Weaves is ooit in de ketel met nineties-rock gevallen, en dat kan de band moeilijk wegsteken. We horen zowel Pixies en Pavement als de melancholie van Girls. Met ‘Open wide’ maakten de Canadezen een plaat die binnen een strakke productie niet in een eentonig keurslijf geperst werd.
Op album nummer twee krijgen we een bonte verzameling grootse rocksongs en gedreven poprock-ballads waar weinig op aan te merken valt. Frontvrouw Jasmyn Burke zocht inspiratie in haar eigen (eerder negatieve) ervaringen, terwijl de band zich toegelegd heeft op een klassiekere, minder experimentele muzikale houding. ‘Wide open’ klinkt minder georkestreerd dan het vorig jaar verschenen debuut, maar er worden genoeg grenzen opgezocht om het spannend te houden.
De duivelse engelenstem van Burke heeft natuurlijk een grote invloed op de sound van Weaves. Ze laat het punk gedreven ‘Law and panda’ daardoor zeer rauw en vurig klinken, waarna ze één nummer verder net een dromerig naïeve toets geeft aan ‘Walkaway’. Weaves is niet voor een gat te vangen en klinkt op ‘Wide open’ behoorlijk veelzijdig zonder echt te wijken van hun (brede) pad. Klinken de nummers aanvankelijk nog vrij lieflijk, dan schuilt er vaak een venijnige dubbele bodem achter die opgepoetste façade.
Hier en daar betrappen we het viertal op enkele uitschuivers. Nummers als ‘La la’, ‘Grass’ en ‘Walkaway’ (de valse tragen) laten te weinig indruk na. Ze zijn net te braaf om er ondanks hun warmte en degelijkheid echt van te gaan houden. Dan verkiezen we liever het échte trage titelnummer, omwille van de oprechte breekbaarheid die er in doorschemert. De spaarzame aanpak doet Burkes stem net dat tikkeltje extra broos klinken.
‘Scream’ is het nummer waar we wel echt wild van worden. De samenwerking met de Inuit-keelzangerers Tanya Tagaq levert een buitenissig spektakel op waarop de troefkaart chaos getrokken wordt en Tune-Yards nooit ver weg lijkt. Tagaq brult en buldert, drums en gitaren razen en kletteren en Burke drijft geleidelijk de duivel die onze samenleving in handen heeft uit. “We are living in a time when misery is just common circumstance” wordt gevolgd door “My thighs are too big, my head isn’t small, my brain is on fire, I’m feeling this fall.”
Afsluiten doet Weaves met ‘Gasoline’ en ‘Puddle’, diesels die de tijd nemen om volledig op dreef te komen. Zowel de zangeres als haar band houden de teugels strak in handen tot er geen weg meer terug is en het touw mag vieren. Weaves gedraagt zich op ‘Wide open’ als een wilde hond aan de leiband, strak in het gareel als het moet maar losgeslagen als het kan.
Weaves speelt 11 november in de Botanique (info & tickets).