Als finalist van De Nieuwe Lichting en met een gedurfde en bijna onherkenbare cover van Jacques Brels ‘Ne me quitte pas’, kan het niet anders dan dat de hele Vlaamse muziekpers zat te watertanden tot het debuutalbum van Tout Va Bien in de platenrekken zou liggen. De Mechelaar heeft ons uiteindelijk bijna twee volle jaren doen wachten, maar eindelijk was het moment daar: ‘Kepler star’ ligt er, en natuurlijk waren ook wij benieuwd.
De langspeler werd genoemd naar SN 1604, ook wel bekend als ‘Keplers supernova’ en meteen de laatste supernova die op aarde met het blote oog te zien was. Een droomwereld met hier en daar een lichtpuntje – of zeg maar lichtpunt – in de nachtelijke duisternis, dat is wat Jan Wouter van Gestel op deze plaat creëerde, en de naam van zijn debuut is dan ook veelzeggend. Titelnummer ‘Kepler star’ zet meteen de juiste toon. Het refrein doet op verschillende momenten denken aan ‘The moon rang like a bell’ van Hundred Waters: een perfect gebalanceerde mix van organische en elektrische geluiden vormen een weemoedige sfeer die meteen tot op het allerlaatste moment van het album, in ‘Shaking off (my doubts)’, wordt vastgehouden.
Toch zitten er hier en daar wat uitschuivers. ‘Melting glacier’ toont ons de fragiele en soms ronduit ijzige stem van van Gestel samen met de subtiele elektronica, die hier en daar écht klinkt als een gletsjer die aan het afbrokkelen is. ‘Our memories’ en ‘Old love’ komen nog wel in de buurt van single ‘This fight’ en doen ons af en toe zelfs meetikken op de maat, maar dat is ook meteen het dichtste dat we bij bewegen komen wanneer we de plaat beluisteren.
Wie het debuut van Tout Va Bien kocht om een avondje goed te dansen of als album vol hitjes naar het voorbeeld van ‘This fight’, kan wel eens bedrogen uitkomen. Een avondje bankzitten met ‘Kepler star’ als achtergrondmuziek past dan weer wel perfect. Het is maar waar je verwachtingen liggen.
Album verdeeld door Warner