In 2010 deed Warpaint uit L.A. de wereld wakker schieten met hun goed onthaalde debuutalbum ‘The fool’. Sindsdien was het voor veel fans reikhalzend uitkijken naar nieuw werk van het viertal. Dat die opvolger meer dan drie jaar op zich liet wachten, gaf hier en daar al aanleiding voor wat geruchten over ruzies en “muzikale meningsverschillen”. Nu hun nieuwe plaat, simpelweg ‘Warpaint’ getiteld, in de winkel ligt, mogen die roddels allemaal naar de prullenmand verwezen worden. De dames hebben gewoon hun tijd genomen en dat hoeft ons helemaal niet te verbazen. Het was vanaf het begin duidelijk dat dit geen meidengroep was samengesteld door de Simon Cowells van deze wereld. Integendeel, de band staat op haar onafhankelijkheid en ze zijn niet van plan daar toegevingen aan te doen.
Dat ze geen standaardgroepje zijn tonen de meiden niet alleen in hun muziek maar ook in het beeldmateriaal bij het album. En ze gaan daar nu ver in. Binnenkort mogen we ons aan een soort documentaire verwachten, gefilmd en samengeplakt door niemand minder dan Chris Cunningham. Voor wie deze naam niet kent, hebben we één advies: als de gesmeerde bliksem het woord windowlicker ingeven op YouTube. Volgens Cunningham zelf is het niet zozeer een kijk achter de schermen maar eerder een remix van het album aan de hand van beelden geschoten met gsm’s, opgeluisterd met een soundtrack van verknipte flarden opnames uit de studio en van de plaat.
De belangrijkste vraag blijft natuurlijk of de nummers sterk genoeg zijn om niet ten onder te gaan in al die extra’s en verwachtingen. De single ‘Love is to die’, die als voorbode van het album verscheen, gaf al een glimp die het beste deed vermoeden. De gekende hoofdingrediënten waren weer volop aanwezig: etherische post-punk voortgestuwd door tribale ritmes en dan die kenmerkende harmonieën. Op het eerste gehoor klonk het nummer iets meer gepolijst, minder ruw dan oudere songs. Snel blijkt echter dat dat slechts oppervlakkig zo is en dat geldt eigenlijk voor de hele elpee. De details die het geheel afkruiden komen slechts met mondjesmaat bovendrijven.
Warpaint klinkt dromerig, zweverig maar ze verstaan de kunst om iets extra toe te voegen zodat dromerig niet vervelt tot slaapverwekkend en zweverig niet tot langdradig. Kleine hooks, breaks en tempowisselingen zorgen voor een dynamiek die tegelijkertijd de song zelf niet versmacht. Subtiliteit is het ordewoord. We vermoeden dat producer Flood daar een hand in heeft gehad om de nummers tot hun pure essentie te helpen herleiden en van daar uit opnieuw op te bouwen. Zo worden de kwaliteiten van drumster Stella Mozgawa iets meer uitgespeeld en krijgt bassiste Jenny Lee Lindberg een prominente doch verfijnde rol toebedeeld. Zo drijft ‘Hi’ op een diepe, repetitieve baslijn die op het betere werk van Massive Attack niet zou misstaan.
Na ettelijke luisterbeurten zijn we er van overtuigd dat elk van de twaalf nummers zijn plaats verdiend heeft op de plaat. ‘Teese’ moet het hebben van een akoestisch gitaartje dat naar het eind toe kraakt onder de opborrelende ritmes terwijl ‘Feeling alright’ eerder aanvoelt als een zomerse roadtrip. De teksten van Emily Kokal zijn poëtisch, cryptisch en soms openbarend zoals bijvoorbeeld in ‘Keep it healthy’ waar het verlangend klinkt “Take my hand, take my heart, into this moment / To where you understand, and where you believe it”. Een beetje verder laat het contradictorische refrein “Love is to die / Love is to not die” door Theresa Wayman je ook wat verweesd achter.
Warpaint laat zich niet in een hokje steken. Als je een seizoen moet plakken op de band dan is het wel “indian summer”, wanneer de plakkende warmte van de zomer uitgezweet is maar de druilerige herfst nog tegengehouden wordt. De vier dames voorzien ons van de perfecte soundtrack om op zulke avonden te genieten van de ondergaande zon die rood afsteekt tegen de flarden mist die uit het gras opstijgen.
Warpaint is live te bewonderen op 24.02 in Paradiso, Amsterdam (info & tickets).
Verdeeld door Konkurrent