Het verhaal van de Engelse Vashti Bunyan klinkt erg gelijkaardig aan dat van Linda Perhacs dat we hier onlangs al bespraken. In het midden van de jaren zestig liep de kunststudente de Rolling Stones-guru Andrew Loog Oldham tegen het lijf en al snel verliet ze de school om zich toe te leggen muziek. In 1965 bracht ze een eerste single uit, ontsproten aan het brein van Jagger en Richards. Met een contract bij Decca onder de arm leek haar carrière gelanceerd. Volledig meegesleurd door de tijdsgeest besliste de muzikante echter om met paard en kar van Londen naar het noorden van Schotland te trekken en zo werd zingen een bijzaak onderweg. De tocht leverde uiteindelijk wel voldoende materiaal op en dat werd in 1970 uitgebracht op de artieste haar debuutplaat ‘Just another diamond day’. Jammer genoeg voor haar bracht dit niet veel animo teweeg en langzaam doofde Vashti’s muzikale vlam uit. Sindsdien leefde ze teruggetrokken in Schotland ver weg van de muziekbusiness.
Op één of andere manier wist haar album te ontsnappen aan de vergetelheid en vergaarde het langzaamaan de cultstatus van een verloren Britse klassieker. Die sluimerende aandacht zorgde er eind jaren negentig voor dat ‘Just another diamond day’ opnieuw uitgebracht werd door het Spinney-label. Dit gebeurde tot groot genoegen van veel jonge folkmuzikanten die Vashti zelfs konden overtuigen om terug in de muziekwereld te stappen. Ze liet zich de hernieuwde aandacht welgevallen en speelde mee aan de zijde van onder andere Devendra Banhart, Animal Collective en Piano Magic. Onder invloed van al die samenwerkingen kon Fat Cat Records in 2005 uitpakken met haar tweede plaat ‘Lookaftering’. Ondanks de positieve kritieken werd het daarna terug wat stil rond haar. Niet dat Bunyan muziek opnieuw buitensloot want ze trad nog geregeld op en ze werkte in haar huisstudio aan wat haar laatste plaat zou worden. Na negen jaren zwoegen en puzzelen ligt dan sinds deze week ‘Heartleap’ eindelijk in de winkel.
Dat het zwoegen was kunnen we afleiden uit verschillende interviews die de zangeres gaf naar aanleiding van het verschijnen van de cd. De muzikante liet namelijk optekenen dat ze eigenlijk zelf geen instrument kan bespelen maar dat ze met behulp van de computer kleine stukjes kon componeren en samenplakken tot liedjes. Hiermee zijn we dan ineens ook bij het grootste zeer beland. Door deze specifieke manier van werken klinken alle songs hetzelfde. Er zit zo weinig variatie in dat als je je aandacht even laat verslappen, je niet meer met zekerheid kan zeggen naar welk nummer je aan het luisteren bent. ‘Heartleap’ mist herkenningspunten, zoals een refrein of een break, waaraan je de liedjes kan ophangen. Daardoor duikelen haar engelenstem en de poëtische teksten compleet kopje onder in een uniforme brij zonder ziel.
Waar Linda Perhacs zich na jaren stilte liet meeslepen in haar bekeringsdrang, wou Vashti Bunyan per sé bewijzen dat ze helemaal geen hulp nodig had om een plaat te maken. Dat verdient misschien wel bewondering maar hier is dat helaas verkeerd uitgedraaid. We blijven met het gevoel zitten dat ze veel meer uit haar materiaal had kunnen halen, als ze zich door de juiste mensen liet omringen. Het vinden van die muzikanten zal niet echt het probleem geweest zijn gezien haar status. Tegelijkertijd is haar eigenzinnige parcours aan het begin van haar carrière wel een indicatie dat de muzikante zich absoluut geen bal aantrekt van wat er van haar verwacht wordt en ze gewoon haar eigen ding doet. Wat ons betreft was het een gemiste kans om ‘Heartleap’ uit de klauwen van de saaiheid te redden.
Album verdeeld door Konkurrent