Wand brandt van de ambitie. De psychedelische rockers uit Los Angeles brachten maar liefst vier albums uit in evenveel jaren. Hun groots klinkende gitaarplaten bleven ietwat onder de radar, tijd om daar met hun nieuwste ep ‘Perfume’ verandering in te brengen. Het is nog steeds niet de grootste naam uit het psychedelische circuit, maar wél de chouchou van garageheld Ty Segall. Hij nam frontman Cory Hanson en drummer Evan Burrows al mee op de tournee van zijn knotsgekke Emotional Mugger-plaat. Op ‘Perfume’ gaat het er iets minder gestoord aan toe, toch blaakt het album bij momenten van zelfvertrouwen.
Het energieke ‘Train whiste’ trekt een geluidsmuur op die halt houdt tussen Can en My Bloody Valentine. Ook titeltrack ‘Perfume’ is niet vies van een portie David Bowie, vlagen post-rock en langgerekte instrumentale passages die de song in een oogwenk van kleur doen veranderen. De ep staat vol met het geluid dat de oude meesters groot heeft gemaakt. Saai? Wand ontbindt tijdens de omvangrijkere nummers vaak genoeg zijn duivels om je nu en dan een slag onder de gordel te verkopen en niet in een pastiche te vervallen.
Op ‘Pure Romance’ neemt Wand gas terug, en dat gaat de band goed af. Wand steekt slackerrock à la Pavement en Dinosaur Jr. in een verteerbaar jasje waar R.E.M. wel raad mee zou weten. Gruizige rock-’n-roll, al klonk de groep nog nooit zo gepolijst. Ook wanneer Hanson en co kiezen voor gestroomlijnde pop blijven ze ver weg van clichématige valkuilen. Toch kabbelt ‘Perfume’ iets te vaak om een half uur te blijven begeesteren. Bij momenten doet de band te veel zijn best om songs vol met ideeën te proppen. ‘Town Meeting’ is een overhaast experimentje, en het instrumentale ‘The hiss’ mist slagkracht om te blijven hangen.
‘Perfume’ blinkt vooral uit in diversiteit, al is dat in het geval van Wand ook waar het onheil schuilt. De band verdwaalt bij momenten in zijn eigen chaos, zonder een onsamenhangende brei af te leveren. ‘Perfume’ is vooral een doorsnede van hun vorige werk: goed, maar niet uitmuntend.