De naam Uma Chine lijkt op het eerste gevoel lid te zijn van de familie van de gestoomde tapas, dimsum. Dat zijn allemaal kleine verschillende hapjes die de zuidelijke Chinese keuken representeren. En wie zin heeft in iets divers, kan sowieso wel terecht bij Uma Chine. De band bestaat uit drummer Simon Rama (Steiger, Ivy Falls), bassist Nils Vermeulen (lukwaa), Koen Quinten (St. Grandson) op synths en de zingende zussen Rana en Sherien Holail Mohamed (Binti). Kok van dienst is Nele de Gussem, tevens ook zangeres en toetsenist/gitarist. Zij mixt dit allegaartje van jazz, pop, indie en electronica en serveert in dit sausje haar eerste plaat.
Uma Chine klimt graag in grote bomen. Dat avonturiergedrag kan al eens ontsporen in de richting van het verlaten van duidelijke refreinen en structuren. Het nummer ‘A tribe’ is er zo eentje. Gitaar en melodische zanglijnen verdwalen in elektronische spiralen, in en uit cadans gebracht door de drumlijnen. Het nummer ‘First candy people’ heeft deze verdwaaldwang ook. Alleen al hiervoor zou je uitkijken naar de live-uitvoering om te weten hoe lang Uma Chine de omwegen zou maken.
Ook ‘First candy people’ neemt ons op reis. Het start met een bezwerend geruis dat lijkt op de iets meer ritmische versie van het geluid dat in je oor blijft nazinderen na een nachtje Rampage. Deze elektronische korrel ontspint zich daarna in een jazzy bal waar de drums en synths het overnemen. Die intellectuele interval van genres houdt het zeker boeiend, maar mijn hoofd is er door deze mentale hink-stap-sprong nog niet uit of het dit experiment met een ‘geslaagd’ wil bekronen.
‘Bag man’ beklijft en ‘Home’ groeit, toch heerst er een zeker leemte. Dat kunnen de bewegende armen van drummer Simon Raman zijn, want van de nummers ‘Lonely giant’, ‘A tribe’ en ‘Screens’ worden we wat licht in het hoofd. In die laatste krijgen vooral de crash-cimbalen het zwaar te verduren. Wij blijven zeker kijken en wensen deze een niet te lange levensduur meer.
De songtitels op dit debuut beloven betoveringen en we moeten beamen dat er zeker enkele geesten in de koperen olielamp van Uma Chine zitten. Vooral de meerstemmige vocals, verdwaaldwang van de structuur en bezwerende synthmelodieën werken hier. Op sommige momenten ontwaken wij echter uit onze psychedelische droom en zoeken we net nog dat tikkeltje meer. We denken wel niet meer aan gestoomde aperitiefhapjes, en dat is een hoogst positieve evolutie.