten zonder diens medeweten. Op de cover art pronkte Frank Carter in plaats van Frank Turner.
‘Ultrapop’ is het nieuwe hoofdstuk in dat chaotische verhaal. Twee maanden geleden kwam single ‘All futures’ uit, inclusief livevideo waarin de band eindelijk uit de schaduwen trad (al blijven fans speculeren of het toch niet weer om acteurs gaat). Diehard fans uit de hardcore scene haten het album omdat het gepolijster en poppier lijkt dan zijn voorgangers, maar opnieuw lijkt dat net weer deel van het verhaal te zijn. Welk verhaal is niet helemaal duidelijk: wil The Armed een statement maken over de muziekindustrie, of gewoon een dikke middelvinger uitsteken naar de eigen fans?
Laten we het vooral even over de muziek zelf hebben. Opener ‘Ultrapop’ is nog een misleidende elektropop-track met dreunende bassen die niet mis zou staan op een Between the Buried and Me-plaat, maar vanaf ‘All futures’ barst de chaos los. Ondanks de sellout-beschuldigingen serveert The Armed nog steeds chaotische, furieuze noiserock. Onder alle geweld zitten echter enorm catchy, poppy melodieën verborgen. Het is deze onwaarschijnlijke combo die van de hele plaat zo’n energiebom maakt. Ironisch genoeg is ‘An iteration’ een van de minst intense nummers, ondanks dat het veel minder catchy is en eigenlijk geschreven werd tijdens de sessies voor het vorige album ‘Only love’.
Wie niet goed luistert hoort wellicht veertig minuten lang chaotische eenheidsworst, maar wie door de noise prikt, merkt voldoende variatie op om hier een echte klepper van te maken. ‘Big shell’ is de meest overweldigende noiserock die we dit jaar al hoorden, terwijl nummers als ‘Bad selection’ haast griezelig klinken in hun toegankelijkheid. ‘Masunaga vapors’ klinkt dan weer als het opgewekte zusje van Daughters. Afsluiter ‘The music becomes a skull’ is een slepende, apocalyptische track waarbij Mark Lanegan een gastbijdrage komt leveren – in tegenstelling tot Frank Turner was hij waarschijnlijk wel op de hoogte.
Inhoudelijk zijn er ook enkele overkoepelende thema’s. Om te beginnen wordt er veel gespeeld met identiteit. De opener gaat over het artificiële leventje in digitale tijden, terwijl ‘All futures’ zich afzet tegen contraire mensen die denken dat populaire dingen haten een persoonlijkheidskenmerk is – een steek onderwater naar de voormalige fans die ‘Ultrapop’ niet smaken? ‘Real folk blues’ gaat over Tony Colston, die vorig decennium meerdere digitale bankovervallen pleegde met een stemvervormer, die hij gebruikte om de beveiligingssystemen te omzeilen. Afhankelijk van hoe je de tekst leest is ‘Bad selection’ een nummer over een hoopvolle toekomst of een terroristisch pamflet.
Een ander belangrijk onderwerp is dat van kunstenaars versus de industrie, waarbij het hele Ultrapopgebeuren met Spotify-esthetiek extra belangrijk lijkt. ‘Average death’ gaat over actrices in de jaren ’30 die misbruikt en uitgebuit werden door Hollywoodstudio’s, een machtsstructuur die bijna honderd jaar later nog steeds niet helemaal rechtgetrokken is. ‘Masunaga vapors’ vertelt het verhaal van de Franse kunstdief Stéphane Breitwieser, die altijd een sterke artistieke connectie met zijn buit voelde. Als kunstwerk kan ‘Ultrapop’ ook op die manier gezien worden, gezien alle mysterie rond de bandleden en de corporate vibe rond het album: wiens kunst is dit, tot wie behoort het en wie zijn wij om te klagen dat bands toegankelijker gaan klinken?
Dan rest er nog maar één vraag: hoe pop is ‘Ultrapop’ nu eigenlijk? We zien Peter Van De Veire hier niet meteen nummers van draaien op MNM, maar het staat buiten kijf dat dit tot de meest aanstekelijke chaos behoort die ooit door onze speakers schalde. Sellouts of niet, met ‘Ultrapop’ heeft The Armed een enorm energiek rockstatement afgeleverd waarin vorm en inhoud op erg boeiende wijze samenkomen, zelfs als het nog altijd niet helemaal duidelijk is wat de band nu precies wil zeggen.