We kennen Jack White al altijd als een soort Robin Hood van de rock ’n roll, alsof Tim Burton een even charismatisch als excentriek personage moest uitdenken in opdracht van HBO. White’s derde solo-album ‘Boarding house reach’ is veruit zijn meest excentrieke tot nog toe: er wordt geëxperimenteerd met funky synths, bongo’s en verschillende zangvormen terwijl de onderliggende laag bluesrock nooit achterwege blijft.
Opener ‘Connected by love’ begint met een mysterieuze laag synths, maar verwordt al snel tot de meest pure popsong van het album. Een cheesy piano-progressie en een gemakkelijk mee te brullen hymne bevoorraden het refrein. We wisten al dat Jack popsongs kan schrijven zonder dat het cringy wordt, en ‘Connected by love’ is er zo één. Met veel overgave schreeuwt Jack het hier uit, alsof de Freddy Mercury in hem is opgestaan. ‘Why walk a dog?’ is al meteen een pak minder conventioneel en moet het meer hebben van z’n bevreemdende sfeer. Zo lijkt de vakkundig georkestreerde chaos toe te nemen naarmate het album vordert.
Op ‘Corporation’ slaan we aan het dansen, met een jazzy gitaar en een hoop bongo’s. Funk en fuzz versmelten in deze vijf en een halve minuut durende jamsessie, terwijl Jack tussendoor uitvoerig soleert en het zo nu en dan uitschreeuwt van plezier. ‘Abula and Akrasia’ wordt gekenmerkt door donkere spaghetti-western-violen en onheilspellende spoken words. ‘Hypermisophoniac’ zet de weirdness verder met een repetitieve, glijdende synth en daaronder een vrij standaard blues-progressie. Het past in dezelfde sfeer als ‘Ice station zebra, en doet wat denken aan een song uit de soundtrack van The Sopranos. Opvallend is dat Jack tijdens deze song tussen de ongeregelde synth- en pianolijntjes door plotsklaps begint te rappen, alsof nu de Notorious B.I.G. in hem is opgestaan.
Tijdens ‘Everything you’ve ever learned’ horen we meer sci-fi en sceptische, maar poëtische teksten. We worden later als het ware even getuige van het songwriting-proces zelf tijdens ‘Jam commander’: een heavy riff meets 8bit-noise en nog van alles in een indrukwekkende jamsessie. Het nummer ‘Over and over and over’ lag blijkbaar al jaren in de koelkast en werd nu eindelijk uitgewerkt. Het is de meest White Stripes-achtige song van het album, al komen er ook hier weer wat vreemde backings en de nodige bongo’s aan te pas. ‘Get in the mind shaft’ combineert de lounge van Air met Kraftwerk-achtige synths en lyrics over Jack’s eerste confrontatie met een piano. Ondanks alle curiositeiten gaat de persoonlijke toets zo nooit verloren.
Op deze derde post-White Stripes-plaat brengt Jack White samen met een resem uitstekend onderlegde muzikanten een vakkundig ontregeld zootje blues en slaat hij op ‘Boarding house reach’ voor het eerst aan het experimenteren met een hoop synths. Respect voor hoe White op deze plaat zijn creatieve grenzen probeert te verleggen: zowel doorwinterde fans als nieuwsgierige muziekliefhebbers zullen hier zeker van kunnen smullen.
Jack White speelt komende zomer in ons land op Rock Werchter. Info en tickets daarover vind je op de website van het festival.